Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Giessenlanden

Marktverordening Giessenlanden 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGiessenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening Giessenlanden 2015
CiteertitelMarktverordening Giessenlanden 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-201517-10-2019Vervangt Standplaatsen- en ventvergunningenverordening Giessenlanden 1987

26-03-2015

Officiele Bekendmakingen

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening Giessenlanden 2015

Raadsbesluit 2014-96

Zaaknummer : 14-16307 - 336

De raad van de gemeente Giessenlanden;

Gelezen het raadsvoorstel van 10 februari 2015;

Gelet op artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet;

B e s l u i t:

  • -

    in te trekken de “Standplaatsen- en ventvergunningenverordening Giessenlanden 1987”

  • -

    vast te stellen de “Marktverordening Giessenlanden 2015”

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.

De verordening is niet van toepassing op jaarmarkten, braderieën en individuele standplaatsen op grond van de APV.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

  • 2.

    Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-vergunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-vergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

Artikel 3. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4.

    Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste-vergunning heeft voor de betrokken markt.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan kan eveneens niet worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-vergunningen

Artikel 5. Wachtlijststelsel

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de kandidaten voor een vaste-vergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 2.

    Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;

    • d.

      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 3.

    De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 4.

    De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste-vergunning is toegekend, als hij reeds 3 keren heeft afgezien van een vaste-vergunning waarvoor hij overeenkomstig het volgende lid in aanmerking kwam,op zijn schriftelijke aanvraag, na zijn overlijden, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

  • 5.

    Als er ruimte is om een nieuwe vaste-vergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning dient daarvoor binnen 4 weken een aanvraag in te dienen.

Artikel 6. Overschrijven vaste-vergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste-vergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator devergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 1 jaar in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-vergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-vergunning [voor de betrokken markt] beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 7. Intrekking en vervallen vaste-vergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders trekken een vaste-vergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 6.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-vergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste 2 maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 228 van de Gemeentewet;

    • e.

      als de vergunninghouder na door burgemeester en wethouders te zijn aangeschreven, nog steeds niet voldoet aan de voorschriften en voorwaarden van de vergunning;

    • f.

      als de vergunninghouder niet voldoet aan het bepaalde in deze verordening;

    • g.

      als instandhouding van de vergunning voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen in deze verordening te dienen doelen. Behoudens in het geval er sprake is van een dringend belang, wordt dit minimaal een jaar vóórdat de vergunning wordt ingetrokken aan belanghebbende(n) bekendgemaakt.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste-vergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-vergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerkingdegenen die daarvoor een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan de branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 228 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen en kan maximaal 3 maal worden verleend voor dezelfde markt.

  • 5.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 10. Bijstand

De houder van een vaste-vergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 11. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 12. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan 1 uur voor de aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 13. Markt veilig & schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

  • 3.

    Een vergunninghouder dient de veiligheid van de verkoopinrichting, uitstalling, stroomkabels en de directe omgeving om de verkoopinrichting heen te waarborgen.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 14. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 15. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 16. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 17. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Standplaatsen- en ventvergunningenverordening Giessenlanden 1987wordt ingetrokken.

  • 2.

    De krachtens de Standplaatsen- en ventvergunningenverordening Giessenlanden 1987vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 3.

    Een krachtens de Standplaatsen- en ventvergunningenverordening Giessenlanden 1987 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleendkrachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Standplaatsen- en ventvergunningenverordening Giessenlanden 1987 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Giessenlanden 2015.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Giessenlanden van 26 maart 2015.

De griffier,

mevr. mr. A. van Dijk - van den Hoef

De voorzitter,

ir. W.E. ten Kate

Toelichting

Artikel I: Marktverordening 2015

 

Algemeen

 

Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Daarnaast vindt er een dereguleringsslag plaats. Op basis van de oude verordening moeten standplaatshouders jaarlijks een vergunning aanvragen. Op basis van deze verordening krijgen standplaatshouders een vergunning voor onbepaalde tijd.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Toepassingsgebied

 

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet (hierna: Gemw) kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen).

Wanneer er sprake is van een markt of losse standplaats is afhankelijk van de gemeente en de grootte van de weekmarkt. In de jurisprudentie wordt bijvoorbeeld bij 6 tot 8 standplaatsen bij elkaar gesproken van marktvorming of naar aanleiding van de plaatselijke situatie het als een markt kan worden aangemerkt. In dat geval dient het college een groep standplaatsen als markt in te stellen en is de marktverordening van toepassing. Dit betekent dat niet alles in de standplaatsvergunning hoeft te worden geregeld. Daarnaast kan er ook een gebied als markt ingesteld worden daar waar nog geen markt is ontstaan.

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening. De APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën, standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten. Uit de in APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemw ingestelde markten.

 

Artikel 2. Inrichtingsplan

 

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is en welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.

Voor alle markten geldt hetzelfde wachtstelsel voor het toekennen van nieuwe vergunningen (wachtlijststelsel). De marktverordening vermeldt alleen dit stelsel en kan daardoor in het inrichtingsplan achterwege blijven.

 

Artikel 3. Vergunningen

 

Vaste-vergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’. Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen.

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 4) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 4) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 4) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

 

Artikel 4. Mandaatverboden

 

Inrichtingsplannen zijn van een zo’n belang voor het ordenen van de markten dat ze door burgemeester en wethouders zelf behoren te worden vastgesteld.

 

Artikelen 5. Wachtlijststelsel

 

Om in aanmerking te komen voor een standplaats op één van de warenmarkten waarop deze verordening van toepassing is wordt het wachtlijststelsel gehanteerd. Onze markten en gegadigden zijn te gering om bv. een selectiestelsel op te richten.

Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, krijgt deze een bewijs van zijn inschrijving op de wachtlijst (artikel 6, vierde lid). Wel dient de aanvrager jaarlijks (vóór 1 januari) zijn inschrijving te verlengen. Deze jaarlijkse verlenging is wenselijk om controle te houden op het systeem en om de gegadigden gemotiveerd te houden.

 

Artikel 6. Overschrijven vaste-vergunning

 

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-vergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-vergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.

 

Artikel 7. Intrekking en vervallen vaste-vergunning

 

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

 

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

 

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 12, derde lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld

 

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders (artikel 10 t/m 13)

 

De inhoud van deze artikelen spreken voor zich.

 

Artikel 14. Toezichthouders

 

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 15. Onmiddellijke verwijdering

 

In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

 

Artikel 16. Strafbepaling

 

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 17. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

 

Deze marktverordening vervangt de Standplaatsen- en ventvergunningenverordening Giessenlanden 1987.