Overheidsorganisatie | Gemeente Deventer |
---|---|
Officiële naam regeling | Besluit Jeugdhulp gemeente Deventer 2015 |
Citeertitel | Besluit Jeugdhulp Gemeente Deventer 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Jeugdwet en Verordening Jeugdhulp gemeente Deventer 2015
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-04-2015 | 20-11-2015 | Onbekend | 03-03-2015 Gemeenteblad, 17 april 2015 | 2015-000241 |
Het college van de gemeente Deventer,
overwegende, dat de Verordening Jeugdhulp gemeente Deventer 2015 de bevoegdheid geeft om nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in voornoemde verordening;
B E S L U I T:
vast te stellen het Besluit Jeugdhulp gemeente Deventer 2015:
In dit Besluit wordt verstaan onder:
Professionele hulp: de zorg verleend door mensen die daar een diploma voor hebben en die daarvoor betaald worden;
Niet-professionele hulp: die zorg die geleverd wordt door mantelzorgers én vrijwilligers. Het gaat hierbij om activiteiten in aanvulling op zorg die door professionele krachten geleverd wordt.
Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp behorende bij de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp gemeente Deventer 2015.
1. Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde individuele voorziening in natura wordt de jeugdige of zijn ouders de mogelijkheid geboden om uit deze aanbieders een keuze te maken.
2. Alleen het gemeentelijk aanbod van jeugdvoorzieningen als bedoeld in artikel 2, lid 2 van de Verordening wordt door de gemeente betaald.
3. De jeugdige of zijn ouders mogen met een persoonsgebonden budget diensten van een niet door de gemeente gecontracteerde aanbieder betrekken, mits aan de voorwaarden voor toekenning van een persoonsgebonden wordt voldaan.
Het PGB wordt beëindigd:
op de eerste dag van de maand volgend op de maand dat de client is overleden dan wel niet langer staat ingeschreven in het Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Deventer;
met ingang van de dag vanaf de jeugdige of zijn ouders schriftelijk heeft aangegeven geen prijs meer te stellen op de verstrekte individuele voorziening.
1. De volgende onderdelen mogen niet uit het persoonsgebonden budget worden betaald:
administratiekosten die de cliënt bij derden heeft belegd.
bemiddelingskosten door een derde.
feestdagenuitkering, met uitzondering van professionele hulpen.
2. Het persoonsgebonden budget mag niet worden besteed voor ondersteuning in het buitenland.
3. Uit het persoonsgebonden budget mag:
een vergoeding voor reiskosten worden betaald vanaf 6 kilometer van de woning van de hulpverlener op basis van maximaal belastingvrije bedrag € 0,19 per kilometer met een maximum van 150 kilometer per hulpverlener heen en terug naar de woning van de cliënt;
het lidmaatschap van een belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget worden betaald.
Een ouder een mantelzorgvergoeding betalen als de mantelzorger meer dan 10 uur mantelzorg verleent met een maximum van € 750,-- per maand.
4. ls een vast arbeidspatroon opgenomen in het zorgcontract met de professionele hulpverlener dan wordt op basis van een vast maandloon uitbetaald.
1. Indien de gebruiksduur van de individuele voorziening waarvoor een persoonsgebonden budget is
verstrekt, nog niet is verstreken, kan een - aanvullend - persoonsgebonden budget worden verstrekt in de volgende situaties:
er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de individuele voorziening noodzakelijk maakt;
er is sprake van een calamiteit die de jeugdige of zijn ouders niet is te verwijten.
Uitruil tussen voorzieningen is alleen mogelijk als hierover afspraken zijn gemaakt in het familiegroepsplan.
Geen individuele voorziening wordt toegekend als er sprake is van gebruikelijke zorg. Voor het bepalen van de gebruikelijke zorg wordt gebruik gemaakt van het laatst vastgestelde Protocol Gebruikelijke Zorg van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het protocol maakt onderdeel uit van dit Besluit.
Geen persoonsgebonden budget wordt aan jeugdige of zijn ouders verstrekt indien:
deze of zijn ouders handelingsonbekwaam zijn;
de ouders als gevolg van dementie, een verstandelijke handicap of ernstige psychische problemen onvoldoende inzicht hebben in de eigen situatie;
er bij de jeugdige of ouders sprake is van verslavingsproblematiek;
er bij de jeugdige of ouders sprake is van schuldenproblematiek;
door de jeugdige of ouders eerder misbruik is gemaakt van het gebruik van een persoonsgebonden budget;
aan de jeugdige of de ouders in de afgelopen drie jaren, voorafgaand aan de datum van het gesprek, een persoonsgebonden budget is verleend en waarbij niet is voldaan aan de voorwaarden van het persoonsgebonden budget;
er overige zwaarwegende bezwaren bestaan tegen het verstrekken van een persoonsgebonden budget.
1. De (uur) tarieven voor jeugdhulp in natura worden bepaald op basis van door de gemeente afgesloten inkoopcontracten en zoals dit nader is uitgewerkt in het regionale voorzieningenboek Jeugd.
2. De(uur)tarieven van een persoonsgebonden budget voor de inzet van professionele hulp bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste compenserende individuele voorziening in natura als bedoeld in het eerste lid.
3. Het PGB tarief voor niet-professionele hulp informele hulp bedraagt 75% van het zorg in natura tarief met een maximum van € 20,- per uur.
Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit Jeugdhulp gemeente Deventer 2015” en treedt in werking op 1 januari 2015.