Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2015 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2015n |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2015 | 01-09-2017 | nieuwe regeling | 09-04-2015 Gemeenteblad, nr. 40125, 08-05-2015 | Onbekend |
De raad van de gemeente De Ronde Venen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 april 2015;
gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;
gezien het advies van de Wmo-raad d.d. 23 december 2014 en het Cliëntenplatform WWB d.d. 27 oktober 2014 en de Jongeren Advies Commissie d. d. 3 november 2014;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2015
Artikel 1. Participatieplatform
De leden van het Participatieplatform worden geselecteerd, benoemd, geschorst en ontslagen door het college. Het Participatieplatform kan kandidaten voordragen. De leden die op basis van de in artikel 8 genoemde verordeningen zitting hadden in een cliëntenplatform, hebben voorrang in de deelname aan het Participatieplatform. De selectiecriteria voor kandidaten worden in overleg met genoemde leden vastgesteld waarbij een minimumleeftijd van 16 wordt gehanteerd.
Artikel 4. Taken en bevoegdheden van het Participatieplatform
Het Participatieplatform heeft de taak om minimaal twee thema- en voorlichtingsavonden per jaar te organiseren voor alle inwoners van de gemeente. Onderwerpen met betrekking tot het Sociaal Domein worden besproken met de inwoners, zodat de inwoners actief worden betrokken om advies te geven en hun bevindingen te kunnen delen. Het advies wordt via het Participatieplatform meegenomen naar het college en de gemeenteraad.
Artikel 6. Budget Participatieplatform
Ten behoeve van het Participatieplatform wordt jaarlijks een budget in de gemeentebegroting opgenomen voor: presentiegelden, deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging, onkosten en reiskostenvergoeding. Vanaf 2015 zijn in het budget organisatiekosten opgenomen om minimaal twee themavonden en voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren voor de inwoners van gemeente De Ronde Venen. Jaarlijks voor 1 oktober, dient het Participatieplatform bij het college een werkplan met begroting in voor het komende jaar.
Artikel 7. Vergoeding aan de leden
Voor onkostenvergoeding, lidmaatschap contributiekosten en reiskostenvergoeding is een bedrag van maximaal € 2.500,- gereserveerd. De leden kunnen deze vergoedingen aanvragen bij de gemeente. De leden kunnen tevens bepaalde onkostenvergoedingen aanvragen, die relevant zijn om de taken genoemd in artikel 4 naar behoren te kunnen uitvoeren. De reiskostenvergoeding bedraagt per vergadering per kilometer vanaf de woonplaats gerekend: het bedrag per kilometer, zoals genoemd in artikel 2 van de reisregeling binnenland. Zowel de reiskostenvergoeding als de onkostenvergoeding worden via een declaratieformulier ingediend.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen,
d.d. 9 april 2015.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet , artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet.
Artikel 47 van de Participatiewet draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.
Om een goede werking van het Participatieplatform te waarborgen worden de leden van het Participatieplatform worden ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Per 1 januari 2015 is de WWB opgegaan in de Participatiewet. De instroom stopt voor de Wsw vanaf 1 januari 2015 en er is tevens instroom in de Participatiewet mogelijk voor mensen met gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid. Tegelijkertijd treden de nieuwe Wmo en de Jeugdwet in werking. Gemeente De Ronde Venen kiest ervoor om de diverse wetten binnen het sociale domein niet afzonderlijk te bekijken, maar als samenhangend geheel. Voor wat betreft de medezeggenschap van inwoners, doelgroepen en professionals worden minimaal de wettelijke verplichtingen geborgd.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 1. Begripsomschrijving
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een Participatieplatform samen te stellen dat bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat het Participatieplatform een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet, artikel 2.1.3 lid 3 Wmo en artikel 2.10 van de Jeugdwet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in het Participatieplatform is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
De leden van het Participatieplatform worden benoemd door het college. Het college stelt selectiecriteria vast voor kandidaten en zal dat in overleg doen met de leden van het Participatieplatform. Leden die zitting hadden in de voormalige platform hebben voorrang. Het Participatieplatform kan kandidaten voordragen voor lidmaatschap van het Participatieplatform (eerste lid). Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.
De samenstelling van het Participatieplatform moet zodanig zijn dat er sprake is van een evenwichtige vertegenwoordiging op het gebied van de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. Maximaal twee leden van dezelfde instantie of belangenorganisatie kunnen deelnemen aan het Participatieplatform. Bij de samenstelling van het platform heeft de spreiding van deelnemers over de kernen eveneens aandacht.
Er is uitdrukkelijk voor gekozen om het Participatieplatform uit zijn midden de voorzitter te laten benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt.
Wanneer door het college advies wordt gevraagd omtrent college/raadsvoorstellen waarbij sprake is van geheimhouding, dienen alle leden discreet om te gaan met de ontvangen informatie.
Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet en artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en artikel 2.10 van de Jeugdwet, moet worden voorzien in ondersteuning om het Participatieplatform zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtenaar als contactpersoon aangesteld om het Participatieplatform te faciliteren. Deze kan de communicatie tussen college en gemeenteraad enerzijds en het Participatieplatform anderzijds stroomlijnen.
Artikel 2. Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de secretaris advies vragen aan het Participatieplatform op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk vijf wekenvoorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen wordt toegezonden aan het Participatieplatform dan kan het advies van het Participatieplatform van wezenlijke invloed zijn op het door de gemeenteraad of het college te nemen besluit.
Het wordt belangrijk geacht dat het Participatieplatform tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat het Participatieplatform wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling in het sociaal domein.
Artikel 3. Ondersteuning participatieplatform
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat het Participatieplatform wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van het Participatieplatform.
Artikel 4. Taken en bevoegdheden van het Participatieplatform
Het Participatieplatform is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Voor zover mogelijk en wenselijk worden meningen van belangenorganisaties en zorgvragers gepeild en betrokken in het advies.
Het advies wordt uiterlijk 10 werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending via de benoemde ambtenaar.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat het Participatieplatform geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.
Om de belangen van inwoners te kunnen vertegenwoordigen is het belangrijk te weten wat er onder hen leeft. Om die reden heet het Participatieplatform de taak om minimaal twee thema- en voorlichtingsavonden te organiseren. Ook belangenorganisaties kunnen hierbij betrokken worden.
Ieder lid van het Participatieplatform is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit moet uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan de vergadering gebeuren. De agendapunten moeten worden gezonden aan secretaris of voorzitter.
Het Participatieplatform kan werkgroepen of subgroepen instellen wanneer advies wordt gevraagd over een specifiek onderdeel binnen Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet.
Op deze manier kan ieder zijn/haar expertise gericht inzetten voor thema’s of vraagstukken.
Het Participatieplatform is zelf verantwoordelijk voor het opstellen van besluitenlijst en actielijst. De gemeenteraad en het college van de gemeente De Ronde Venen hebben sinds een paar jaar in het kader van effectief vergaderen notuleren laten vervallen. College en gemeenteraad hebben besloten om een bondige besluitenlijst en een actielijst in te voeren in het kader van effectiever vergaderen. Er wordt geadviseerd om dit binnen het huidige platform bovengenoemde taak te verdelen. Het Participatieplatform kan er voor kiezen om vanuit het budget waar onkostenvergoeding onder valt een vergoeding aan te spreken om de besluitenlijst en actielijst te laten opstellen.
Artikel 5. Taken van de secretaris
De secretaris is (mede) belast met de agendering en verzendt de uitnodigingen. De secretaris verzendt de uitnodigingen aan de leden uiterlijk tien werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt.
Artikel 6. Budget Participatieplatform
De leden van het Participatieplatform zijn zelf verantwoordelijk om binnen het vastgestelde budget de taken uit artikel 4 naar behoren te realiseren. De leden van het Participatieplatform ontvangen met ingang van de nieuwe verordening bij aanwezigheid van elke vergadering een vergoeding.
Er zijn jaarlijks minimaal 6 vergaderingen (artikel 1 lid 8). Er worden jaarlijks maximaal 12 vergaderingen uitbetaald. Het Participatieplatform is vrij om zo nodig meer vergaderingen uit te schrijven.
Naast de vergoeding voor aanwezigheid, kunnen onkosten gedeclareerd worden middels een declaratieformulier. Deskundigheidsbevordering kan onder onkostenvergoeding worden vergoedt.
Voor het organiseren van Er is tevens budget gereserveerd, zodat de leden van het Participatieplatform jaarlijks minimaal twee voorlichting bijeenkomsten en/ of thema-avonden organiseren voor de inwoners in alle kernen.
Het budget van het Participatieplatform is verdeeld in drie kostenposten.
Deze kosten kunnen uitsluitend ten laste van het budget worden gebracht indien deze door het college zijn beoordeeld en goedgekeurd. Het ligt voor de hand dat het college dit beoordeelt voordat de kosten worden gemaakt. In verband met een onkostenvergoeding (websitekosten, printkosten, internet en andere kosten die men nodig acht), deskundigheidsbevordering en reiskostenvergoeding dient men tevens het declaratieformulier achteraf in te dienen met de desbetreffende bewijsstukken.
Artikel 7. Vergoeding aan de leden
De presentiegelden zijn berekend op basis van het maximumbedrag genoemd in tabel IV behorende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Presentiegelden worden maximaal voor 12 vergaderingen per jaar verstrekt.
Artikel 8. Intrekken oude verordening