Organisatie | Valkenburg aan de Geul |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling opleiding en ontwikkeling gemeente Valkenburg aan de Geul 2014 |
Citeertitel | Regeling opleiding en ontwikkeling gemeente Valkenburg aan de Geul 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 09-03-2017 | Onbekend | 11-02-2014 Onbekend | Onbekend |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul.
2.Medewerker De ambtenaar bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, met uitzondering van medewerkers in de zin van artikel 1:2:1 leden 2 tot en met 4.
Met de medewerker wordt gelijk gesteldde in dienst van de gemeente Valkenburg aan de Geul te treden persoon die nog niet aan alle opleidingseisen voldoet voor de functie. De strekking van deze regeling is van overeenkomstige toepassing waarbij indeling in een categorie opleidingen als bedoeld in artikel 5 benaderd wordt als zijnde een opleiding gericht op veranderingen gerelateerd aan de kwaliteiten en inzetbaarheid als beschreven in categorie 3.
Deze benadering vindt ook haar toepassing bij nieuwe medewerkers.
Een advies door een intern of extern deskundige met betrekking tot de huidige loopbaan en toekomstige loopbaanwensen en – mogelijkheden.
Activiteiten ten behoeve van ambtenaren voor wie burgemeester en wethouders op grond van artikel 10d:5 van de CAR/UWO binnen de re-integratiefase verplichtingen heeft om inspanningen te verrichten met als doel een andere functie binnen of buiten de organisatie te vinden.
Het geheel van kennis, vaardigheden, houding en persoonlijke eigenschappen, vastgelegd in het competentiewoordenboek van de gemeente Valkenburg aan de Geul, dat onderscheiden bijdraagt aan succesvol functioneren en daarmee aan het realiseren van organisatiedoelen;
Een verzameling van voor een bepaalde functie(groep) meest relevante competenties incl. de voor de gehele organisatie geldende generieke competenties.
De leidinggevende en de ambtenaar leggen in een Persoonlijk Ontwikkelingsplan de afspraken vast over de loopbaanontwikkeling en de vereiste competenties van de ambtenaar, en de in dat kader door hem te volgen opleiding en de te ondernemen leeractiviteiten.
Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan wordt ten minste één keer per drie jaar door leidinggevende en medewerker opgesteld en door de werkgever vastgesteld. De leidinggevende zal tijdens een POP-gesprek in elk geval ingaan op de generieke competenties van de organisatie en de functie specifieke competenties uit het competentieprofiel van de medewerker en zonodig over de ontwikkeling daarvan met de medewerker afspraken maken.
De gemaakte afspraken vanuit het Persoonlijk Ontwikkelingsplan worden opgenomen in een opleidingsplan en opgenomen in het persoonsdossier. Als er kosten zijn verbonden aan de uitvoering van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan kan er alleen uitvoering gegeven worden als er, indien van toepassing, door de medewerker een terugbetalingsverklaring als genoemd in artikel 13 is ondertekend.
In het Persoonlijk Ontwikkelingsplan worden afspraken vastgelegd over studiefaciliteiten zoals genoemd in deze regeling, die de werkgever verleent en die de ambtenaar in staat moet stellen de gemaakte afspraken uit te voeren.
In het Persoonlijk Ontwikkelingsplan worden afspraken vastgelegd over één of meer van de volgende onderwerpen:
Indien aan de orde dient in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan nadrukkelijk te worden aangegeven of er sprake is van noodzakelijke en een verplichte opleiding/cursus/seminar in de zin van artikel 15:1:26 van de CAR/UWO. Opleidingsactiviteiten in de zin van genoemd artikel kunnen door burgemeester en wethouders worden opgelegd en zijn gericht op het correct kunnen uitoefenen van de huidige functie.
van burgemeester en wethouders aangewezen deskundige.
Artikel 4 Studieadvies en psychologisch onderzoek
Ten behoeve van een op te stellen Persoonlijk Ontwikkelingsplan kunnen burgemeester en wethouders, al dan niet op verzoek van de medewerker, een gericht studieadvies inwinnen.
Lid 2 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de medewerkers een onderzoek of assessment doen instellen.
Artikel 5 Categorieën opleidingen
In deze regeling wordt verstaan onder opleidingen :
Opleidingen die betrekking hebben op de verbetering van vakdeskundigheid om te voldoen aan de opleidingseisen van de functie
Opleidingen die betrekking hebben op veranderingen op het gebied van wet- en regel-
geving of andere veranderingen tengevolge van ontwikkelingen die van invloed zijn op
de inhoud van de functie en taken, relevant voor de functiehouder.
3.Opleidingen gericht op veranderingen gerelateerd aan de kwaliteiten van de medewerker en inzetbaarheid voor de organisatie. (op langere termijn)
3. Veranderingen in de uitstroom van aanwezige kennis als gevolg van verloop zodat een
3. adequate bezetting gegarandeerd is.
4.Loopbaanontwikkeling/mobiliteit (wensen en ambities buiten de organisatie) van de medewerker (in ontwikkeling).
5.Opleidingen in het kader van re-integratieactiviteiten conform hoofdstuk 10d van de
6.Overige opleiding, vorming en training (hobby, interesse niet specifiek aan werk
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een opleidingsplan vast en dragen hierbij zorg voor een evenwichtige afspiegeling van de belangen van de werkgever en de belangen van de medewerkers in het opleidingsplan. Dit plan wordt ter kennisname voorgelegd aan de ondernemingsraad.
Het opleidingsbudget wordt jaarlijks vastgesteld en de hoogte van het opleidingsbudget moet in overeenstemming zijn met het opleidingsplan.
Voor elke medewerker is per kalenderjaar een individueel loopbaanbudget beschikbaar van € 500,-. Dit budget is bedoeld voor loopbaangerelateerde activiteiten welke een reëel loopbaanperspectief bieden. Alleen indien een bestemming is overeengekomen kan het individueel loopbaanbudget worden opgespaard naar een volgend jaar. Anders vervalt het budget aan het einde van het jaar.
Te volgen noodzakelijke opleidingen die bij het opstellen van het opleidingsplan op afdelingsniveau c.q. organisatieniveau nog niet waren te voorzien, kunnen lopende het kalenderjaar bij hoge uitzondering alsnog toegekend worden.
Daarnaast bestaat er voor de jaren 2014, 2015 en 2016 het individueel 55+ budget onder de navolgende voorwaarden:
De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en wethouders bij de verlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de opleiding/leeractiviteit, dan wel de opgenomen termijn in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid bedoelde termijn met één jaar verlengen, tenzij dit het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de medewerker. De termijn van toekenning van opleidingsfaciliteiten voor studie en persoonlijke ontwikkeling kan hiermee worden verlengd.
Van aantoonbare nalatigheid is in ieder geval sprake indien de medewerker meer dan 20% van de lessen / bijeenkomsten niet aanwezig was.
Opleidingskosten verband houdend met een opleiding komen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze is opgenomen in het persoonlijk ontwikkelingsplan en past binnen de categorieën 1, 2, 3, 4 of 5 zoals genoemd in artikel 5 van deze regeling. Afhankelijk van de categorie bedraagt de vergoeding van de opleidingskosten als bedoeld onder a en b in het vorige lid, resp. 100% (categorie 1 en 2), 75% (categorie 3 ) en 25% (categorie 4). Vergoeding van opleidingskosten zoals bedoeld in categorie 5 vindt plaats op basis van de gemaakte afspraken tussen burgemeester en wethouders en ambtenaar met een maximum van het in artikel 10d:9 lid 4 van de CAR/UWO genoemde bedrag. Opleidingen die vallen onder categorie 6 komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Verplicht voorgeschreven boeken en syllabi komen voor vergoeding in aanmerking op basis van het gestelde in het vorige lid. Niet vergoed worden schrijfbenodigdheden, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi.
Reis- en verblijfkosten worden vergoed op basis van de vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten van de gemeente Valkenburg aan de Geul. De hoogte van de vergoeding is per categorie in overeenstemming met de genoemde percentages in lid 2.
Een ambtenaar in voltijd dienst die een opleiding volgt, wordt geheel dan wel gedeeltelijk verlof met behoud van bezoldiging verleend, benodigd voor daadwerkelijke deelname aan de opleiding (incl. tentamens en examens). De hiermee gepaard gaande werktijd wordt als studieverlof beschouwd. Bestede tijd aan de opleiding buiten overeengekomen werktijden wordt op generlei wijze gecompenseerd, tenzij er sprake is van een opleiding die valt onder categorie 1 en 2.
De ambtenaar wordt in ieder geval geacht verlofuren in te zetten voor het volgen van lessen indien hij zelf dient bij te dragen in de benodigde studietijd op basis van het gestelde in dit artikel.
De ambtenaar die in deeltijd werkt, kan de tijd die verband houdt met het volgen van een opleiding c.q. met deelname aan tentamens en examens als bedoeld in categorie 1 en 2, die buiten eigen werktijd valt maar die valt binnen de werktijd van een voltijd medewerker, in dezelfde week compenseren.
De verloffaciliteiten behorend bij opleidingen die vallen onder de categorieën 3 en 4 zijn op de deeltijdmedewerker van overeenkomstige toepassing waarbij het maximaal aantal te compenseren uren c.q. toe te kennen aantal verlofuren naar rato van de omvang van het dienstverband wordt berekend.
De werkgever verplicht zich tot het verlenen van medewerking aan het volgen van een opleiding behorend tot categorie 1 t/m 5, zodat de ambtenaar in staat gesteld wordt zijn lessen te kunnen volgen, door de desbetreffende ambtenaar desgevraagd verlof te verlenen en werktijden/roosters aan te passen.
De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijken van de in artikel 8 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn opleiding/leeractiviteit geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan burgemeester en wethouders mede te delen, tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd. Halverwege het opleidingstraject informeert de ambtenaar diens afdelingshoofd over de voortgang van het opleidingstraject.
De kosten van een opleiding/leeractiviteit of een deel daarvan, dienen terug te worden betaald indien de ambtenaar op eigen verzoek wegens het aanvaarden van een dienstbetrekking buiten de organisatie of ten gevolge van aan het zichzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de opleiding waarvoor vergoeding is toegekend dan wel binnen een termijn van 12 maanden na afronding van de opleiding/leeractiviteit.
De terugbetalingstermijn wordt bepaald aan de hand van de kosten van de gehele opleiding/leeractiviteit.
Bij opleidingen/leeractiviteiten waarvan de kosten € 1000,- of lager zijn is er geen terugbetalingsverplichting, tenzij er sprake is van een situatie waarbij sprake is van het niet voldoen aan de verplichtingen als bedoeld in lid 2 of ontslag door zichzelf te wijten feiten of omstandigheden als bedoeld in lid 3. Bij opleidingen/leeractiviteiten waarvan de kosten hoger zijn dan € 1000,- geldt een terugbetalingstermijn van een jaar na afronding.
Indien burgemeester en wethouders op grond van door hen ingewonnen inlichtingen van oordeel zijn, dat een ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie binnen de termijn, bedoeld in artikel 8 te volbrengen, zijn zij bevoegd de verleende studiefaciliteiten – al dan niet tijdelijk – in te trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aan hem zelf zijn te wijten.
De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die burgemeester en wethouders voor de toepassing van deze regeling nodig achten. In ieder geval dient hij burgemeester en wethouders bericht te zenden van zijn besluit tot staken van zijn studie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet een bijzondere voorziening te treffen.
Deze regeling is van toepassing op opleidings- en leeractiviteiten die aanvangen na het in werking treden van deze regeling, i.c. na 1 januari 2013.
Indien toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijke situatie voor de betrokken ambtenaar, dan kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de betrokken medewerker in een voor de medewerker gunstige zin van deze regeling afwijken.
Indien er geen consensus bestaat over de inhoud van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan en/of een verzoek voor studiefaciliteiten, kan de ambtenaar bezwaar maken tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Deze regeling kan worden aangehaald als de regeling opleiding en ontwikkeling gemeente Valkenburg aan de Geul 2013 en treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.