Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de
gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven.
- b.
de wet: de Experimentenwet BI-zones;
- c.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente;
- d.
Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Utrechtse
Heuvelrug en Vereniging Ondernemingsfonds Centrum Doorn gesloten
Uitvoeringsovereenkomst BIZ Centrum Doorn.
Artikel 2 Aanwijzing vereniging (stichting)
De Vereniging Ondernemingsfonds Centrum Doorn (hierna: de vereniging)
wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van de
wet.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter
bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn
gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke
kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de
BI-zone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
1.De BIZ-bijdrage wordt, gedurende een periode van 5 jaren, jaarlijks
geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet
in hoofdzaak tot woning dienen en welke in gebruik zijn voor een
commerciële bedrijfsvoering die vooral gericht is op “business to
consumers”.
Het gaat hierbij om categorieën:
- a.
ruimten, zoals ook opgenomen in artikel 7:290 BW, bestemd voor
de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf, van een restaurant-
of cafébedrijf, van een afhaal- of besteldienst of van een
ambachtsbedrijf,
- b.
ruimten gebruikt voor de uitoefening van een (vrij) beroep of
bank,
een en ander indien in de ruimte een voor het publiek toegankelijk
lokaal voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor
dienstverlening aanwezig is.
Deze liggen binnen het volgende gebied:
- -
Het gebied tussen Acacialaan, Oude Woudenbergseweg, Dorpsstraat
en Amersfoortseweg, inclusief Plein 1923 en inclusief het nog te
ontwikkelen braak liggende Slokkerterrein.
- -
Het gebied tussen Plein 1923, Van Bennekomweg en Amersfoortseweg
tot de Kaaplaan.
- -
Het gebied tussen Amersfoortseweg, Dorpsplein, Dorpsstraat tot
IJskelderlaan, Rozenburg en Kampweg, inclusief
Thorheimpassage.
- -
De Kampweg vanaf de Amersfoortseweg tot aan de
Gezichtslaan.
- -
Het gebied omvat de volgende straten:
- -
Acacialaan (tot Oude Woudenbergseweg)
- -
Dorpsstraat (even t.e.m. nr. 30; oneven nr. 17 t.e.m.
nr. 73)
- -
- -
- -
Amersfoortseweg (even t.e.m. nr. 76; oneven t.e.m. nr.
57)
- -
- -
Kampweg (even t.e.m. nr. 78; oneven t.e.m. nr. 75)
- -
- -
- -
- 2.
De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die per 15
januari van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen
onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit,
beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.
- 3.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
- a.
gebruik door degene aan wie een deel van een
onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt
als gebruik door degene die dat deel in gebruik
heeft gegeven; degene die het deel in gebruik
heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als
zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in
gebruik is gegeven;
- b.
het ter beschikking stellen van een onroerende
zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als
gebruik door degene die die onroerende zaak ter
beschikking heeft gesteld; degene die de
onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is
bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op
degene aan wie die zaak ter beschikking is
gesteld.
- 4.
De BIZ-bijdrage wordt per WOZ object geheven. Als één
onderneming in meerdere doorgebroken (aaneengeschakelde)
panden is gevestigd, is de ondernemer 1x
heffingsplichtig. Als een eigenaar meerdere –van elkaar
gescheiden- panden bezit zal er voor alle panden een
bijdrage betaald moeten worden.
Artikel 5 Belastingobject
- 1.
Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient,
wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III
van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak
tot woning dient.
- 2.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de
waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering
onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in
hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende
zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan
woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende
zaak.
Artikel 7 Vrijstellingen
- 1.
De belasting wordt niet geheven ter zake van onroerende zaken
voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke
dienst van de gemeente.
- 2.
De belasting wordt niet geheven ter zake van onroerende zaken
die niet bedrijfsmatig geëxploiteerd worden en in hoofdzaak zijn
bestemd voor sociaal-culturele bijeenkomsten.
Artikel 8 Belastingtarief
De BIZ-bijdrage bedraagt per onroerende zaak (voor belastingjaar 2012) €
500,00.
Tenzij het College anders bepaalt, zal de BIZ-bijdrage in verband met
inflatie jaarlijks, voor het eerst met ingang van belastingjaar 2013,
worden aangepast aan de hand van de prijsindexcijfers die worden
gepubliceerd door het CBS, reeks CPI-alle huishoudens, waarbij als
teller geldt het laatst bekende jaartotaalcijfer als de noemer het
jaartotaalcijfer van het daaraan voorafgaande jaar.
Artikel 9 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet
1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen
waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend
op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is
vermeld en de tweede één maand later.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het
eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de
invordering van de BIZ-bijdrage.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 12 Algemeen
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene
Subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug niet van toepassing.
Artikel 13 Subsidievaststelling
- 1.
De subsidie wordt verstrekt aan de Vereniging Ondernemingsfonds
Centrumgebied Doorn voor de uitvoering van de activiteiten die
zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst (nader uitgewerkt
in het BIZ-plan Vereniging Ondernemingsfonds Centrum
Doorn).
- 2.
De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te
ontvangen BIZ-bijdragen. De subsidie wordt vastgesteld op het
bedrag van de BIZ-bijdragen dat in de in artikel 4, eerste lid,
bedoelde periode worden ontvangen, eventueel verminderd met de
geraamde perceptiekosten voor de heffing en invordering van de
BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de
Uitvoeringsovereenkomst.
- 3.
In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over
de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en
minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.
- 4.
Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de
ontvanger wijzigen van de subsdievaststelling bedoeld in artikel
4:49 van de Algemene wet Bestuursrecht.
Artikel 14 Wijze van betalen
De subsidie wordt jaarlijks betaald in drie termijnen. Per 1 april wordt
25 % van de geraamde opbrengst verstrekt, per 1 juli 50 % en het restant
wordt verstrekt per 1 november, na ontvangst van de BIZ-bijdragen.
Artikel 15 Melding van relevante wijzigingen
- 1.
De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk
op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar
financiële situatie.
- 2.
De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk
op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van
verandering of beëindiging van activiteiten.
Artikel 16 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
Artikel 4:75 Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige
toepassing.