Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel 2015
CiteertitelNadere regels Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpjeudhulp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel, art. 2.1, lid 2
  2. Verordening Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel, art. 4.1, lid 3
  3. Verordening Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel, art. 5.7, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015nieuwe regeling

09-12-2014

Gemeenteblad, 2014, 77949

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

 

besluit:

 

Vast te stellen de

 

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel 2015.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regels wordt verstaan onder:

    • a.

      aanbieder: een organisatie of ZZP’er die zorg, maatschappelijke en/of vergelijkbare dienstverlening aanbiedt aan Inwoners van de Gemeente;

    • b.

      besluit: Besluit Jeugdwet;

    • c.

      dienstverlener: de hulpverlener die ingevolge een pgb de hulp verleent aan een budgethouder;

    • d.

      ouderbijdrage: een vast te stellen ouderbijdrage bijdrage, overeenkomstig het in artikel 8.2.1 van de wet en paragraaf 8.1 van het Besluit Jeugdwet geregelde;

    • e.

      particuliere inzet: de inzet geleverd door een niet- professionele dienstverlener waaronder mede begrepen inzet door het sociale netwerk;

    • f.

      Peel 6.1: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zijnde de formele publiekrechtelijke rechtsvorm van de samenwerking tussen de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren;

    • g.

      pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;

    • h.

      pgb-plan: het door de jeugdige of ouders bij het college in te dienen plan ter ondersteuning van zijn wens tot verstrekking van een individuele voorziening in de vorm van een pgb;

    • i.

      sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt (artikel 1.1.1 Wmo 2015);

    • j.

      SVB: Sociale verzekeringsbank;

    • k.

      trekkingsrecht: het pgb, wordt beheerd door de SVB. De SVB betaalt vervolgens in opdracht van de cliënt rechtstreeks de hulpverlener;

    • l.

      verordening: de Verordening Jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel 2015;

    • m.

      wet: Jeugdwet.

  • 2.

    Alle begrippen die in onderhavige Nadere regels worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven in het eerste lid hebben dezelfde betekenis als de begrippen in de verordening, de Jeugdwet en /of de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 3.

    Bij alle bedragen geldt als uitgangspunt dat voor de diensten een vrijstelling omzetbelasting van toepassing is. Mocht voor de dienstverlening geen vrijstelling omzetbelasting van toepassing zijn, dan zijn de genoemde bedragen inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Hoofdstuk 2 Ondersteuningsvormen en toegang.

Artikel 2.1 Vormen van specialistische ondersteuning

De individuele voorzieningen onder artikel 2.1 eerste lid onder e Verordening worden onderscheiden in:

    • a.

      Dagbehandeling (AWBZ);

    • b.

      Dagbehandeling (Provinciaal);

    • c.

      Begeleiding Groep (Provinciaal);

    • d.

      Generalistische basis GGZ;

    • e.

      Specialistische GGZ;

    • f.

      Persoonlijke verzorging;

    • g.

      Begeleiding regulier;

    • h.

      Begeleiding speciaal;

    • i.

      Behandeling basis;

    • j.

      Behandeling speciaal;

    • k.

      Dagbesteding regulier;

    • b.

      Dagbesteding speciaal;

    • c.

      Vervoer dagbesteding en dagbehandeling.

Artikel 2.2 Vormen van overige voorzieningen

De volgende overige voorzieningen zoals opgenomen in artikel 2.1 lid 2 Verordening zijn onder andere beschikbaar:

  • a.

    Opvoedondersteuners

  • b.

    Maatschappelijk werk, zoals algemeen maatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk

  • c.

    Jeugdgezondheidszorg 0 tot 19 jaar

  • d.

    Welzijnswerk, zoals jeugd- en jongerenwerk

  • e.

    Dorpsondersteuners

  • f.

    andere hier niet genoemde overige voorzieningen.

Hoofdstuk 3 Ouderbijdrage

Artikel 3.1 Ouderbijdrage voor individuele voorziening

  • 1.

    De aanvrager aan wie een individuele voorziening in natura of pgb is verleend voor verblijf buiten het gezin, is een ouderbijdrage verschuldigd overeenkomstig artikel 8.2.1 van de wet.

  • 2.

    Voor de hoogte en duur van de ouderbijdrage wordt onverkort aangesloten bij de systematiek en de bedragen van paragraaf 8.1 van het Besluit Jeugdwet.

Hoofdstuk 4 Het pgb

Artikel 4:1 Verstrekking pgb

  • 1.

    Ingevolge artikel 8.1.1, derde lid van de Wet, vindt beoordeling van verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een pgb plaats indien de aanvrager dit wenst.

  • 2.

    Een pgb wordt alleen verstrekt indien:

    • a.

      de aanvrager naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren; en

    • b.

      de aanvrager zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de individuele voorziening als pgb wenst geleverd te krijgen; en

    • c.

      naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat individuele voorziening, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt en in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt en van goede kwaliteit is.

  • 3.

    Teneinde het college in staat te stellen te toetsen of aan de voorwaarden genoemd in tweede lid is voldaan, dient de aanvrager in ieder geval een pgb-plan te overleggen conform een daartoe voorgeschreven format door Peel 6.1.

Artikel 4.2 Besteding pgb

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget dient besteed te worden aan Jeugdzorg. Dit betekent dat het pgb in ieder geval niet besteed kan worden aan:

    • a.

      bemiddelings- en administratiekosten;

    • b.

      kosten verbonden aan opstellen pgb-plan;

    • c.

      reistijd, vervoers- en parkeerkosten van de dienstverlener;

    • d.

      overheadkosten van de dienstverlener waaronder mede begrepen kosten van de dienstverlener tot opstellen van een zorg- of werkplan; en

    • e.

      feestdagen- en/of eenmalige uitkering of cadeau aan dienstverlener.

  • 2.

    Het volledige bedrag aan pgb dient verantwoord te worden. De bestedingsvrije ruimte bedraagt € 0,00.

Artikel 4:3 Het pgb tarief bij een individuele voorziening

  • 1.
    • a.

      is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld pgb-plan, overeenkomstig artikel 4.1, derde lid , over hoe zij het pgb gaan besteden;

    • b.

      is toereikend om effectieve en kwalitatief goede hulp in te kopen, en

    • c.

      bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

  • 2.

    Voor wat betreft pgb voor een individuele voorziening gelden twee tarieven:

    • a.

      tarief voor de professionele dienstverlener.

    • b.

      Onder professionele dienstverlener wordt verstaan een dienstverlener die beroepsmatig zorg, maatschappelijke en/of aanpalende diensten aanbiedt aan burgers. Van beroepsmatige dienstverlening is in geval van een zelfstandige zonder personeel in ieder geval sprake indien de dienstverlener als zelfstandige staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en daarnaast beschikt over een Verklaring arbeidsrelatie Wuo/dga of Kwaliteitsregister jeugd/BIG registratie.

    • c.

      tarief voor particuliere inzet.

    • d.

      Particuliere inzet betreft de inzet die niet wordt geleverd door een professionele dienstverlener zoals beschreven onder a. Onder particuliere inzet wordt mede begrepen inzet door het sociaal netwerk.

  • 3.

    De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp alleen betrekken van een persoon die behoort tot de particuliere inzet, wanneer er sprake is van een beperking en deze vorm van ondersteuning noodzakelijk is voor het kunnen wonen en functioneren van de jeugdige binnen het eigen gezin. Voor deze vorm van besteding van pgb gelden minimaal één of meerdere van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De hulp is niet goed vooraf in te plannen.

    • b.

      De hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden.

    • c.

      De hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden

    • e.

      De hulp moet op verschillende locaties worden geleverd.

    • f.

      De hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn.

    • g.

      De hulp moet vanwege de aard van de beperking geboden worden door een persoon waar de jeugdige geen hechtings- of contactprobleem mee heeft.

     

  • 4.

    Het tarief voor de professionele dienstververlener zoals genoemd in het tweede lid, onder a wordt afgeleid van het tarief zorg in natura voor de Jeugdhulp.

  • 5.

    Het uurtarief voor geboden zorg vanuit een particuliere inzet bedraagt maximaal 125% Wet minimumloon voor 23 jaar en ouder inclusief vakantiegeld/uren op basis van een 36-urige werkweek.

  • 6.

    Jaarlijks vindt per 1 januari aanpassing (indexatie) plaats van het in het vijfde lid genoemde bedrag conform het bepaalde daartoe in de Wet minimumloon.

  • 7.

    De jeugdige of zijn ouders mogen het pgb alleen gebruiken voor direct aan de individuele voorziening gerelateerde kosten. Dienstverlener mag het bedrag dus niet gebruiken voor compensatie van kosten die te beschouwen zijn als algemeen gebruikelijk (zoals voedsel, abonnementskosten, gebruikelijke kosten verbonden aan het uitoefenen van een hobby of sport, et cetera).

Artikel 4:4 Het pgb tarief bij verblijf deeltijd / dagbehandeling (kortdurend verblijf)

  • 1.

    1.Het tarief voor een pgb:

    • a.

      is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld pgb-plan, overeenkomstig artikel 4.1, derde lid , over hoe zij het pgb gaan besteden;

    • b.

      is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

    • c.

      bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

       

  • 2.

    Voor wat betreft pgb voor een individuele voorziening gelden twee tarieven:

    • a.

      tarief voor de professionele dienstverlener.

    • b.

      Onder professionele dienstverlener wordt verstaan een dienstverlener die beroepsmatig zorg, maatschappelijke en/of aanpalende diensten aanbiedt aan burgers. Van beroepsmatige dienstverlening is in geval van een zelfstandige zonder personeel in ieder geval sprake indien de dienstverlener als zelfstandige staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en daarnaast beschikt over een Verklaring arbeidsrelatie Wuo/dga of Kwaliteitsregister jeugd/BIG registratie

    • c.

      tarief voor particuliere inzet.

    • d.

      Particuliere inzet betreft de inzet die niet wordt geleverd door een professionele dienstverlener zoals beschreven onder a. Onder particuliere inzet wordt mede begrepen inzet door het sociaal netwerk.

  • 3.

    De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp alleen betrekken van een persoon die behoort tot de particuliere inzet, wanneer er sprake is van een beperking en deze vorm van ondersteuning noodzakelijk is voor het kunnen wonen en functioneren van de jeugdige binnen het eigen gezin. Voor deze vorm van besteding van pgb gelden minimaal één of meerdere van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De hulp is niet goed vooraf in te plannen.

    • b.

      De hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden.

    • c.

      De hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden

    • b.

      De hulp moet op verschillende locaties worden geleverd.

    • c.

      De hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn.

    • d.

      De hulp moet vanwege de aard van de beperking geboden worden door een persoon waar de jeugdige geen hechtings- of contactprobleem mee heeft.

  • 4.

    Het tarief voor de professionele dienstververlener zoals genoemd in het tweede lid, onder a wordt afgeleid van het tarief zorg in natura voor de Jeugdhulp.

  • 5.

    De hoogte van het pgb voor kortdurend verblijf bij particuliere inzet bedraagt: maximaal € 33,00 per etmaal.

Artikel 4:5 Uitbetaling pgb

Uitbetaling van een pgb vindt plaats aan de SVB. De SVB betaalt vervolgens in opdracht van de jeugdige of de ouders rechtstreeks de jeugdhulpaanbieder.

Hoofdstuk 5 Kwaliteit

Artikel 5.1 Kwaliteit individuele voorziening pgb

  • 1.

    Ingevolge het bepaalde in artikel 8.1.1 van de Wet , wordt een pgb verstrekt indien sprake is van een veilige, doeltreffende individuele voorziening. Hierbij weegt het college, ingevolge artikel 8.1.1, derde lid, onder c van de wet, mee of maatregelen in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt en van goede kwaliteit is.

  • 2.

    Voor de toets aan het gestelde in lid 1, vormt het pgb-plan, zoals benoemd in artikel 4.1 derde lid, van deze van deze nadere regels, de basis. Indien aanvullende informatie benodigd wordt geacht door het college, wordt deze door jeugdige of ouders verstrekt.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of ouders afwijken van de bepalingen van deze regels, indien toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6:2 Inwerkingtreding

De nadere regels treden in werking op 1 januari 2015.

Aldus besloten in de vergadering van 9 december 2014,

het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,de burgemeester,

A.A.T.G. Jansen MBADrs. J. van Zomeren