Organisatie | Waterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2018 | 01-01-2018 | artikel 24, 25, 26 | 16-01-2018 | . | |
27-11-2015 | 02-02-2018 | art. 13, 14, 15 | 03-11-2015 | Onbekend. | |
10-04-2015 | 27-11-2015 | nieuwe regeling | 03-03-2015 | Onbekend. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,
overwegende dat het gewenst is regels met betrekking tot de verstrekking van maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning vast te stellen;
gelet op artikel 1.2.1, artikel 2.1.4, artikel 2.3.6 en artikel 2.3.9 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 3, artikel 10 en artikel 13 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 en artikel 6 en artikel 10 van de Uitvoeringsregeling maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015.
vast te stellen de navolgende Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015.
In deze beleidsregels wordt verder verstaan onder:
budgethouder: een persoon aan wie ingevolge de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;
Artikel 2 Periodiek heronderzoek
In afwijking van het eerste lid geldt voor ondersteuning bij het voeren van een gestructureerd huishouden en bij begeleiding de volgende heronderzoektermijn: een jaar nadat de voorziening is gestart of het pgb is ingegaan en daarna volgens individueel vast te leggen periodiciteit maar in ieder geval eens per twee jaar.
Hoofdstuk 3 Een huishouden voeren
Artikel 9 Kosten woningaanpassing
Het college neemt de volgende kosten in aanmerking bij de vaststelling van de maatwerkvoorziening voor een woningaanpassing:
het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in de Standaardvoorwaarden Rechtsverhouding opdrachtgever-architect, SR 1997. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld komen deze kosten voor vergoeding in aanmerking;
Wanneer de totale kostprijs van de maatwerkvoorziening(en) ter ondersteuning van het normale gebruik van de woning, voor zover bekend ten tijde van het onderzoek, hoger is dan € 10.000,--, en een geschikte of eenvoudig geschikt te maken woning binnen een redelijke termijn beschikbaar is, is een verhuizing naar een geschikte of eenvoudig geschikt te maken woning de goedkoopst adequate voorziening. Het college onderzoekt voor de individuele cliënt wat een redelijke termijn is en betrekt daarbij de eventuele uitstelbaarheid van de verhuizing.
Artikel 12 Anti-speculatiebeding
Het college kan de geldwaarde van een bouwkundige maatwerkvoorziening die in eigendom is verstrekt, of een pgb om een voorziening met dit doel te realiseren, terugvorderen indien de cliënt de woning waarin de voorziening is aangebracht, binnen tien jaar na de datum van gereedmelding van de voorziening verkoopt, voor zover door de bouwkundige aanpassing sprake is van een meerwaarde.
Het college gaat daarbij uit van de waarde van de woning voor en de waarde van de woning na de aanpassing zoals dat wordt bepaald op de dag van het passeren van de verkoopakte van de woning. Het bepalen van de waarden geschiedt door een erkend taxateur die, in overleg met de cliënt, voor rekening van de gemeente door de cliënt wordt ingeschakeld.
Artikel 13 Ondersteuning en regie bij het huishouden
De door de cliënt gekozen zorgaanbieder bepaalt in samenspraak met de cliënt welke taken er nodig zijn om aan het eindresultaat van een schoon huis te voldoen. Hierbij wordt de in het onderstaande schema genoemde normering gehanteerd. De frequentie geeft aan wat als een algemeen aanvaard basisniveau wordt beschouwd. Met toestemming van de cliënt kan de zorgaanbieder afwijken van deze normering.
Hoofdstuk 5 Zich verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 18 Vervoer rondom het woonadres
Het college verstrekt geen maatwerkvoorziening voor vervoer naar dagondersteuning die wordt verstrekt op grond van de wet en artikel 20 van deze beleidsregels. Wanneer de noodzaak van vervoer naar de dagondersteuning vaststaat, zorgt de aanbieder die de dagondersteuning aanbiedt voor het noodzakelijke vervoer.
Hoofdstuk 6 Zelfredzaamheid en participatie
Het college verstrekt een maatwerkvoorziening voor ondersteuning bij de zelfredzaamheid en participatie aan cliënten die beperkingen ondervinden in het sociale en persoonlijk functioneren en bij het voeren van regie bij het huishouden, de financiën, dagbesteding, zelfzorg, huisvesting en bij kortdurend verblijf.