Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Verordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

regeling treedt ipv Verordening behandeling bezwaarschriften ABW, IOAW, IOAZ en WVG nr. 2157

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-200902-03-2021nieuwe regeling

23-06-2009

Twenth Ruiten Drie 30-06-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid

 

 

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2355

Nr. 16

Raadsbesluit van 23 juni 2009, houdende vaststelling van de Verordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid.

Hoofdstuk I Behandeling van bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepalingen

Er is een Commissie voor Sociale Zekerheid ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten, die in het kader van de wetten zijn genomen door het bestuursorgaan

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 2.

    De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuursorgaan.

  • 3.

    De secretaris van de commissie is een door het bestuursorgaan aangewezen

    ambtenaar.

  • 4.

    Het bestuursorgaan wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Zittingsduur van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden

  • 1.

    Bij aanvang worden de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie benoemd voor de zittingsduur van één jaar.

  • 2.

    Vóór afloop van de eerste zittingsduur van één jaar wordt het functioneren van betrokken commissielid geëvalueerd door het bestuursorgaan op basis van een vastgesteld functieprofiel. Het bestuursorgaan kan zich doen bijstaan door één of meer managementleden van betrokken afdeling(en).

  • 3.

    In geval van goed functioneren, kan de zittingsduur van de in het eerste lid genoemde personen worden verlengd met drie jaar.

  • 4.

    In geval van goed functioneren, kan de zittingsduur van de in het eerste lid genoemde personen, na de in het derde lid genoemde verlenging, éénmaal worden verlengd met vier jaar.

  • 5.

    Het bestuursorgaan stelt vast of er sprake is van goed functioneren, als bedoeld in het derde en vierde lid.

  • 6.

    Indien er sprake is van zodanig dringende redenen dat de benoeming in redelijkheid niet kan voortduren, kan het bestuursorgaan onverwijld overgaan tot schorsing en ontslag van de betreffende voorzitter of het betreffende lid.

  • 7.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk gewenst moment ontslag nemen.

  • 8.

    De aftredende voorzitter en aftredende leden blijven hun functie vervullen, totdat in hun opvolging is voorzien, tenzij er sprake is van schorsing of ontslag op grond van het zesde lid.

  • 9.

    Bij benoeming ter vervulling van een tussentijdse opengevallen plaats wordt de benoemde in eerste instantie benoemd voor de zittingsduur van één jaar als bedoeld in lid één. In geval van goed functioneren, geëvalueerd als bedoeld in lid twee, kan de zittingsduur worden verlengd tot het einde van de zittingsduur van hem in wiens plaats hij in de commissie is benoemd.

  • 10.

    Voor de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen wordt aangesloten bij de richtlijnen zoals zijn vastgesteld voor raads- en commissieleden.

  • 11.

    Voor zover relevant, wordt de gedragscode bestuurlijke integriteit naar analogie toegepast op de personen genoemd in dit artikel.

  • 12.

    Tenminste éénmaal per jaar vindt er een evaluatievergadering plaats tussen de voorzitter, commissieleden, het bestuursorgaan en management waarin het functioneren van de commissie, betrokken afdelingen en kwaliteit van advisering aan de orde komen.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 5 Ingediend bezwaarschrift

1.Schriftelijk:

Van de ontvangst van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbevestiging aan belanghebbende gezonden. Hierin wordt vermeld hoe de vervolgprocedure inclusief termijn eruit ziet en dat een onafhankelijke commissie over het bezwaarschrift zal adviseren. Aanvullend wordt foldermateriaal toegevoegd om maximale duidelijkheid te geven over de bezwaarprocedure.

2.Mondeling:

Vanuit betrokken afdeling wordt tevens actief mondeling contact gezocht met klant om, vooruitlopend op de verdere bezwaarprocedure, nadere uitleg te geven over deze procedure alsook inhoudelijk verduidelijking te geven en vragen te beantwoorden.

Artikel 6 Vergaderingen van de commissie

  • 1.

    De commissie vergadert als regel in het stadhuis, zo dikwijls als de voorzitter haar bijeenroept of tenminste één lid het verlangen daartoe kenbaar heeft gemaakt. De vergaderingen van de commissie zijn in beginsel openbaar, tenzij de voorzitter beslist dat zij achter gesloten deuren plaatsvindt.

  • 2.

    Hij die verhinderd is een uitgeschreven vergadering bij te wonen, geeft hiervan per omgaande kennis aan de secretaris van de commissie. De secretaris zorgt voor de uitnodiging van de plaatsvervangende leden.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

  • 4.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt van de leden de oudste in zittingsjaren als voorzitter op.

Artikel 7 Taak van de commissie

De commissie brengt over elk bezwaarschrift aan het bestuursorgaan advies uit.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 1.

    De belanghebbende en een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan worden in de gelegenheid gesteld zich door de commissie te doen laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 Awb

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van in het vorige lid genoemd artikel besluit af te zien van het horen wordt daarvan mededeling gedaan aan:

    • a.

      Belanghebbende;

    • b.

      Het bestuursorgaan.

Artikel 9 Uitnodiging hoorzitting

De belanghebbenden en het bestuursorgaan worden tenminste 10 dagen voor de hoorzitting schriftelijk meegedeeld dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen laten horen tijdens een in de vergadering gehouden hoorzitting.

Artikel 10 Quorum

In artikel 7:13 lid 1sub a Awb is bepaald dat een adviescommissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

Voor het houden van een vergadering, niet zijnde een hoorzitting, is vereist dat tenminste een voorzitter en een lid, of hun plaatsvervangers, aanwezig zijn.

Artikel 11 Verslaglegging

Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 12 Advisering commissie

  • 1.

    Nadat de belanghebbenden en een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan zijn gehoord, beraadslaagt en beslist de commissie in besloten vergadering over het aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.

  • 2.

    a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 13 Uitbrengen van advies

  • 1.

    Het advies wordt, conform artikel 7:13 lid 6 Awb, aan het bestuursorgaan uitgebracht.

  • 2.

    De commissie brengt haar advies op een zodanig tijdstip uit, dat het bestuursorgaan zijn beschikking binnen de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven termijn kan geven.

  • 3.

    Indien naar oordeel van de commissie de termijn als bedoeld in artikel 7:10 van de Awb ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van advies door de commissie en nemen van beslissing wordt het bestuursorgaan verzocht de beslissing te verdagen.

  • 4.

    Van het besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en betrokken afdeling een afschrift.

Hoofdstuk II Slotbepalingen

Artikel 14 Citeertitel

1.Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid”.

Artikel 15 Overgangsrecht

Voor de voorzitter, leden en plaatsvervangende leden, die op 1 april 2009 zitting hebben in de commissie, geldt:

  • a.

    De zittingsduur van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie is maximaal vier jaar;

  • b.

    De totale zittingsduur mag niet langer worden dan maximaal twee zittingsperioden van elk maximaal vier jaar.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2009.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum wordt de Verordening behandeling bezwaarschriften ABW, IOAW, IOAZ en WVG (Raadsbesluit van 24 maart 1994), ingetrokken.