Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Burgerinitiatief gemeente Woudrichem |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief gemeente Woudrichem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikelen 147, 149, jo. 108 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-07-2005 | nieuwe regeling | 05-07-2005 onbekend | nr. 050 agendapunt 14 raadsvergadering 05 juli 2006 |
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.
Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Woudrichem, alsmede ingezetenen van de gemeente Woudrichem van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.
De burgemeester in zijn functie van voorzitter van de gemeenteraad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.
Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.
De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk via het burgerjaarverslag als bedoeld in artikel 170, lid 2, van de Gemeentewet.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Woudrichem van 5 juli 2005.
De raad voornoemd,
de griffier, A. Bakker
de voorzitter, C.J.J.A. Leijten
Verordening Burgerinitiatief gemeente Woudrichem
In deze verordening is er voor gekozen de term “burgerinitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend.
Een “burgerinitiatiefvoorstel” omvat alleen concrete voorstellen aan de gemeenteraad. Een voorbeeld hiervan is het voorstel om in een buurt bepaalde verkeersvoorzieningen aan te brengen.
Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de raadsagenda moet plaatsen als er sprake is van een geldig verzoek. De gemeenteraad zal zich dan in ieder geval erover moeten uitspreken. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wie initiatiefgerechtigd is.
De raad is vrij in het vaststellen van het minimum aantal initiatiefgerechtigden dat een verzoek moet ondersteunen. Voorgesteld wordt om daarvoor 50 te nemen. Een te lage drempel kan leiden tot een stortvloed van voorstellen. Een te hoge drempel kan verhinderend werken en daardoor het burgerinitiatief in de kiem smoren. De ervaring zal snel uitwijzen of het aantal van 50 naar beneden of naar boven bijgesteld moet worden.
Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is een aanvulling op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt.
Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Zij hebben de raad gekozen. Met het burgerinitiatief kunnen burgers bij de besluitvorming van de raad betrokken worden en die eventueel beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. De groep initiatiefgerechtigden wordt uitgebreid door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan wordt het moment van indiening genomen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan alle eisen zijn verschillende gegevens nodig. Dat wordt geregeld in artikel 5.
Deze beperkingen vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is niet efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover zij niets te vertellen of te beslissen heeft.
Een vraag over gemeentelijk beleid hoort niet thuis in een burgerinitiatief zijn. Daar zijn andere wegen voor, zoals het spreekrecht in een commissie, of gewoon brieven naar college of raad.
Het burgerinitiatief is niet bedoeld om andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtenprocedure te doorkruisen. De bepalingen onder c en d voorkomen dat.
Het is ook niet de bedoeling dat zaken die kortgeleden nog in de raad aan de orde waren door een burgerinitiatief opnieuw op de raadsagenda komen. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Bovendien zou het belanghebbenden bij het eerder genomen raadsbesluit in onzekerheid plaatsen. De raad maakt zelf uit welke ‘wachttijd’ zij neemt. Gekozen is hier voor een termijn van de huidige raadsperiode. In de praktijk is dit van beperkte betekenis. Het is te omzeilen. Men kan immers het initiatief zodanig aanpassen dat het niet meer hetzelfde is als datgene waarover de raad zich enige tijd tevoren heeft uitgesproken. Het meest aanvaardbaar vanuit democratisch oogpunt is om uit te gaan van vertrouwen in onze burgers.
Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand om het burgerinitiatiefvoorstel bij hem te laten indienen. Aan de vorm van het verzoek zal een aantal eisen ten aanzien van overzichtelijkheid, duidelijkheid, uniformiteit e.d. gesteld moeten worden. Dat gaat het gemakkelijkst door het gebruik van standaardformulieren.
Daarop zal de verzoeker, naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden zoals adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.
Voorbeelden van formulieren zijn opgenomen in bijlagen 1 en 2.
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel snel in behandeling neemt. Dat regelt het eerste lid. Het gaat om een termijn die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er geen tijd is om het voorstel te kunnen controleren. Zaken waarover de raad niet gaat, kan hij doorsturen naar het college, met name als het college wel bevoegd is.
Het vierde tot en met het zesde lid zijn er voor om de burger betrokken te houden bij de verdere afhandeling van zijn burgerinitiatiefvoorstel. Het zesde lid bepaalt dat de verzoeker altijd schriftelijk op de hoogte gesteld wordt. Dat kan dus een mededeling zijn dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit. Wordt het verzoek door de raad afgewezen, dan is dát een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is dan bezwaar bij de raad en daarna eventueel beroep op de rechter mogelijk.
Besluit de raad om het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Het voorstel komt dan op de agenda van de volgende raadsvergadering.
De beslissing over het initiatiefvoorstel zelf, kán een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht zijn. In dat geval bestaat de mogelijkheid van bezwaar en beroep. Bijvoorbeeld als de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen.Dat valt onder de besluiten die art. 8:2 Awb uitsluit van bezwaar en beroep.
Er is in deze verordening voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het burgerinitiatiefvoorstel omgaat. Er is niet bedoeld dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de volle raad beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatiefvoorstel kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan.
Volgens artikel 170, tweede lid, van de Gemeentewet, brengt de burgemeester een burgerjaarverslag uit, waarin hij in ieder geval rapporteert over de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie. Daarom moet de burgemeester in het burgerjaarverslag ook rapporteren over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.
Bijlage 1: Verzoekburgerinitiatiefvoorstel
(art. 5, lid 3, Verordening Burgerinitiatief gemeente Woudrichem).
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/ onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:………………………………………………………
Toelichting op voorstel/ onderwerp:…………………………………………………………………
Naam:…………………………………………………………………………………………………………………
Eerste voornaam en verdere voorletters:…………………………………………………………..
Geboortedatum:…………………………………………………………………………………………………
Adres:…………………………………………………………………………………………………………………
Woonplaats:……………………………………………………………….
Naam:…………………………………………………………………………………………………………………
Eerste voornaam en verdere voorletters:………………………………………………………..
Geboortedatum:…………………………………………………………………………………………………
Adres:…………………………………………………………………………………………………………………
Woonplaats:……………………………………………………………….
Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad van Woudrichem en inwoners van de gemeente Woudrichem van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kan (kunnen) een verzoek doen om een voorstel/ onderwerp op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.
Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 50 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.
Het burgerinitiatief mag niet inhouden:
Bijlage 2: Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel
(art. 5, lid 3, Verordening Burgerinitiatief gemeente Woudrichem).
Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/ voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Boven aan de lijst dient het voorstel/ onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/ onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.
Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad van Woudrichem en inwoners van de gemeente Woudrichem van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen.