Paragraaf 2 Commissievergaderingen
Artikel 16 Agenda en vergaderfrequentie
- 1.
Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda, onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 3.
De vergaderingen van de commissies vinden plaats volgens een jaarlijks door de agendacommissie vast te stellen rooster. De vergaderingen van de commissies worden in beginsel eenmaal per maand gehouden (in een periode van 1 week), starten om 19.30 uur en worden gehouden in de raadzaal van het gemeentehuis.
- 4.
De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een van het rooster afwijkende dag en een ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 17 Deelname aan beraadslagingen
- 1.
De burgemeester en de wethouders kunnen in de vergadering aanwezig zijn en deelnemen aan de beraadslagingen. Het college kan zich laten bijstaan.
- 2.
De commissie kan bepalen dat anderen deelnemen aan de beraadslaging. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één van de leden van de commissie genomen.
Artikel 18 Spreekrecht
- 1.
Inwoners en andere betrokkenen hebben spreekrecht. Zij kunnen het woord voeren in de commissievergadering.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
een onderwerp dat beeldvormend staat geagendeerd.
- 3.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken kan dit doen over:
- a.
een onderwerp op de agenda bij het betreffende agendapunt; spreker meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier.
- b.
een onderwerp vreemd aan de agenda in het spreekuur van de commissie. Degene die van het spreekuur gebruik wil maken, kan dit tot 14 dagen voorafgaande aan de vergadering bij de griffie melden. De griffier brengt dit ter beoordeling in bij de vergadering van de agendacommissie.
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding.
- 5.
Elke spreker (artikel 3a) krijgt, in beginsel, maximaal 5 minuten het woord. De leden van de commissie kunnen vragen stellen aan de spreker. De totale tijd voor sprekers bedraagt per agendapunt maximaal 30 minuten. In bijzondere gevallen kan de voorzitter hiervan afwijken.
- 6.
De voorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
- 7.
Per commissievergadering worden maximaal 2 sprekers ingepland voor het spreekuur van de commissie (artikel 3b). Eventuele overige aanmeldingen schuiven, op volgorde van aanmelding, door naar de volgende commissievergadering.
Artikel 19 Vragen en mededelingen
De commissieleden en het college kunnen in de vergadering bij het agendapunt “vragen en mededelingen” het woord voeren over niet op de agenda geplaatste onderwerpen.
Artikel 20 Vervolgprocedure
- 1.
Na de behandeling van agendapunten ter voorbereiding van besluitvorming, neemt de commissie een besluit of het onderwerp geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering
- 2.
Indien het onderwerp geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering besluit de commissie of het onderwerp als een hamerstuk of bespreekstuk geagendeerd kan worden
- 3.
Indien het onderwerp niet geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering schuift het door naar een volgende commissievergadering.
Artikel 21 Verslag en Besluitenlijst
- 1.
Van de vergadering wordt een besluitenlijst en een audioverslag gemaakt. Deze audio-verslaglegging dient als archief voor de verslaglegging.
- 2.
De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld en wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt.
- 3.
Het audioverslag is zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar beschikbaar op de gemeentelijke website en wordt bij publicatie geïndexeerd op agendapunt en spreker.
Paragraaf 3 Raadsvergaderingen
Artikel 22 Raadsvergaderingen
- 1.
In de raadsvergadering vindt de besluitvorming over de geagendeerde onderwerpen plaats.
- 2.
In de raadsvergadering is er geen mogelijkheid tot inspreken van de burgers en andere betrokkenen.
- 3.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad de presentielijst.
Artikel 23 Agenda en vergaderfrequentie
- 1.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raad onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 3.
De vergaderingen van de raad vinden plaats volgens een jaarlijks door de agendacommissie vast te stellen rooster. De vergaderingen van de raad vinden in beginsel eenmaal per maand op een donderdag plaats, starten om 19.30 uur en worden gehouden in de raadzaal van het gemeentehuis.
- 4.
De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een van het rooster afwijkende dag en een ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 24 Moment van Stilte
Voorafgaande aan de opening en na afloop van de raadsvergadering is er een moment van stilte, waarin ieder raadslid ruimte krijgt in stilte voor gebed en/of meditatie.
Artikel 25 Vergaderorde en spreekregels
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
In de eerste termijn mag een spreker niet in zijn betoog worden gestoord. De leden van de raad en de collegeleden spreken in de eerste termijn vanaf de katheder.
- 3.
In de tweede termijn mag een spreker in zijn betoog worden gestoord middels een interruptie. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. De leden van de raad en de collegeleden spreken in de tweede termijn vanaf hun plaats aan de raadstafel.
- 4.
Een ieder voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem gekregen te hebben.
- 5.
Een lid van de raad en de voorzitter kunnen in een vergadering een voorstel van orde doen. De raad beslist hier direct over.
Artikel 26 Deelname aan de beraadslagingen
- 1.
De leden van het college zijn in de vergadering aanwezig en kunnen deelnemen aan de beraadslagingen.
- 2.
De raad kan bepalen dat anderen deelnemen aan de beraadslaging. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één van de leden van de raad genomen.
Artikel 27 Schorsing
Op verzoek van een lid van de raad, op verzoek van het college of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de vergadering voor een door hem te bepalen tijd te schorsen om de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad.
Artikel 28 Afronding en vervolgprocedure
- 1.
Nadat de meningen zijn gewisseld, sluit de voorzitter de beraadslagingen, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Bij de sluiting van de beraadslagingen over een onderwerp bepaalt de raad op voorstel van de voorzitter de vervolgprocedure.
Artikel 29 Primus bij hoofdelijke stemming
Bij de raadsvergadering wordt, alvorens tot hoofdelijke stemming wordt overgegaan, door de voorzitter
meegedeeld, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting
een volgnummer van de presentielijst aangewezen.
Artikel 30 Algemene bepalingen over stemming
- 1.
De voorzitter vraagt, of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.
- 2.
Indien er geen stemming wordt verlangd, kunnen de in de vergadering aanwezige leden aantekening vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.
- 3.
Voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag kort te motiveren.
- 4.
Bij hoofdelijke stemming kunnen de aanwezige leden aangeven, dat zij geacht willen worden zich op grond van artikel 28 van de Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.
- 5.
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid dat daarvoor bij loting is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.
- 6.
De leden brengen hun stem uit door het woord “voor” of “tegen” uit te spreken, zonder enige toevoeging.
- 7.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 31 Stemming over amendementen en moties
- 1.
Indien een amendement op een voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.
- 2.
Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.
- 3.
Indien twee of meer (sub-)amendementen zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover wordt gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende (sub-)amendement het eerst in stemming wordt gebracht.
- 4.
Indien bij een voorstel dat op de agenda staat een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 32 Stemming over personen
- 1.
Indien, conform artikel 31 van de Gemeentewet, een stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen moet plaatshebben, benoemt de voorzitter twee leden tot stembureau.
- 2.
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren.
- 3.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de voorzitter.
Artikel 33 Verslag en Besluitenlijst
- 1.
Van de vergadering wordt een besluitenlijst en een audioverslag gemaakt. Deze audio-verslaglegging dient als archief voor de verslaglegging.
- 2.
De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de raad vastgesteld.
- 3.
De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt.
- 4.
Het audioverslag is zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar beschikbaar op de gemeentelijke website en wordt bij publicatie geïndexeerd op agendapunt en spreker.