Organisatie | Gemert-Bakel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2015 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | wmo |
Deze regeling vervangt de regeling Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2014
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning peelgemeente Gemert-Bakel (in werking op 01-01-2015)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 30-12-2017 | nieuwe regeling | 11-12-2014 | Onbekend |
De raad van de gemeente Gemert-Bakel,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014;
gelet op de Gemeentewet artikel 149, alsmede gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke onder- steuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
Maatschappelijke ondersteuning:
1°. bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld,
2°. ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychoso- ciale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving,
op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:
1°. ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen,
2°. ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen,
hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzeke- ringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
HOOFDSTUK 2 PROCEDURE EN CRITERIA MAATWERKVOORZIENING EN TEGEMOETKOMING VOOR MEERKOSTEN
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundige(n) (namens het college) en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger(s) en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of de samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
Een aanvraag voor een maatwerkvoorziening kan schriftelijk, telefonisch, mondeling of elektronisch door of namens de cliënt bij het college worden ingediend.
Artikel 2.7 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. De maatwerkvoorziening levert, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 2.8 Weigeringsgronden maatwerkvoorziening
Een gevraagde voorziening wordt niet toegekend of een gevraagde voorziening wordt afgewezen:
voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de persoon met beperkingen of problemen voorafgaand aan het moment van beschikken op de aanvraag heeft gemaakt, tenzij
het college vooraf uitdrukkelijk schriftelijk toestemming heeft gegeven, of het college de noodzaak, adequaatheid en passendheid van de voorziening en de gemaakte kosten achteraf nog kan beoordelen;
indien een voorziening reeds eerder krachtens deze, of een eerdere Verordening maatschappelijke ondersteuning is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;
Artikel 2.9 Advisering en medewerking
Client alsook diens relevante huisgenoten in het kader van gebruikelijke hulp, hebben
de verplichting mee te werken aan de oproep en bevraagd /of onderzocht te worden. Deze
medewerkingsplicht behelst ook de verplichting om aan het college, gevraagd en ongevraagd,
mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op de voorziening.
HOOFDSTUK 3 BIJDRAGE VOOR VOORZIENINGEN
Artikel 3.1 Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen
Een bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Het pgb wordt zo vastgesteld dat de cliënt daarmee een voorziening kan kopen, huren of betrekken die gelijkwaardig is aan een voorziening in natura. In de regel is het pgb gelijk aan de werkelijke kosten van de door de aanvrager aan te schaffen, te huren of te betrekken voorziening. Maximumbedrag van het pgb is het bedrag dat het college aan haar leverancier of aanbieder betaalt voor de goedkoopst adequate voorziening inclusief, - in geval van hulpmiddelen -, de kosten van onderhoud, reparatie en eventuele kosten verbonden aan een verplichte WA-verzekering. Voor wat betreft de looptijd dan wel de afschrijvingsduur van een pgb voor hulpmiddelen wordt in beginsel aansluiting gezocht bij de afschrijvingstermijn zoals die wordt gehanteerd door de leveranciers met wie de gemeente een contract heeft.
Artikel 5.2 Voorwaarden pgb door personen uit sociaal netwerk
Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden betreffende het tarief, een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt de mogelijkheid heeft om diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk. Daarbij heeft in ieder geval als uitgangspunt te gelden dat bij de inzet van het sociaal netwerk een lager tarief heeft te gelden dan bij de inzet van een professionele derde.
HOOFDSTUK 6 PROCEDURELE BEPALINGEN ROND WIJZIGING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
Artikel 6.1 Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een maatwerkvoorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en uit eigen beweging aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
HOOFDSTUK 7 KWALITEIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
Het college kan, uit het oogpunt van beoordeling kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, onderzoek doen naar de bestedingen van pgb’s.
HOOFDSTUK 8 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 8.2 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Krachtens de Verordening WMO-Adviesraad betrekt het college, ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze regels, indien toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 9.3 Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2014 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van onderhavige verordening, worden afgehandeld krachtens de Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2014