Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Emmen

Verordening op Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2004
CiteertitelVerordening Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 81a
  2. Gemeentewet, art. 81b
  3. Gemeentewet, art. 81c
  4. Gemeentewet, art. 81d
  5. Gemeentewet, art. 81e
  6. Gemeentewet, art. 81f
  7. Gemeentewet, art. 81h
  8. Gemeentewet, art. 81i
  9. Gemeentewet, art. 81j
  10. Gemeentewet, art. 81k

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-04-2015nieuwe regeling

27-05-2005

Geen.

RA04.0061

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2004

Verordening op Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2004

 

Paragraaf 1  

 

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • b.

    doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperk mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • c.

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • d.

    intern lid: een lid van de Rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, eerste lid onder A door de raad uit zijn midden is aangewezen;

  • e.

    extern lid: een lid van de Rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, eerste lid onder B door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen.

Paragraaf 2  

 

TAAK SAMENSTELLING EN LIDMAATSCHAP VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2.1 Taak van de commissie

  • 1.

    Er is een gemeentelijke Rekenkamercommissie.

  • 2.

    De Rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeen-telijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doel-treffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 2.2 Samenstelling Rekenkamercommissie.

  • 1.

    De Rekenkamercommissie bestaat uit zeven leden die door de raad op de volgende wijze worden aangewezen:

    • a.

      drie leden worden op voordracht van het presidium door de raad uit zijn midden aangewezen voor een periode die gelijk is aan de zittingsduur van de zittende gemeenteraad;

    • b.

      vier leden worden door de raad van buiten de kring van zijn leden aangewezen op voordracht van het presidium voor een periode van 3 jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de Rekenkamercommissie een keer worden herbenoemd voor een gelijke periode.

  • 2.

    De leden zoals bedoeld in het vorige lid sub B leggen, alvorens zij hun functie kunnen

    • a.

      uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad

    • b.

      de eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”

       

  • 3.

    De Rekenkamercommissie wijst uit de leden genoemd in lid 1 sub B een voorzitter aan. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

Artikel 2.3 Besluitvorming in de Rekenkamercommissie

  • 1.

    In vergaderingen van de Rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2.

    Interne leden stemmen en nemen standpunten in zonder last of ruggespraak met de raad of hun fractie.

  • 3.

    Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 4.

    Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de Rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een intern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad, dan wel deel gaat uitmaken van een commissie waaraan bestuursbevoegdheden zijn toegekend;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de Rekenkamercommissie te vervullen.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3.

    De externe leden van de Rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 2.5 Verboden betrekkingen en verboden handelingen.

  • 1.

    Een extern lid van de Rekenkamercommissie kan in ieder geval niet tevens een betrekking vervullen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a. tot en met h. van de Gemeentewet. De uitzonderingen als bedoeld in het tweede lid van dat artikel zijn van toepassing.

  • 2.

    Het is de externe leden van de Rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de Rekenkamercommissie, een lid van de Rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod van zijn functie ontslaan.

  • 3.

    Externe leden overleggen aan de Raad halfjaarlijks / jaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 2.6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de externe leden van de Rekenkamercommissie.

  • 1.

    De externe leden van de Rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2.

    De wijze van vergoeding wordt geregeld in het Reglement van orde van de Rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 3.1.

  • 3.

    De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de Rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

Paragraaf 3  

 

DE WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 3.1 Reglement van orde

De Rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 3.2 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    Suggesties tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan

  • 2.

    door:

    • a.

      de Rekenkamercommissie;

    • b.

      de gemeenteraad;

    • c.

      het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet waar¬aan bestuursbevoegdheden van bet college van burgemeester en wethouders zijn toegekend.

    • e.

      inwoners van de gemeente Emmen. De rekenmakercommissie verzoekt daartoe jaarlijks de inwoners van de gemeente Emmen onderwerpen voor onderzoek aan te dragen.

  • 3.

    De Rekenkamercommissie kiest zelfstandig de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. Deze onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 4.

    De raad kan bij motie de Rekenkamercommissie een verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

  • 5.

    In voorkomende gevallen kan de raad bij raadsbesluit de rekenkamercommissie opdragen om een bepaald onderzoek uit te voeren. De raad stelt daartoe in overleg met de rekenkamercommissie een onderzoeksopzet als bedoeld in het vorige lid op.

Artikel 3.3 Criteria voor onderzoeken

  • 1.

    De volgende criteria dienen door de rekenkamercommissie te worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      Moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid

    • b.

      Er moet sprake zijn van een substantieel belang

    • c.

      Het moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen

    • d.

      Er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken

    • e.

      De resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking

  • 2.

    De rekenkamercommissie beargumenteert de te onderzoeken onderwerpen op basis van deze criteria

  • 3.

    Als de raad besluit tot een verzoekonderzoek aan de rekenkamercommissie dan beargumenteert de raad het verzoek op basis van deze criteria

Artikel 3.4 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

A.

  • 1.

    De Rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De Rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De Rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de Rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de Rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de Rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5.

    De Rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De Rekenkamercommissie stelt betrokkenen ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7.

    Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten (zie lid 6) formuleert de Rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8.

    De Rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek en de nota aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9.

    Na vaststelling door de Rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen. De raad stelt de eindconclusies vast.

     

    B. (door raad 27 mei 2004 bij amendement ingevoegd)

     

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd indien en voorzover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt, t.a.v. de volgende instellingen en over de volgende periode onderzoek te doen instellen bij:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke opganen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middelijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 2.

    De rekenkamer is bevoegd mondeling of schriftelijk informatie in te winnen bij de onder lid 1 a en 1 b genoemde organisaties. Bij het uitoefenen van haar taak kan de rekenkamecommissie gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheid tot eigen onderzoek.

Paragraaf 4  

 

DE ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De Rekenkamercommissie wijst een ambtelijk secretaris van de Rekenkamercommissie aan.

  • 2.

    De secretaris staat de Rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de Rekenkamercommissie.

Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerk(st)ers

  • 1.

    Onderzoeksmedewerk(st)ers kunnen, indien de Rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.3, derde lid toekent, alle informatie verzamelen die de Rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamercommissie.

  • 2.

    De Rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 1 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Paragraaf 5  

 

DE KOSTEN VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 5 Budget

  • 1.

    De Rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • 3.

    de vergoedingen die krachtens artikel 2.6 zijn toegekend aan de externe leden van de Rekenkamercommissie;

    • a.

      de ambtelijk secretaris;

    • b.

      onderzoeksmedewerk(st)ers;

    • c.

      de kosten van externe deskundigen die mogelijk door de Rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en

    • d.

      de mogelijke overige uitgaven die de Rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

       

Paragraaf 6  

 

SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze gewijzigde verordening kan worden aangehaald als “Verordening Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2004”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

     

    Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Emmen van 27 mei 2004.