Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard |
Citeertitel | Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Waterschapswet, artikel 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikel 3, 21 | 15-06-2022 | PZH-2022-80611967 | ||
23-03-2023 | 01-01-2024 | artikel 9 | 15-06-2022 | 2022-806119678 | |
10-09-2022 | 23-03-2023 | artikel 21 | 15-06-2022 | 2022-806119678 | |
01-01-2019 | 10-09-2022 | Wijziging van artikelen 9, 22; de bijlage wordt vervangen door een nieuwe bijlage | 17-10-2018 | PZH-2018-660199227 | |
27-02-2015 | 01-01-2019 | wijziging van art. 4; art. 9; art. 21. Vervallen is art. 12. | 19-02-2003 Prov. Blad 2015, nr. 998 | DOS-2014-0002534 | |
12-01-2010 | 01-01-2010 | 27-02-2015 | wijziging van art. 1; art. 3; art. 4; art. 21. Vervallen zijn de artikelen 19, 20 en 24. | 19-02-2003 Prov. Blad 2010, nr. 2 | dos |
gelet op artikel 2 van de Waterschapswet,
overwegende dat het in verband met de inwerkingtreding van de Waterwet noodzakelijk is het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard te wijzigen,
vast te stellen de wijziging van het reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen.
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. waterkeringen: zeewering, dijken, kaden en andere kunstmatige of natuurlijke hoogten, onder welke benaming ook, die dienen tot kering van zee-, rivier-, boezem- of polderwater.
b. wateren: wateren die dienen voor de afvoer en/of aanvoer en/of berging van water, het bovenwaterprofiel, zoals dit is aangegeven in de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet daaronder begrepen; deze worden naar functie onderscheiden in:
c. kunstwerken: waterstaatkundige werken die van belang zijn voor de taakuitoefening van het waterschap;
d. watersysteem: samenhangend geheel van één of meer oppervlaktewaterlichaam en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.
Hoofdstuk 2. Gebied, taken en onderhoudsverplichtingen.
1. De begrenzing van de gebieden waarin de onderscheidene taken, bedoeld in artikel 3 worden uitgeoefend, is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de begrenzing zonodig nader in detail te bepalen.
2. Een gewaarmerkt exemplaar van de in het eerste lid bedoelde kaart berust bij de provincie Zuid-Holland en bij het waterschap.
Deze taak omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor de zuivering van afvalwater, daaronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat krachtens artikel artikel 2.17, eerste lid, van de Omgevingswet om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het hoogheemraadschap.
De taak van het waterschap omvat mede de zorg voor de openbare wegen buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet, met uitzondering van rijks en provinciale wegen, een en ander voor zover die zorg op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van dit reglement berustte bij een van de rechtsvoorgangers van het waterschap.
1. Het onderhoud van waterkeringen berust bij het hoogheemraadschap, voor zover het betreft het instandhouden van stabiliteit en profiel, tenzij een derde daartoe verplicht is.
2. Het onderhoud van primaire wateren berust bij het waterschap, tenzij een derde daartoe verplicht is.
3. Het onderhoud van kunstwerken berust bij het waterschap, tenzij een derde daartoe verplicht is, of, indien zodanige verplichting ontbreekt of niet bekend is, bij de zakelijk gerechtigde tot het kunstwerk.
1. De onderhoudsplichtigen en de onderhoudsverplichtingen betreffende waterkeringen en wateren worden aangegeven respectievelijk vastgelegd in de legger, bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet.
2. In de legger wordt vermeld wat de functie is van het desbetreffende waterstaatswerk, wie met het onderhoud is belast en wat het onderhoud omvat.
3. Ten aanzien van de vaststelling van de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet zijn de artikelen 73 en 74 van de Waterschapswet van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3. Zetel en bestuur.
Het bestuur van het waterschap bestaat uit een algemeen bestuur, aangeduid onder de benaming verenigde vergadering, een dagelijks bestuur, aangeduid onder de benaming dijkgraaf en hoogheemraden en een voorzitter, aangeduid onder de benaming dijkgraaf.
1. Het algemeen bestuur bestaat uit 30 leden. Van deze leden vertegenwoordigen:
2a. De leden bedoeld in het eerste lid, onder b worden benoemd door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord.
b. Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt benoemd door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren.
c. De leden bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van Koophandel op voordracht van de regionale raad van de Regio Zuidwest, genoemd in het Besluit vaststelling regio's.
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en ten hoogste vijf andere leden.
2. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid, van de Waterschapswet.
1. Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Het doet daarvan schriftelijk bericht aan het algemeen bestuur.
2. Schorsing van en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het algemeen bestuur brengen terstond schorsing van, onderscheidenlijk verlies van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur mee.
Hoofdstuk 4. Bevoegdheden en verplichtingen bestuur.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.
Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Het zendt dit reglement aan het algemeen bestuur.
1. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kunnen commissies instellen die hen van advies dienen over onderwerpen die het belang van het waterschap betreffen.
2. Tot lid van een commissie kunnen mede worden benoemd niet tot het bestuur van het waterschap behorende personen.
3. In het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur en voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur worden, indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in het eerste lid, regels gesteld omtrent de benoeming, de zittingsduur, de adviestaken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de commissie.
4. Indien adviescommissies worden ingesteld ten behoeve van het algemeen bestuur, is op die commissies artikel 35 van de Waterschapswet van toepassing.
5. Het algemeen bestuur wijst een plaatsvervangend voorzitter aan die bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter het ambt van voorzitter waarneemt.
Het dagelijks bestuur zendt onverwijld aan gedeputeerde staten:
ontwerpbesluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van een omgevingsvergunning voor een permanente wateronttrekkingsactiviteit in een grondwaterbeschermingsgebied, inhoudende het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, als bedoeld in artikel 7.93 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;
Hoofdstuk 6. Kostentoedeling wegentaak.
1. In het op de kaart als bedoeld in artikel 2 tweede lid, gearceerd aangegeven gebied, wordt ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan het wegenbeheer door het hoogheemraadschap onder de naam wegenheffing een heffing gegeven.
2. De toedeling van het kostenaandeel aan de categorie ingezetenen wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde inwonerdichtheid per vierkante kilometer in het gebied waar de wegentaak wordt uitgevoerd.
Den Haag, 19 februari 2003
Provinciale Staten van Zuid-Holland
J.FRANSSEN, voorzitter
M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, griffier