Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Buren

Financiële verordening gemeente Buren 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBuren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Buren 2015
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Buren 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 212 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-04-201501-01-201524-11-2017Onbekend

03-03-2015

Gemeenteblad van 2 april 2015, nummer 28373

RV/15/00527

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening gemeente Buren 2015

 

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: elke organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Buren en ten behoeve van de verantwoording die moet worden afgelegd.

  • c.

    rechtmatigheid:

    het in overeenstemming zijn van de financiële handelingen met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en relevante collegebesluiten.

  • d.

    doelmatigheid:

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen dan wel gegeven een bepaalde hoeveelheid inzet van middelen het realiseren van zoveel mogelijk prestaties.

  • e.

    doeltreffendheid:

    de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

  • f.

    majeure projecten:

    incidentele projecten/investeringen (niet zijnde vervangingsinvesteringen) welke een forse financiële en/of formatieve inspanning vergen en een belangrijke bijdrage leveren aan het voorzieningenniveau van een kern of de hele gemeente.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Indeling programma’s en paragrafen

  • 1.

    De raad benoemt de programma’s en de paragrafen en stelt de indeling ervan vast.

  • 2.

    Per programma wordt de volgende informatie gepresenteerd:

    • a.

      de doelenboom

    • b.

      de geldende kaderstellende- en beleidsnota’s

    • c.

      de beoogde maatschappelijke effecten

    • d.

      de uit te voeren prestaties en indicatoren

    • e.

      de lasten en baten onderverdeeld naar beheerproducten

    • f.

      het verloop van reserves en voorzieningen

    • g.

      nieuw beleid

    • h.

      kengetallen

  • 3.

    Per paragraaf wordt de volgende informatie gepresenteerd:

    • a.

      de doelenboom

    • b.

      de doelen, budgetten, prestaties/beoogde maatschappelijke effecten (indien beschikbaar)

    • c.

      inleiding en nadere toelichting.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    De financiële kaders en uitgangspunten worden gedurende het begrotingsjaar uniform toegepast op alle voorkomende en tussentijdse investeringen, projecten en andere plannen ongeacht de looptijd dan wel het moment van uitvoering.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringsbedrag weergegeven.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4.

    In de bijlage subsidies bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in ieder geval een overzicht van de subsidies aan instellingen en ondernemingen.

  • 5.

    Een exploitatieoverzicht economische categorieën wordt als bijlage opgenomen.

Artikel 4. Kadernota

  • 1.

    Het college biedt de raad in de eerste helft van het jaar een Kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

  • 2.

    De raad stelt deze Kadernota voor het zomerreces vast.

  • 3.

    In de Kadernota komen de volgende onderwerpen in ieder geval aan de orde:

  • a.

    concept programma’s:

  • b.

    concept paragrafen (welke voor de kadernota relevante financiële gevolgen hebben)

  • c.

    toelichting op de financiële positie voor de komende 4 jaar

  • d.

    inventarisatie van nieuw beleid

  • e.

    overzicht van vervangingsinvesteringen

  • f.

    financiële kaders en uitgangspunten

  • g.

    reken- en belastingtarieven.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    Met het vaststellen van de begroting autoriseert de raad de totale lasten en de totale baten per programma alsmede het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd. Voordat een voorstel tot vervanging van nieuwe vaste activa wordt gedaan vindt eerst een toets vanuit technisch perspectief of vanuit een andere noodzakelijke overweging plaats.

  • 3.

    Het college meldt overschrijdingen op budgetten en investeringskredieten normaliter via de bestuursrapportage tenzij de aard van de overschrijding eerdere melding noodzakelijk maakt. Indien de aard van de overschrijding eerdere melding noodzakelijk maakt voegt het college hierbij, indien van toepassing, een voorstel tot wijziging van het budget of investeringskrediet of een voorstel tot bijstelling van het beleid.

  • 4.

    Bij de behandeling van de bestuursrapportage in de raad doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 5.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vóór het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met structurele dekking aan de raad voor.

Artikel 6. Bestuursrapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier en de eerste acht maanden van het begrotingsjaar

  • 2.

    De inrichting van de bestuursrapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3.

    De rapportages gaan in op afwijkingen met zowel een financieel effect als, wanneer daarvoor aanleiding is met een maatschappelijk effect.

De 1e Burap is met name een beleidsmatige rapportage en bestaat in ieder geval uit de onderwerpen:

  • -

    financiële afwijkingen per beheerproduct

  • -

    stand van zaken van de grondexploitatie

  • -

    stand van zaken majeure projecten

  • -

    stand van zaken van de post onvoorzien

  • -

    de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves.

In de 2e Burap wordt naast de onderwerpen uit de 1e Burap ook verantwoording afgelegd over:

  • -

    de realisatie van de beleidsdoelen en relevante beheerdoelen

  • -

    de stand van zaken van de investeringskredieten

  • -

    de bedrijfsvoering

  • 4.

    In de bestuursrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting verklaard.

  • -

    bij een beheerproduct met een totaalbudget van <€ 250.000,- maken we melding bij een afwijking van minimaal 10%;

  • -

    bij een beheerproduct met een totaalbudget van >€ 250.000,- maken we melding bij een afwijking van minimaal € 25.000,-;

  • -

    voor investeringen en projecten hanteren we dezelfde grenzen als bij de beheerproducten alleen dan per investering per project.

  • 5.

    Van de financiële afwijkingen in het begrotingsjaar maken we op programmaniveau een begrotingswijziging.

  • 6.

    De raad stelt de bestuursrapportages en de bijbehorende begrotingswijziging vast.

Artikel 7. EMU-saldo/ schatkistbankieren

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 8. Waardering & afschrijving vaste activa

De wijze van waardering en afschrijving van vaste activa is opgenomen in een afzonderlijke nota waarderings- en afschrijvingsbeleid 2014 - 2018 gemeente Buren. Onderdeel van deze nota is de richtinggevende afschrijvingstabel vaste activa.

Artikel 9. Voorziening voor dubieuze debiteuren

Voor vorderingen wordt bij het samenstellen van de jaarrekening een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van geschatte inningskansen.Deze voorziening is opgesplitst in debiteuren sociale zaken en overige debiteuren.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota “Reserves en Voorzieningen” aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves

  • 2.

    Bij een voorstel voor de instelling van een reserve of voorziening wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel;

    • b.

      de voeding;

    • c.

      de maximale hoogte;

    • d.

      de maximale looptijd.

  • 3.

    De jaarrekening bevat een aparte bijlage “Reserves en Voorzieningen” met daarin per reserve/voorziening de onder 2 genoemde onderdelen en de actuele omvang.

  • 4.

    De voorziening oninbaarheid debiteuren wordt gezien als een reguliere voorziening en komt daarmee ook terug in de nota en de bijlage “Reserves en Voorzieningen”.

  • 5.

    Een bestemmingsreserve valt vrij wanneer een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet leidt tot een investering. Het vrijvallende deel wordt toegevoegd aan de algemene reserve.

Artikel 11. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Uitgangspunten voor kostentoerekening zijn:

  • -

    verdeelsystematiek moet eenvoudig zijn;

  • -

    1 verdeelsleutel, te weten aantal medewerkers per afdeling;

  • -

    kosten die we direct kunnen toerekenen worden ook direct toegerekend;

  • -

    er is een hoog en laag afdelingstarief;

  • -

    er wordt gewerkt met nacalculatie.

  • 3.

    Het percentage omslagrente (=rekenrente) wordt door de raad vastgesteld.

Artikel 12. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks voorafgaand aan het heffingsjaar de hoogte van de gemeentelijke belastingen, heffingen en tarieven vast.

  • 2.

    Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van de geraamde respectievelijk werkelijke inkomsten die voortvloeien uit de belastingen, heffingen en tarieven.

Artikel 13. Financieringsfunctie

  • 1.

    Doelstellingen van het treasurybeleid

  • a.

    Het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • b.

    Het voeren van een risicomijdend treasurybeheer om het gemeentelijk vermogen te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s;

  • c.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido en Wet Ruddo en de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut;

  • d.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • e.

    Het genereren van informatie ter ondersteuning van het te voeren treasurybeleid en de af te leggen verantwoording over het gevoerde beleid.

  • 2.

    Uitgangspunten van treasury

  • a.

    Leningen en/of garanties worden uitsluitend verstrekt of leningen worden uitsluitend aangetrokken wegens de “publieke taak”;

  • b.

    De gemeente kan middelen uitzetten indien deze uitzettingen een risicomijdend karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico;

  • c.

    Het is niet toegestaan middelen aan te trekken met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten.

  • 3.

    Rapportage – en beslismomenten.

  • a.

    In de paragraaf Financiering van de begroting stelt de raad het rentebeleid voor het betreffende begrotingsjaar vast. Dit op basis van een rentevisie en een meerjarige liquiditeitenprognose.

  • b.

    De raad stelt de rentevisie indien nodig bij aan de hand van informatie in de bestuursrapportage.Hoofdstuk4.Financiële organisatie en financieel beheer

     

Hoofdstuk 4. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 14. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen.

  • b.

    Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoorts.

  • c.

    Het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties.

  • d.

    Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

  • e.

    Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • f.

    De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 15. Interne controle

  • 1.

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen;

  • 2.

    Op basis van een jaarlijkse risico analyse draagt het college zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van processen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de informatievoorziening en de rechtmatigheid van financiële handelingen;

  • 3.

    Het college legt het controleprotocol en het normenkader ter vaststelling voor aan de raad.

Artikel 16. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 17. Financiële organisatie

Het college zorgt voor:

  • a.

    Een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen.

  • b.

    Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd.

  • c.

    De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • d.

    De regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.

  • e.

    Het jaarlijks aan de raad voorleggen van een actualisatie van de beheerplannen:

  • -

    wegen

  • -

    riolering

  • -

    groen

  • -

    openbare verlichting

  • -

    onderhoud gebouwen

  • -

    civiele kunstwerken

  • -

    grondexploitaties

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 18. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van bekendmaking daarvan en werkt terug tot 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Buren 2012 vastgesteld door de raad op 28 maart 2012.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening 212 gemeente Buren 2015”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van: 3 maart 2015

De griffier, G. van Droffelaar

De burgemeester, J.A. de Boer MSc