Organisatie | Heemstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bestuurlijke boete SZW Heemstede 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels bestuurlijke boete SZW Heemstede 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting bij Beleidsregels bestuurlijke boete SZW gemeente Heemstede 2015 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2015 | 24-11-2014 | Nieuwe regeling | 31-03-2015 | 649160 |
Artikel 4 Verwijtbare gedragingen
Onder verwijtbare gedragingen wordt onder andere verstaan:
Onder opzet wordt mede voorwaardelijk opzet verstaan.
Artikel 5 Verminderde verwijtbare gedragingen
Voor het lager vaststellen van de boete is het begrip ‘Verminderde verwijtbaarheid’ van belang. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten zoals opgenomen in artikel 2 a van het ‘Boetebesluit Socialezekerheidswetten’:
Samenstel van omstandigheden: omstandigheden die elk op zich niet, maar in hun onderlinge samenhang beschouwd wel, kunnen leiden tot het oordeel dat sprake is van verminderde verwijtbaarheid:
De betrokkene verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale levenspatroon behoren en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid brachten om aan de inlichtingenplicht te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of onvolledig werden verstrekt, of
De betrokkene heeft weliswaar onjuiste en onvolledige inlichtingen verstrekt, of anderszins een wijziging van omstandigheden niet direct vermeld, maar heeft uit eigen beweging alsnog de juiste inlichtingen verstrekte voordat de overtreding is geconstateerd tenzij betrokkene deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.
Bij recidive geldt dat voor de berekening van de boete 150% van het benadelingsbedrag als uitgangspunt wordt genomen. Op dit bedrag wordt het boetepercentage toegepast dat voortkomt uit beoordeling van de hoogte van de boete als bedoeld in artikel 6.
Het college legt een bestuurlijke boete op ter hoogte van maximaal € 100,- indien de betrokkene binnen de recidivetermijn als genoemd in artikel 18a, vierde lid, van de wet, opnieuw de inlichtingenplicht schendt, zonder dat sprake is van een benadelingbedrag. In deze gevallen gelden de percentages zoals genoemd in artikel 6.