Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering parkeerbelastingen buitengebied Vlissingen 2010 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen buitengebied Vlissingen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 225
Besluit tot aanwijzen plaatsen betaald parkeren en plaatsen bestemd voor het parkeren door verguningshouders.
Voorschrift in werking stellen parkeerapparatuur.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2012 | 01-01-2015 | art. 8 | 20-12-2012 Gemeenteblad 2012, IX.01 | Onbekend | |
22-12-2011 | 04-02-2013 | art. 8 | 15-12-2011 Gemeenteblad, 2011, IX.01 | Onbekend | |
23-12-2010 | 23-12-2011 | art. 8 en de tarieventabel | 16-12-2010 Gemeenteblad, 2010, IX.01 | 388116 | |
06-05-2010 | 01-04-2010 | 23-12-2010 | nieuwe regeling | 29-04-2010 Gemeenteblad, 2010, IX.01 | Geen. |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Onder de naam 'parkeerbelastingen buitengebied' worden gedurende het seizoen de volgende belastingen geheven:
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1. Indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6. Wijze van heffing en termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorwaarden.
Artikel 7. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 56,-
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlissingen d.d. 20 december 2012
De griffier, De voorzitter,
Mr. F. Vermeulen Drs. R.H. Roep
Artikel I Incidenteel parkeren
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van deze verordening bedraagt op de plaats aangeduid als: parkeerterrein Burgemeester van Woelderenlaan bij Vlissingen € 0,90 per uur (van 09.00 uur tot 19.00 uur) of een gedeelte hiervan, met een maximum van € 5,00 per dag.
Artikel II Vergunning parkeren.
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt voor een vergunning geldend gedurende de periode van 1 april tot en met 31 oktober van enig kalenderjaar voor één kenteken € 67,50.
Behorende bij het raadsbesluit van 16 december 2010.