Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

Beleidsregel Onverantwoord interen vermogen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Onverantwoord interen vermogen
CiteertitelBeleidsregel Onverantwoord interen vermogen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 34 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015nieuwe regeling

25-11-2014

Stadsnieuws 2014, 50

b14.00671

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Onverantwoord interen vermogen

 

 

Algemeen

Op grond van artikel 18, tweede lid, van de Participatiewet verlaagt het college de bijstand indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan.

Conform artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de wet zijn de bepalingen met betrekking tot de afstemming vastgelegd in de gemeentelijke Afstemmingsverordening Participatiewet.

In de Afstemmingsverordening Participatiewet is de hoogte van de verlaging vastgelegd wanneer er sprake is van het blijk geven van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan door vermogen op onverantwoord snelle wijze in te teren.

Bepalingen over de duur van de afstemming worden in deze beleidsregel vastgelegd.

Gemeentelijk beleid

 

Artikel 1 Onverantwoord interen

  • 1.

    Er is sprake van onverantwoord interen van het vermogen indien een belanghebbende voorafgaand aan de bijstandsaanvraag het eigen vermogen heeft besteed, waarbij de maandelijkse besteding meer bedroeg dan anderhalf maal de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm.

  • 2.

    Bij de vaststelling van het op onverantwoorde wijze te snel interen van vermogen wordt in ieder geval rekening gehouden met algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

Artikel 2 Duur verlaging

  • 1.

    Indien het vermogen op onverantwoord snelle wijze is ingeteerd, wordt de uitkering met ingang van de toekenningsdatum verlaagd conform de Afstemmingsverordening Participatiewet.

  • 2.

    De duur van de verlaging is afhankelijk van de mate van het betoonde tekortschietend besef voor de voorziening in het bestaan en is als volgt bepaald:

 

Hoogte onverantwoord ingeteerde bedrag

 

Duur van de verlaging

 

 

 

tot

€ 2.000,00

 

6 maanden

 

vanaf

€ 2.000,00

tot

€ 5.000,00

 

9 maanden

 

vanaf

€ 5.000,00

tot

€ 12.500,00

 

12 maanden

 

vanaf

€ 12.500,00

tot

€ 50.000,00

 

18 maanden

 

vanaf

€ 50.000,00

en

hoger

 

24 maanden

  • 3.

    Wanneer het onverantwoord ingeteerde bedrag lager is dan € 2.000,00, mag bij de verlaging van de bijstand het financieel nadeel van de verlaging niet hoger uitvallen dan het bedrag dat te snel is ingeteerd.

    Indien het bedrag van de afstemming in totaal hoger is dan het onverantwoord ingeteerde bedrag, wordt de totale op te leggen verlaging beperkt tot het bedrag dat te snel is ingeteerd.

Artikel 3 Onvoldoende inlichtingen over besteding

Indien het vermogen is ingeteerd zonder dat belanghebbende dit redelijkerwijs heeft kunnen verantwoorden, wordt ervan uitgegaan dat belanghebbende nog de beschikking heeft over het vermogen. De aanvraag wordt in dat geval afgewezen.

Artikel 4 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Onverantwoord interen vermogen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Na bekendmaking treedt dit besluit in werking op 1 januari 2015.

 

Den Helder, 25 november 2014

 

Burgemeester en wethouders van Den Helder,

Koen Schuiling, burgemeester

dr. Joost C.M. Cox, secretaris