Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen met betrekking tot een individuele voorziening in natura en persoonsgebonden budget
Artikel 2 Gecontracteerde aanbieders
- 1.
Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde individuele voorziening in natura wordt de jeugdige of zijn ouders de mogelijkheid geboden om uit deze aanbieders een keuze te maken.
- 2.
Alleen het gemeentelijk aanbod van jeugdvoorzieningen als bedoeld in artikel 2, lid 2 van de Verordening wordt door de gemeente betaald.
- 3.
De jeugdige of zijn ouders mogen met een persoonsgebonden budget diensten van een niet door de gemeente gecontracteerde aanbieder betrekken, mits aan de voorwaarden voor toekenning van een persoonsgebonden wordt voldaan.
Artikel 3 Beëindiging PGB en individuele voorziening in natura
Het PGB wordt beëindigd:
- a.
op de eerste dag van de maand volgend op de maand dat de client is overleden dan wel niet langer staat ingeschreven in het Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Deventer;
- b.
met ingang van de dag vanaf de jeugdige of zijn ouders schriftelijk heeft aangegeven geen prijs meer te stellen op de verstrekte individuele voorziening.
Artikel 4 Bestedingsmogelijkheden persoonsgebonden budget
- 1.
De volgende onderdelen mogen niet uit het persoonsgebonden budget worden betaald:
- a.
administratiekosten die de cliënt bij derden heeft belegd.
- b.
bemiddelingskosten door een derde.
- c.
feestdagenuitkering, met uitzondering van professionele hulpen.
- 2.
Het persoonsgebonden budget mag niet worden besteed voor ondersteuning in het buitenland.
- 3.
Uit het persoonsgebonden budget mag:
- a.
een vergoeding voor reiskosten worden betaald vanaf 6 kilometer van de woning van de hulpverlener op basis van maximaal belastingvrije bedrag € 0,19 per kilometer met een maximum van 150 kilometer per hulpverlener heen en terug naar de woning van de cliënt;
- b.
het lidmaatschap van een belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget worden betaald.
- 4.
ls een vast arbeidspatroon opgenomen in het zorgcontract met de professionele hulpverlener dan wordt op basis van een vast maandloon uitbetaald.
Artikel 5 Gewijzigde omstandigheden tijdens de gebruiksduur
1. Indien de gebruiksduur van de individuele voorziening waarvoor een persoonsgebonden budget is
verstrekt, nog niet is verstreken, kan een - aanvullend - persoonsgebonden budget worden verstrekt in de volgende situaties:
- a.
er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de individuele voorziening noodzakelijk maakt;
- b.
er is sprake van een calamiteit die de jeugdige of zijn ouders niet is te verwijten.
Artikel 6 Uitruil tussen voorzieningen
Uitruil tussen voorzieningen is alleen mogelijk als hierover afspraken zijn gemaakt in het familiegroepsplan.
Artikel 7 Gebruikelijke Zorg
De beoordeling van gebruikelijke zorg wordt gebaseerd op de Beleidsregels AWBZ en hoofdstuk 4 van de CIZ Indicatiewijzer.
Artikel 8 Bekwaamheid van de aanvrager
Geen persoonsgebonden budget wordt aan jeugdige of zijn ouders verstrekt indien:
- a.
deze of zijn ouders handelingsonbekwaam zijn;
- b.
de ouders als gevolg van dementie, een verstandelijke handicap of ernstige psychische problemen onvoldoende inzicht hebben in de eigen situatie;
- c.
er bij de jeugdige of ouders sprake is van verslavingsproblematiek;
- d.
er bij de jeugdige of ouders sprake is van schuldenproblematiek;
- e.
door de jeugdige of ouders eerder misbruik is gemaakt van het gebruik van een persoonsgebonden budget;
- f.
aan de jeugdige of de ouders in de afgelopen drie jaren, voorafgaand aan de datum van het gesprek, een persoonsgebonden budget is verleend en waarbij niet is voldaan aan de voorwaarden van het persoonsgebonden budget;
- g.
er overige zwaarwegende bezwaren bestaan tegen het verstrekken van een persoonsgebonden budget.
Hoofdstuk 6 Inwerkingtreding
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit Jeugdhulp gemeente Deventer 2015” en treedt in werking op 1 januari 2015.