Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Studiefaciliteitenverordening 1993

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStudiefaciliteitenverordening 1993
CiteertitelStudiefaciliteitenverordening 1993
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Inclusief wijzigingen (cesuurdatum 01-01-2011)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, art. 125, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-05-199601-01-199601-01-2020Nieuwe regeling

23-05-1996

Intranet

Raadsstuk 9603277

Tekst van de regeling

Intitulé

Studiefaciliteitenverordening 1993

De raad van de gemeente IJsselstein;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 1993, nummer 4.171;

 

gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg en de raadscommissie voor Financiële en Personele Zaken c.a.;

 

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening STIJDIEFACILITEITEN 1993

- 1e wijziging m.i.v. 23 mei 1996 met terugwerking tot 1 januari 1996, vastgesteld 23 mei 1996, nummer 9603277.

Hoofdstuk Algemene bepalingen  

Artikel 1  

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. ambtenaar: degene op wie het Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van toepassing is;

b. volledige betrekking: een betrekking waarvan de arbeidsduur gemiddeld 38 uur per week bedraagt;

c. werkdag: de arbeidsperiode die voor de betrekking van de ambtenaar per dag is vastgesteld;

d. ontslag: elke beëindiging van het dienstverband;

e. cursusjaar: een periode van maximaal 12 maanden.

Artikel 2  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voorzo ver het belang van de dienst dit toelaat en wanneer een gemeentelijk belang wordt gediend zoals verwoord in lid 2, aan een ambtenaar, al dan niet op zijn/ haar verzoek, één of meer van de in de volgende artikelen omschreven studiefaciliteiten toekennen, indien de opleiding door burgemeester en wethouders deugdelijk wordt geoordeeld.

  • 2.

    Een gemeentelijk belang wordt gediend door:

    a. opleidingen waarvan het volgen verplicht wordt gesteld op grond van artikel 15:1:26 van de Uitwerkingsovereenkomst;

    b. opleidingen die leiden tot het voldoen aan de in de funktie van de ambtenaar gestelde

    opleidingseisen;

    c. opleidingen welke gelijkwaardig zijn aan de in de funktiebeschrijving genoemde opleiding, waarbij de verwachting gerechtvaardigd is dat betrokkene in de toekomst een goed gebruik kan maken van deze opleiding voor het bereiken van een andere en/of hogere funktie binnen deze gemeente;

    d. opleidingen welke dienen ter verdere uitdieping van het vereiste en reeds bereikte niveau, waarbij de gemeente ook is gediend;

    e. opleidingen welke liggen op een hoger niveau dan de in de funktiebeschrijving genoemde op leiding, wanneer de verwachting gerechtvaardigd is, dat betrokkene in de toekomst hiermede een hogere funktie binnen deze gemeente kan bereiken;

    f. opleidingen welke duidelijk op een hoger niveau liggen of in sterke mate afwijken van de in de funktiebeschrijving genoemde opleiding, waarbij de verwachting gerechtvaardigd is dat de

    ambtenaar in de toekomst een goed gebruik kan maken van deze opleiding binnen een andere dan wel deze gemeente;g. andere door burgemeester aan te wijzen opleidingen.

Artikel 3  

Alvorens studiefaciliteiten te verlenen, kunnen burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de ambtenaar - een gericht studie-advies inwinnen. De kosten van een dergelijk advies zijn voor rekening van de gemeente, tenzij de ambtenaar om het advies heeft ver zocht.

Artikel 4  

  • 1.

    De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en wethouders bij de verlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de studie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde termijn, afhankelijk van nog af te leggen examens, verlengen, welke termijn in bijzondere gevallen nogmaals kan worden verlengd.

  • 3.

    De in de voorgaande leden bedoelde termijnen worden geacht in elk geval te zijn verstreken op de datum, waarop het dienstverband van de ambtenaar met de gemeente eindigt.

Artikel 5  

  • 1.

    Indien burgemeester en wethouders op grond van door hen ingewonnen inlichtingen van oordeel zijn, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor deze niet in staat kan worden geacht de studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te volbrengen, zijn zij bevoegd de verleende studie faciliteiten - al dan niet tijdelijk - in te trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats, in dien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aan hem/haar zelf zijn te wijten.

  • 2.

    De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die burgemeester en wethouders voor de toepassing van deze verordening nodig achten.

Artikel 6  

  • 1.

    De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn/haar studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan burgemeester en wethouders mede te delen, tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.

  • 2.

    Van elke gevolgde cursus dient een (kort) schriftelijk verslag gemaakt te worden dat overlegd wordt aan burgemeester en wethouders.

Artikel 7  

  • 1.

    De door een ambtenaar gemaakte studiekosten, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk zijn, worden vergoed tot een percentage genoemd in het volgende overzicht.

     

    Opleiding, genoemd in artikel 2, lid 2, onder:

    Vergoedingspercentage A

    Vergoedingspercentage B

    a.

    100%

    100%

    b.

    80%

    100%

    C,d en e

    60%

    80%

    f.

    40%

    60%

    g.

    ter nadere bepaling door B&W

    ter nadere bepaling door B&W

     

    Vergoedingspercentage A =

    voor cursus-, les of collegegelden, examen- en diploma- gelden, alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken.

     

    Vergoedingspercentage B =

    voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten, met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer.

  • 2.

    Indien de functie van een ambtenaar is ingedeeld in niveau 1 tot en met 5 wordt het vergoedingspercentage onder A, genoemd in het eerste lid onder b tot en met t verhoogd met 20.

  • 3.

    Indien een ambtenaar binnen 3 jaar na het behalen van het diploma wordt geplaatst in een andere funktie binnen deze gemeente waarvoor dit diploma vereist is en het diploma is behaald met een financiële tegemoetkoming behorende bij de opleiding genoemd in artikel 2, lid 2 onder c, d, e of f wordt achteraf alsnog tot een verhoging van de vergoeding overgegaan tot een maximum van de percentages behorende bij opleiding genoemd in artikel 2, lid 2 onder b.

Artikel 8  

  • 1.

    Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven, nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard dat hij/zij de uit dien hoofde genoten- bedragen zal terugbetalen, indien:

    a. hij/zij de hem ingevolge artikel 6 opgelegde verplichtingen niet nakomt;

    b. hij/zij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt voordat de in artikel 4, leden 1 en 2, bedoelde termijnen zijn verstreken en/of zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid;

    c. vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 5;

    d. hij/zij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hem/haarzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma;

    e. hij/zij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hem/haarzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zonder dat het - na het ver strijken van de termijnen bedoeld in artikel 4, leden 1 en 2 - afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft geleid.

  • 2.

    De terugbetalingsverplichting op grond van het gestelde in lid 1 onder b. van dit artikel vervalt, indien voortzetting van de studie redelijkerwijs, zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders, niet van hem/haar kan worden verlangd.

  • 3.

    Indien op de datum van ingang van het ontslag van de in lid 1, onder d. en e. bedoelde termijn van twee jaren ten minste één jaar is verstreken blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot 1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor iedere volle maand, die aan de termijn van twee jaren ontbreekt.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen de ambtenaar op zijn verzoek, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem/haar rustende verplichting tot terugbetaling.

Hoofdstuk Verlof fulltimers  

Artikel 9  

Onverminderd het bepaalde in artikel 15:1:27 lid 1 van de Uitwerkingsovereenkomst wordt aan de ambtenaar met een volledige betrekking die een opleiding volgt als genoemd in artikel 2, lid 2 onder a. t/m d., voor het volgen van lessen die in diensttijd worden gegeven, verlof met behoud van bezoldiging verleend tot een maxi mum van 40 werkdagen per cursusjaar.

Artikel 10  

Onverminderd het bepaalde in artikel 15:1:27 lid 1 van de Uitwerkingsovereenkomst, wordt aan de ambtenaar met een volledige betrekking, die een opleiding volgt als genoemd in artikel 2, lid 2 onder e. en f., voor het volgen van lessen die in diensttijd worden gegeven, verlof met behoud van bezoldiging verleend tot de helft van het aantal verzuimde werkuren, met een maximum van 40 halve werkdagen per cursusjaar.

Artikel 11  

  • 1.

    Aan een ambtenaar met een volledige betrekking die een opleiding volgt, als genoemd in artikel 2, lid 2 onder a. t/m d., waarvan de lessen niet of niet ge heel in diensttijd worden gegeven, wordt studieverlof verleend tot maximaal 4 uur in totaliteit per week zulks gedurende maximaal 40 weken in totaliteit per cursusjaar. Per gevolgd lesuur buiten de voor de ambtenaar vast gestelde werktijden wordt een half uur compenserend studieverlof verleend.

  • 2.

    Bij schriftelijke cursussen moet in lid 1 voor “gevolgd lesuur” gelezen worden “lesuur dat door het opleidingsinstituut is aangegeven als te verwachten studie- of examenuur”

Artikel 12  

  • 1.

    Aan een ambtenaar met een volledige betrekking die een opleiding volgt, als genoemd in artikel 2, lid 2, onder e. en f., waarvan de lessen niet of niet geheel in diensttijd worden gegeven, wordt studieverlof verleend tot maximaal 2 uur in totaliteit per week zulks gedurende maximaal 40 weken in totaliteit per cursusjaar.

    Per gevolgd lesuur buiten de voor de ambtenaar vast gestelde werktijden wordt een kwart uur compenserend studieverlof verleend.

  • 2.

    Aan een ambtenaar met een volledige betrekking die een opleiding volgt, als genoemd in artikel 2, lid 2, onder e. en f., waarvan de lessen niet of niet geheel in diensttijd worden gegeven, wordt studieverlof verleend tot maximaal 2 uur in totaliteit per week zulks gedurende maximaal 40 weken in totaliteit per cursusjaar.

    Per gevolgd lesuur buiten de voor de ambtenaar vast gestelde werktijden wordt een kwart uur compenserend studieverlof verleend.

Hoofdstuk Verlof parttimers  

Artikel 13  

  • 1.

    Een ambtenaar die geen volledige betrekking vervult, dient de lessen zoveel mogelijk in eigen tijd te volgen.

    Indien dit niet mogelijk is, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders na overleg met de ambtenaar, wordt aan parttimers, die een studie volgen als genoemd in artikel 2, lid 2 onder a. en b. het noodzakelijke verlof verleend om die lessen in diensttijd te volgen.

  • 2.

    Parttimers die 30 uur of meer werken wordt, met inachtneming van lid 1 alsmede de artikelen 11 en 12, compenserend studieverlof verleend evenredig aan de aanstellingsuren.

Hoofdstuk Verlof algemeen  

Artikel 14  

Voor zowel fulltimers als parttimers geldt dat, studie-uren in diensttijd waarvoor geen verlof wordt verleend, op andere dagen moeten worden ingehaald.

Artikel 15  

  • 1.

    Ter voorbereiding op een examen als afsluiting van de studie, dan wel als afsluiting van een deel van de studie, kan aan de ambtenaar, die een studie volgt als genoemd in artikel 2, lid 2 onder a. t/m d., verlof worden verleend tot een maximum van vijf halve werkdagen per cursusjaar.

  • 2.

    Ter voorbereiding op een examen als afsluiting van de studie, dan wel als afsluiting van een deel van de studie, kan aan de ambtenaar, die een studie volgt als genoemd in artikel 2, lid 2 onder e. en f., verlof worden verleend tot een maximum van twee halve werkdagen per cursusjaar.

  • 3.

    Het verlof bedoeld in lid 1 en 2 wordt aan part-timers naar evenredigheid verstrekt.

Hoofdstuk Algemeen  

Artikel 16  

 

Artikel 16  

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 17  

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te beslissen, voorzover nodig in afwijking van het in deze verordening bepaalde, in gevallen waarin deze verordening naar hun oordeel niet of niet in redelijkheid voorziet.

Artikel 18  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die maand waarin deze verordening door de raad is vastgesteld.

  • 2.

    Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening vervallen de Verordening Studiefaciliteiten 1991 alsmede de uitvoeringsregeling studiefaciliteiten”.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Studie faciliteitenverordening 1993”.

  • 4.

    Alle studiefaciliteiten die zijn verleend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening, blijven onverkort van toepassing voor de betrokken ambtena(a)r(en), totdat de opleiding waarvoor de faciliteiten zijn verleend, is afgerond.