Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Rijnland (Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Rijnland) |
Citeertitel | Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Rijnland |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuurlijke organisatie, water |
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst met dien verstande dat onderdeel C van artikel I terugwerkt tot en met 1 september 2014.
Waterschapswet, artikel 2
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-02-2015 | 01-01-2019 | wijziging van art. 3; art. 4; art. 9; art. 23. Vervallen is art. 12 | 19-02-2003 Provinciaal Blad, 2015, 997 | dos | |
13-01-2010 | 01-01-2010 | 27-02-2015 | wijziging van art. 1; art. 3, art. 4, art. 22; art. 23; art. 25. Vervallen zijn de artikelen 19 en 27. | 19-02-2003 Provinciaal Blad, 2010, 3 | dos |
Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 19 februari 2003 en van Noord-Holland van 10 februari 2003 tot vaststelling van het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Rijnland (Prov. Blad van Zuid-Holland van 2003, nr. 13 en Prov. Blad van Noord-Holland van 2003, nr. 43,) gewijzigd bij besluit van 16 december 2009 (Prov. Blad 2010, nr. 3A) en gewijzigd bij besluit van 28 januari 2015 (Prov. Blad 2015, nr. 997)
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen.
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. waterkeringen: zeewering, dijken, kaden en andere kunstmatige of natuurlijke hoogten, onder welke benaming ook, die dienen tot kering van zee-, rivier-, boezem- of polderwater.
b. wateren: oppervlaktewateren die dienen voor de afvoer en/of aanvoer en/of berging van water; deze worden naar functie onderscheiden in:
c. kunstwerken: waterstaatkundige werken die van belang zijn voor de taakuitoefening van het hoogheemraadschap;
d. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, tenzij anders is aangegeven.
e. watersysteem: samenhangend geheel van één of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.
Hoofdstuk 2. Gebied, taken en onderhoudsverplichtingen.
1. De begrenzing van het gebied waarin de onderscheidene taken, bedoeld in artikel 3 worden uitgeoefend, is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de begrenzing zonodig nader in detail te bepalen.
2. Een gewaarmerkt exemplaar van de in het eerste lid bedoelde kaart berust bij de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland en bij het hoogheemraadschap.
1. Het hoogheemraadschap heeft tot taak de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied, voor zover deze taak niet uitdrukkelijk aan andere publiekrechtelijke lichamen is opgedragen.
2. Deze taak omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor de zuivering van afvalwater, daaronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat krachtens artikel 3.4, eerste lid van de Waterwet om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het hoogheemraadschap.
3. Als uitvloeisel van de taak, bedoeld in het tweede lid, is het hoogheemraadschap tezamen met de aangrenzende waterschappen belast met de zorg voor de instandhouding van de landscheidingen tussen het hoogheemraadschap enerzijds en de aangrenzende waterschappen anderzijds.
4. De taak van het hoogheemraadschap omvat mede de zorg voor de toepassing van de Scheepvaartverkeerswet, voor zover het wateren betreft waarvoor het hoogheemraadschap is aangewezen als bevoegd gezag.
5. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland wijzen, als bedoeld in artikel 5a van de Waterschapswet, de waterstaatswerken, gelegen in de gemeente Wassenaar en gemeente Oegstgeest aan, die op een door hen te bepalen datum in beheer van het hoogheemraadschap overgaan.
1. Het onderhoud van waterkeringen berust bij het hoogheemraadschap, voor zover het betreft het instandhouden van stabiliteit en profiel; tenzij een derde daartoe verplicht is.
2. Het onderhoud van primaire wateren berust bij het hoogheemraadschap; tenzij een derde daartoe verplicht is.
3. Het onderhoud van kunstwerken berust bij het hoogheemraadschap, tenzij een derde daartoe wettelijk verplicht is, of, indien zodanige verplichting ontbreekt of niet bekend is, bij de zakelijk gerechtigde tot het kunstwerk.
1. De onderhoudsplichtigen en de onderhoudsverplichtingen betreffende waterkeringen en wateren worden aangegeven respectievelijk vastgelegd in de legger, bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet.
2. In de legger wordt vermeld wat de functie is van het desbetreffende waterstaatswerk, wie met het onderhoud is belast en wat het onderhoud omvat.
3. Ten aanzien van de vaststelling van de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet zijn de artikelen 73 en 74 van de Waterschapswet van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3. Zetel en bestuur.
Het bestuur van het hoogheemraadschap bestaat uit een algemeen bestuur, aangeduid onder de benaming verenigde vergadering, een dagelijks bestuur, aangeduid onder de benaming dijkgraaf en hoogheemraden en een voorzitter, aangeduid onder de benaming dijkgraaf.
1. Het algemeen bestuur bestaat uit dertig leden. Van deze leden vertegenwoordigen:
2 a. De leden bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden benoemd door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord, met dien verstande dat bij de benoeming acht word geslagen op een adequate vertegenwoordiging van de verschillende bedrijfssectoren binnen de land en tuinbouw in het gebied.
b. De leden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van Koophandel op gezamenlijke voordracht van de regionale raad van de Regio Zuidwest en de Regio Noordwest, genoemd in het Besluit vaststelling regio's. Bij de benoeming wordt zorggedragen voor een adequate vertegenwoordiging van de categorie bedrijven in het gebied van zowel de RegioZuidwest als de Regio Noordwest, voor zover gelegen binnen het gebied van het hoogheemraadschap.
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en ten hoogste vijf andere leden.
2. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid, van de Waterschapswet.
1. Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Het doet daarvan schriftelijk bericht aan het algemeen bestuur.
2. Schorsing van en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het algemeen bestuur brengen terstond schorsing van, onderscheidenlijk verlies van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur mee.
Hoofdstuk 4. Bevoegdheden en verplichtingen bestuur
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.
Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Het zendt dit reglement aan het algemeen bestuur.
1. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kunnen commissies instellen die hen van advies dienen over onderwerpen die het belang van het hoogheemraadschap betreffen.
2. In het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur en voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur worden, indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in het eerste lid, regels gesteld omtrent de benoeming, de zittingsduur, de adviestaken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de commissie.
3. Indien adviescommissies worden ingesteld ten behoeve van het algemeen bestuur, is op die commissies artikel 35 van de Waterschapswet van toepassing.
Het toezicht op het hoogheemraadschap wordt uitgeoefend door Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten bepalen in onderling overleg op welke wijze de voorbereiding en besluitvorming zal plaatsvinden over hetgeen ter zake van het gemeenschappelijk toezicht moet worden beslist.
Voor de toepassing van artikel 3.12 van de Waterwet wordt de aanwijzing gegeven door gedeputeerde staten van de provincie op wier grondgebied in hoofdzaak het besluit betrekking heeft.
Provinciale Staten van Zuid-Holland zijn bevoegd tot besluitvorming omtrent wijzigingen van dit reglement indien en voorzover deze van beperkte strekking zijn.