Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement van Bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland |
Citeertitel | Reglement van Bestuur voor het hoogheemraadschap van Delfland |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Waterschapswet, art. 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikel 3, 20 | 15-06-2022 | |||
23-03-2023 | 01-01-2024 | artikel 9 | 15-06-2022 | PZH-2022-806119678 | |
10-09-2022 | 23-03-2023 | artikel 4, 20 | 15-06-2022 | PZH-2022-806119678 | |
01-01-2019 | 10-09-2022 | Wijziging artikelen 2, 7 en 9. De bijlage wordt vervangen door een nieuwe bijlage | 17-10-2018 | PZH-2018-660074740 | |
27-02-2015 | 01-09-2014 | 01-01-2019 | Wijziging art.4, 9, 11, 20 | 28-01-2015 Provinciaal blad, 2015, 993 | kenmerk 6770 |
11-08-2006 | 31-03-2008 | Nieuwe regeling | 24-05-2006 Provinciaal blad, 2006, 52 | Voordracht Gedeputeerde Staten van 25 april 2006, nummer 5689 |
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. waterkeringen: zeewering, dijken, kaden en andere kunstmatige of natuurlijke hoogten, onder welke benaming ook, die dienen tot kering van zee-, rivier-, boezem- of polderwater;
b. wateren: oppervlaktewateren die dienen voor de afvoer en/of aanvoer en/of berging van water; deze worden naar functie onderscheiden
1. primaire wateren: wateren en watergangen onder welke benaming ook, die als zodanig zijn aangegeven respectievelijk vastgelegd in de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet;
2. secundaire wateren: overige wateren en watergangen onder welke benaming ook, niet zijnde primaire wateren, die als zodanig zijn aangegeven, respectievelijk vastgelegd in de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet;
c. kunstwerken: waterstaatkundige werken, die van belang zijn voor de taakuitoefening van het waterschap.
d. watersysteem: samenhangend geheel van één of meer oppervlaktelichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.
Hoofdstuk 2. Gebied, taken en onderhoudsverplichtingen
1. De begrenzing van het gebied, waarin de onderscheidene taken, bedoeld in artikel 3 worden uitgeoefend, is aangegeven op de bij dit reglement behorende bijlage bij het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland (17.1145_02). Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de begrenzing zonodig nader in detail te bepalen.
2. Een gewaarmerkt exemplaar van de in het eerste lid bedoelde kaart berust bij de provincie Zuid-Holland en bij het hoogheemraadschap.
1. Het hoogheemraadschap heeft tot taak de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied, voor zover deze taak niet uitdrukkelijk aan andere publiekrechtelijke lichamen is opgedragen.
2. Deze taak omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor de zuivering van afvalwater, daaronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat krachtens artikel artikel 2.17, eerste lid, van de Omgevingswet om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het hoogheemraadschap.
3. Als uitvloeisel van de taak, bedoeld in het tweede lid is het hoogheemraadschap tezamen met de aangrenzende waterschappen belast met de zorg voor de instandhouding van de landscheidingen tussen het hoogheemraadschap enerzijds en de aangrenzende waterschappen anderzijds.
4. De taak van het hoogheemraadschap omvat mede de zorg voor de toepassing van de Scheepvaartverkeerswet, voorzover het wateren betreft waarvoor het hoogheemraadschap is aangewezen als bevoegd gezag.
1.Het onderhoud van waterkeringen berust bij het hoogheemraadschap, voor zover het betreft het instandhouden van stabiliteit en profiel, tenzij een derde daartoe verplicht is.
2. Het onderhoud van primaire wateren berust bij het hoogheemraadschap, tenzij een derde daartoe verplicht is.
3. Het onderhoud van kunstwerken berust bij het hoogheemraadschap, tenzij een derde daartoe verplicht is, of, indien zodanige verplichting ontbreekt of niet bekend is, bij de zakelijk gerechtigde tot het kunstwerk.
De onderhoudsplichtigen en de onderhoudsverplichtingen betreffende de waterkeringen en wateren worden aangegeven respectievelijk vastgelegd in de legger, bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet.
1. In de legger wordt vermeld wat de functie is van het desbetreffende waterstaatswerk, wie met het onderhoud is belast en wat het onderhoud omvat.
2. Ten aanzien van de vaststelling van de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet zijn de artikelen 73 en 74 van de Waterschapswet van overeenkomstige toepassing.
Het bestuur van het hoogheemraadschap bestaat uit een Algemeen Bestuur, aangeduid onder de benaming van Verenigde Vergadering, een Dagelijks Bestuur, aangeduid onder de benaming dijkgraaf en hoogheemraden en een voorzitter, aangeduid onder de benaming dijkgraaf.
1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en ten hoogste vijf andere leden.
2. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid van de Waterschapswet.
1. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan te allen tijde daaruit ontslag nemen. Het doet daarvan schriftelijk bericht aan het Algemeen Bestuur.
2. Schorsing van en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur brengen terstond schorsing van, onderscheidenlijk verlies van het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur mee.
Hoofdstuk 4 Bevoegdheden en verplichtingen bestuur
Het Algemeen Bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.
Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Het zendt dit reglement aan het Algemeen Bestuur.
1. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur kunnen commissies instellen die hen van advies dienen over onderwerpen die het belang van het hoogheemraadschap betreffen.
2. In het Reglement van Orde voor de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en voor de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur worden, indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in het eerste lid, regels gesteld omtrent de benoeming, de zittingsduur, de adviestaken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de commissie.
3. Tot lid van een commissie kunnen mede worden benoemd niet tot het bestuur van het hoogheemraadschap behorende personen.
4. Indien adviescommissies worden ingesteld ten behoeve van het Algemeen Bestuur, is op die commissies artikel 35 van de Waterschapswet van toepassing.
Het dagelijks bestuur zendt onverwijld aan gedeputeerde staten:
ontwerpbesluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van een omgevingsvergunning voor een permanente wateronttrekkingsactiviteit in een grondwaterbeschermingsgebied, inhoudende het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, als bedoeld in artikel 7.93 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;
Den Haag, 24 mei 2006
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
J. Franssen, voorzitter
H. Engels-Van Nijen, griffier