Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling SZW Den Haag 2015 |
Citeertitel | Subsidieregeling SZW Den Haag 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling SZW Den Haag 2015 |
Deze subsidieregeling werkt terug tot en met 1 januari 2015
Artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-04-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 24-03-2015 Publicatie in het gemeenteblad van week 14 van 2015 en met ingang van 3 april 2015, terug te vinden op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 281564. | BSW/2015.44 RIS 281564 |
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,
-gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014
I. Tot vaststelling van de Subsidieregeling SZW Den Haag 2015.
II. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 14 van 2015 en met ingang van 3 april 2015, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 281564.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
de secretaris, de burgemeester,
In aanvulling/ afwijking van de op grond van artikel 8, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan het college op grond van bijzondere omstandigheden van het geval besluiten, dat een subsidie niet met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier maar per brief op maat wordt aangevraagd.
Artikel 4:2. Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd indien:
Het budget ter subsidiering van de activiteiten van art 2:1 niet toereikend is om verdere activiteiten te financieren. De chronologische orde van ontvangst bepaalt in dat geval welke (voldoende volledige) aanvraag voorgaat (wie het eerst komt wie het eerst maalt). In geval van kennelijke gelijktijdige binnenkomst, wordt er geloot.
§ 5. Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is.
Indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.
Indien personele lasten onderdeel zijn van de kosten waarvoor subsidie wordt verleend kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger 5% van dit deel van de subsidie aanwendt voor het in dienst nemen van personeel uit een van de volgende doelgroepen:
Artikel 5:2. Ambtshalve vaststelling budget- of exploitatiesubsidie
Het College kan in afwijking van artikel 20 van de Algemene subsidieverordening besluiten dat zij op grond van bijzondere omstandigheden van het geval exploitatie en budget subsidies ambtshalve vaststellen.
Artikel 5:3. Eindverantwoording subsidies tussen € 10.000 en € 100.000
In aanvulling van de op grond van artikel 20, tweede , van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, kan het college besluiten dat de aanvrager van een vaststellingsbeschikking de volgende gegevens overlegt:
a.Een bestuursverklaring volgens het door het college vastgestelde model
Artikel 5:4. Eindverantwoording van subsidies van meer dan € 100.000
In aanvulling van de op grond van artikel 20, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, kan het college besluiten dat de aanvrager van een vaststellingsbeschikking de volgende gegevens overlegt: