Organisatie | Voorschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde van de commissie Welstand en Cultureel Erfgoed |
Citeertitel | Reglement van orde van de commissie Welstand en Cultureel Erfgoed (WCE) Gemeente Voorschoten 2015 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2015 | Nieuwe regeling. | 03-03-2015 | Z-22427-VS/INTERN-11344-VS |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten;
gelet op artikel 9.2 sub 8 van de Bouwverordening Voorschoten 2008/Verordening tot vijfde wijziging van de Bouwverordening Voorschoten 2008, d.d. 1 oktober 2014;
Er is in de gemeente een commissie, genoemd de “Commissie Welstand en Cultureel Erfgoed (WCE)”, hierna te noemen “de commissie”.
De leden van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden een door de gemeenteraad te bepalen vergoeding.
De leden van de commissie en hun eventuele plaatsvervangers of extra adviseurs die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins bij een door de commissie te beoordelen aanvraag om een omgevingsvergunning betrokken zijn, onthouden zich van medewerking aan de beoordeling daarvan en zijn niet betrokken bij beraadslaging, beoordeling en advisering over die aanvraag.
De commissie brengt een advies uit binnen de daarvoor in de wetgeving vermelde termijnen doch tenminste binnen vier weken nadat door of namens het college van burgemeester en wethouders daarom is verzocht. Ingeval van advisering over aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument tenminste binnen acht weken;
Als een ingediend plan volgens de commissie onaanvaardbaar is, doet de commissie hiervan de aanvrager om vergunning schriftelijk mededeling (bij afwijzende adviezen en adviezen waar een motivering is gevraagd onder vermelding van haar gemotiveerde beoordeling). De commissie stelt, wanneer de afhandeling van de aanvraag daar ruimte voor laat, de aanvrager daarbij in de gelegenheid het plan zodanig te wijzigen of aan te passen, dat het plan wel aanvaardbaar is. Als de commissie het voor een juiste vervulling van haar taak wenselijk acht, kan zij een aanvrager uitnodigen om in een commissievergadering de betreffende aangelegenheid nader toe te lichten. De commissie brengt voor afloop van de onder artikel 6b. genoemde termijn in ieder geval advies uit;
Als een plan tijdens de advisering drie keer negatief wordt beoordeeld door commissie en als er tijdens het proces geen noemenswaardige vooruitgang wordt geconstateerd, zal de commissie de behandeling beëindigen middels het derde/laatste negatieve advies en via de secretaris contact opnemen met de portefeuillehouder om de (politieke) consequenties hiervan te bespreken.
Artikel 8 Jaarlijkse verantwoording
De commissie stelt jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar, een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:
De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord hebbende.