Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Edam-Volendam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, art. 140, 141
  2. Wet op de expertisecentra, art. 134, 135
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-08-201001-01-2018nieuwe regeling

01-07-2010

Stadskrant, 23-08-2010

45-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor-zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs;

    • -

      school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.

  • d.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • e.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verorde-ning;

  • f.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • g.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • j.

    subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet , dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • k.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvul-lende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l.

    subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet ;

  • m.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht .

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

  • 3.

    De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college houdt daarbij rekening met de gemeentebegroting

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voor-afgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voor-ziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandel

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

      • a.

        naam en adres van het schoolbestuur;

      • b.

        de dagtekening;

      • c.

        de gewenste voorziening;

      • d.

        de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

      • e.

        een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

         

    Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbe-stuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

  • 1.

    Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2.

    Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1.

    De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • o

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening;

    • o

      een subsidieverlening

    • o

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • o

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • o

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3.

    De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • o

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • o

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschik-king tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;

    • o

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het school-bestuur wordt afgelegd aan het college.

    • o

      de bepaling dat de wet van toepassing is en voorzover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2.

    Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.

  • 3.

    Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.)

Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 13 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2.

    Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, over-eenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

  • 1.
    • Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

      • a.

        het bepaalde in artikel 13, eerste lid, onder b en c van toepassing is;

      • b.

        de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;

      • c.

        het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 16 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 17 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 18 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Edam-Volendam.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Aldus besloten door de gemeenteraad van Edam-Volendam in de openbare vergadering d.d. 1 juli 2010,

De griffier, de voorzitter,

 

Bijlage Voorzieningen behorende bij de “Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs”

 

Bijlage 1

 

Voorzieningen t.b.v. energiebesparing en binnenmilieu in scholen voor (speciaal) basisonderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs' (EBA voorzieningen).

 

I Aanduiding van de voorziening

Het bevoegd gezag van een school kan een aanvraag indienen voor één of meer van de volgende voorzieningen gericht op energiebesparing of verbetering van het binnenmilieu:

 

 

Verbetermaatregel

1

Vervangen van enkel glas door HR glas

2

Isoleren van plat dak

3

Isoleren van hellend dak

4

Vervangen van een conventionele CV-ketel door HR-CV-ketel

5

Plaatsen van thermostatische radiatorkranen

6

Plaatsen van een mechanisch luchttoe- en afvoersysteem met WTW

7

Plaatsen van een (wand) CO2 indicator

8

Plaatsen van buitenzonwering op zonbelaste gevels

9

Vervangen van conventionele TL’s door HF spiegelarmaturen

10

Aanbrengen van daglichtafhankelijke (dim) regeling

 

 

II Indieningdatum

De aanvraag dient te worden ingediend binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 140, vierde lid WPO en artikel 134, vierde lid WEC.

 

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Deze bijlage is van toepassing voor de periode vanaf de bekendmaking van dit besluit tot 31 december 2010.

 

IV Toekenningcriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

 

Voor alle voorzieningen gelden de volgende algemene toekenningcriteria:

1 De scholen c.q. gevraagde voorzieningen dienen te voldoen aan de randvoorwaarden die gesteld worden in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 septem-ber 2009, Staatscourant 13525.

 

2 De gevraagde voorzieningen moeten blijkens een als bijlage bij de aanvraag gevoegd Energie en Binnenmilieu Advies (EBA) dat voldoet aan de voorwaarden die daaraan gesteld zijn in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 nodig of wenselijk zijn.

 

IVa Schoolsoort

De voorzieningen staan open voor scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs.

 

IVb Voorziening staat niet open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente

Voor nevenvestigingen op het grondgebied van deze gemeente staat de voorziening open indien de hoofdvestiging van de school, gelegen in een andere gemeente, in die gemeente geen aanspraak kan maken op deze zelfde voorzieningen, onafhankelijk van de vraag of deze aanspraken ook daadwer-kelijk worden gehonoreerd.

 

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening staat uitsluitend open voor (delen van) hoofdgebouwen, dislocaties en nevenves-tigingen met een permanente bouwaard, waarvan de opleveringsdatum is gelegen vóór 31 december

 

 2003. De voorziening staat niet open voor een nevenvestiging die niet is gelegen op het grondgebied van deze gemeente.

 

IVd Overige voorwaarden op basis waarvan het schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

 

- Door het indienen van een aanvraag verklaart het schoolbestuur de gevraagde eenheden van de gevraagde maatregelen daadwerkelijk te realiseren vóór 31 december 2010, ongeacht de daadwerkelijke kosten van deze maatregelen.

 

- Door het indienen van de aanvraag verklaart het schoolbestuur alle inlichtingen te zullen verstrekken en in goed overleg met de gemeente alle handelingen te zullen verrichten die noodzakelijk zijn om realisatie op uiterlijk 31 december 2010 te bewerkstellingen.

 

V Verdelingsregels

De verdeling van het hierna onder 5. genoemde bedrag vindt plaats op basis van het aantal leerlingen per 1 oktober 2009.

 

  • 1.

    een gemeentelijke bijdrage van € 109.961,33 beschikbaar te stellen voor het treffen van voorzieningen in het kader van energiebesparing en verbetering van het binnenmilieu in de scholen van de schoolbesturen, genoemd in Bijlage D, behorende bij dit besluit;

  • 2.

    de rijksvergoeding voor de verbetering van het binnenklimaat tot een bedrag van € 174.942,- naar de schoolbesturen door te sluizen eveneens volgens de specificatie op Bijlage D behorende bij dit besluit;

  • 3.

    het subsidieplafond bedoeld in artikel 2 van de Verordening vast te stellen op € 284.903,33    (€ 109.961,33 +  € 174.942,-);

  • 4.

    de investering van € 109.961,33 af te schrijven in 20 jaar (jaarlasten 1e jaar: € 7.697,29; 2e jaar € 9.676,60) ten laste van het “Onderwijshuisvestingsfonds” (nr. 128);

  • 5.

    de gemeentebegroting aan te passen.