Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijchen

Uitwegenbeleid gemeente Wijchen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijchen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitwegenbeleid gemeente Wijchen
CiteertitelUitwegenbeleid gemeente Wijchen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Uitwegenbeleid gemeente Wijchen vervangt de beleidsregels uitwegen Wijchen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-2015nieuwe regeling

24-03-2015

zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-26170.html, 30-03-2015

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitwegenbeleid gemeente Wijchen

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen,

gelet op artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening zoals vastgesteld op 11 december 2014 en op artikel 5:20 van het Burgerlijk Wetboek;

BESLUIT

vast te stellen het volgende Uitwegenbeleid gemeente Wijchen

Inleiding

Uitwegen veroorzaken een verstoring voor het ‘doorgaande’ verkeer en zijn potentiële conflictpunten. De mate van verstoring is evenredig met de verkeersintensiteit op de weg en de ter plaatse van kracht zijnde maximumsnelheid.

Regelmatig verzoeken burgers de gemeente om medewerking over het gebruik van haar wegen voor de ontsluiting van percelen ten behoeve van woonhuizen, bedrijven, instellingen, landbouwgronden etc. De toestemming van de gemeente voor de aanleg van een uitweg is nodig, omdat de uitweg (gedeeltelijk) op haar eigendom wordt gesitueerd / aangesloten. De gemeente heeft als eigenaar zeggenschap over haar eigendom.

Naast privaatrechtelijke bevoegdheden (eigendom) heeft de gemeente publiekrechtelijke mogelijkheden regels te stellen over de uitwegen. Op grond van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is het maken en veranderen van een uitweg vergunningplichtig danwel meldingplichtig.

Doel

Deze beleidsregels zijn opgesteld om een vergunningaanvraag voor een uitweg af te handelen. Een duidelijk en eenduidig toetsingskader bevordert de interne efficiency en een snelle afhandeling van aanvragen voor uitwegvergunningen. De artikelen 2 tot en met 9 hebben betrekking op de publiekrechtelijke bevoegdheden, artikel 9 op de privaatrechtelijke. Artikel 1 en 10 zien op alle soorten bevoegdheden.

Artikel 1 Begripsbepaling

  • a.

    Bedrijfsperceel: perceel waarbij uit het feitelijk gebruik blijkt dat bedrijvigheid de overwegende functie is. Hieronder vallen landbouwbedrijven/ boerderijen/ landbouwpercelen/winkels, maar ook kantoren en bedrijfsgebouwen die bij het huis zijn gebouwd en alle bedrijven op het bedrijventerrein;

  • b.

    Erfaansluiting: de fysieke verbinding van een erf/perceel met de openbare ruimte;

  • c.

    Erftoegangsweg (ETW): wegen met een verblijfsfunctie;

  • d.

    Gebiedsontsluitingsweg A (GOW A): wegen met een duidelijke primaire verkeersfunctie, zoals vastgesteld in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP deel 1);

  • e.

    Gebiedsontsluitingsweg B (GOW B): wegen met een primaire verkeersfunctie en daarnaast een verblijfsfunctie, zoals vastgesteld in het GVVP deel 1;

  • f.

    Motorrijtuig: motorrijtuig zoals gedefinieerd in artikel 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • g.

    Nadere regels: Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen

  • h.

    Parkeren in voortuin: het parkeren van een motorrijtuig tussen voorgevelrooilijn en erfgrens;

  • i.

    Perceelgrens: grens van het kadastrale perceel;

  • j.

    Rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets/bromfietspaden (conform RVV 1990 art. 1 lid ad.);

  • k.

    Uitweg: constructie om motorrijtuigen van één of meerdere percelen te ontsluiten naar de openbare ruimte, uitkomende op de rijbaan van de openbare weg;

  • l.

    Voorgevelrooilijn: de lijn die, evenwijdig aan de weg, de voorgevel van woning/ bedrijf raakt;

  • m.

    Waardevolle bomen: bomen die zijn opgenomen in de lijst met waardevolle bomen;

  • n.

    (Openbare) Weg: de weg zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 welk in eigendom is van de gemeente;

  • o.

    Woonperceel: perceel waarbij uit het feitelijk gebruik blijkt dat de woonfunctie de overwegende functie is. Hieronder vallen ook de kantoren of bedrijven aan huis.

Artikel 2 (De)reguleren

2.1 Melding

In artikel 2:12 van de Apv staat dat het verboden is zonder omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg. In het kader van deregulering zijn Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen opgesteld. Wanneer aan de voorwaarden welke gesteld zijn in de nadere regels wordt voldaan, dan is een omgevingsvergunning niet vereist. Er is wel een meldingsplicht.

2.2 Vergunningplicht

Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden welke gesteld worden in de Nadere regels, moet een aanvraag omgevingsvergunning worden ingediend.

Er kan alleen voor een eerste uitweg een vergunning worden verleend wanneer:

  • 1.

    De uitweg geen gevaar oplevert voor het verkeer op de weg;

  • 2.

    De uitweg niet zonder noodzaak ten koste gaat van een daartoe ingerichte openbare parkeerplaats;

  • 3.

    De uitweg het openbaar groen niet op onaanvaardbare wijze aantast.[1]

Ingeval van verandering van de uitweg dient de aanvrager aan te tonen dat de verandering noodzakelijk is.

Een tweede uitweg welke niet aan de voorwaarden voldoet in de Nadere regels kan tevens niet met een vergunning worden verleend. Ingevolge artikel 2:12 lid 6 onder a Apv geldt namelijk dat de vergunning slechts wordt geweigerd indien het gaat om een tweede uitweg en deze ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen.

Artikel 3 Toelaatbaarheid van uitwegen

Stroomwegen zijn in beheer en eigendom van de Staat der Nederlanden en deze kunnen niet worden gebruikt om een uitweg op te ontsluiten. De GOW’s (A & B) zijn in beheer en eigendom van de provincie of de gemeente. Ook deze wegen kunnen niet worden gebruikt om een uitweg op te ontsluiten. Uitzonderingen zijn GOW’s op industrieterreinen, hiervoor kan een vergunning worden verleend. Op de ETW’s zijn deze wel toe te staan. De gemeente Wijchen heeft beleidsmatig vastgelegd welke wegen ETW’s zijn (Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan deel 1, GVVP deel 1, gemeenteraad 30 oktober 2008). Die keuzes sluiten aan bij het nationaal ingevoerde verkeersbeleid ‘duurzaam veilig’.[2]

Artikel 4 Geen gevaar voor het verkeer

  • 1.

    Het zicht op de weg waarop wordt ontsloten moet voldoende zijn. Het naderende verkeer op de weg moet voldoende zichtbaar zijn. Denk hierbij aan hagen, schuttingen en andere objecten die het zicht dermate kunnen belemmeren waardoor er gevaar ontstaat;

  • 2.

    Een uitweg moet verder dan 5,00 meter van een bijzonder gevaarpunt, zoals bij bochten van wegen, oversteekplaatsen of kruisingen afliggen;

  • 3.

    De uitweg dient in één vloeiende beweging (voor- of achterwaarts) in of uit te rijden zijn;

  • 4.

    De uitweg ontsluit op een ETW danwel op een GOW op het industrieterrein.

Artikel 5 Parkeergelegenheid

Wanneer een uitweg wordt aangelegd, gaat dit veelal ten koste van parkeermogelijkheid in het openbaar gebied. Daarom geldt:

  • 1.

    Een uitweg moet qua ligging zo gesitueerd zijn, dat géén officiële parkeerplaats in de openbare ruimte en hooguit één parkeermogelijkheid langs de openbare weg verloren gaat;

  • 2.

    Wanneer ontsluiting van het perceel niet op andere wijze mogelijk is, mag deze ten koste gaan van een daartoe ingerichte openbare parkeerplaats.

Artikel 6 Openbaar groen

  • 1.

    Door de aanleg van een uitweg mag de groenstructuur niet worden doorkruist of worden verhard;

  • 2.

    De aanleg van een uitweg mag niet ten koste gaan van een waardevolle boom of een boom in de hoofd- en wijkgroenstructuur. Bomen in de buurtgroenstructuur worden bij voorkeur gehandhaafd;

  • 3.

    Alleen wanneer het noodzakelijk is voor de aanleg van de uitweg en er geen andere mogelijk is om het perceel te ontsluiten mag de groenstructuur worden doorkruist / worden verhard, danwel een boom worden gekapt. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat:

De hoofd- wijk en buurtgroenstructuur dient functioneel te blijven. Dit betekent dat de hoofdgroenstructuur aaneensluitend is en blijft en hooguit wordt doorsneden door een voet-/fietspad.

Voor de wijkgroenstructuren geldt dat een doorberekening wordt gemaakt naar de situatie waarbij alle percelen waar dat toe te staan is, de uitwegvergunning wordt aangevraagd. In dat uiterste geval mogen in totaal per straat niet meer dan 25% doorsnijdingen / verhardingen aangelegd zijn. Alleen dan blijft het aanwezige groen en de bomenstructuur functioneel.

Voor de buurtgroenstructuur geldt dat deze nog functioneel is indien de vorm en afmetingen zodanig zijn dat het groen nog goed beheerbaar is.[3]

Artikel 7 Indien er sprake is van het verplaatsen van een bestaande uitweg

Het verplaatsen van een uitweg is toegestaan wanneer wordt voldaan aan de vereisten welke gesteld worden aan het aanleggen van een uitweg.

Artikel 8 Afmetingen uitwegen

Onderstaande afmetingen gelden voor de breedte van de uitweg waar het perceel aan de openbare ruimte grenst.

8.1 Woonpercelen

  • 1.

    Een uitweg van een woonperceel is standaard 3,00 meter breed. Indien de weg waarop ontsloten wordt <4 meter is, is een bredere uitweg (max 5,00 meter) toegestaan;

  • 2.

    Om te voorkomen dat uitwegen ‘aan elkaar groeien’, moet tussen de uitwegen op de perceelgrens 1,00 meter ruimte aanwezig zijn. Als de aanvraag wordt gecombineerd met een naastgelegen uitweg, is een uitweg van 6,00 meter breed toegestaan;

  • 3.

    Bij een appartementencomplex waarbij via de uitweg een aantal parkeerplaatsen (> 4) wordt bereikt, is de uitweg standaard 6,00 meter breed.

8.2 Bedrijfspercelen

  • 1.

    De uitweg van een bedrijfsperceel waarbij geen vrachtverkeer op eigen terrein afgewikkeld wordt, is standaard 6,00 meter breed;

  • 2.

    De uitweg van een bedrijfsperceel waarbij vrachtverkeer op eigen terrein afgewikkeld wordt is standaard 10,0 meter breed;

  • 3.

    Om te voorkomen dat uitwegen ‘aan elkaar groeien’, moet tussen de uitwegen op de perceelgrens 2,00 meter ruimte aanwezig zijn. De combinatie van twee aanvragen voor uitwegen van twee naast elkaar gelegen bedrijfspercelen is toegestaan. Daarbij worden de twee uitwegen van 6,00 meter breed samengevoegd tot één gezamenlijke uitweg van 10,0 meter breed. Twee uitwegen van 10,0 meter breed kunnen worden samengevoegd tot één gezamenlijke uitweg van 18,0 meter breed.

8.3 Afstand tot openbaar groen

  • 1.

    Een uitweg dient op minimaal 5,00 meter van de zijkant van de stam van een waardevolle boom te blijven;

  • 2.

    Bomen uit de hoofdgroenstructuur (primaire structuur) zijn in belangrijke mate bepalend voor die structuur en dienen gehandhaafd te worden. Een uitweg dient op minimaal 3,00 meter van de zijkant van de stam van de boom te blijven;

  • 3.

    Een uitweg dient op minimaal 2,00 meter van de zijkant van de stam van de boom te blijven in de wijkgroenstructuur;

  • 4.

    Een uitweg dient op minimaal 1,00 meter van de zijkant van de stam van de boom in de buurtgroenstructuur te blijven.

Artikel 9 Uitvoering

De aanleg, verplaatsing, wijziging of verwijdering voor het deel van de uitweg dat in de openbare ruimte is gelegen, wordt door of namens de gemeente Wijchen uitgevoerd. Particulieren of bedrijven die de uitweg willen realiseren mogen deze werkzaamheden dus niet zelf verrichten. De gemeente stelt namelijk voorwaarden aan de constructie en het materiaalgebruik (dat moet afwijkend zijn t.o.v. het materiaal van de openbare weg) van de uitweg.

Ter voorkoming van schade aan de weg of daarin/daaraan gelegen (nuts)voorzieningen geldt:

  • Ten behoeve van de aanleg van een uitweg kan een aanpassing aan de inrichting van de weg noodzakelijk zijn, zoals het verplaatsen van een bovengrondse nutsvoorziening (zoals versterkerkast, controlekast e.d.) en/of ondergrondse nutsvoorziening (zoals brandkraan, afsluiter e.d.). Door de vaak hoge kosten wordt, alvorens op de vergunningaanvraag kan worden beschikt, het desbetreffende nutsbedrijf ingelicht en moet dat bedrijf de kosten van verplaatsing in beeld brengen. De gemeente vraagt een kostenraming op bij het desbetreffende nutsbedrijf en laat die kosten deel uitmaken van de totale kosten voor aanleg van de uitweg.

  • Het verplaatsen van een voorziening of ander straatelement wordt meegenomen in de kostenberekening van de aanlegkosten van de uitweg.

Artikel 10 Kosten

Voor het aanvragen om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Apv een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht moeten leges worden betaald. Daarbij zijn er de uitvoeringskosten van het aanbrengen van de uitweg.

De gemeente Wijchen hanteert het zogenaamde ‘initiatiefnemerprincipe’ om te bepalen wie de kosten betaalt. De initiatiefnemer betaalt.

10.1 De gemeente Wijchen is initiatiefnemer

Wanneer de gemeente Wijchen een nieuwe weg aanlegt of aan een bestaande weg reconstructies of onderhoudswerkzaamheden uitvoert, bestaat de mogelijkheid dat de bestaande uitweg op initiatief van de gemeente Wijchen wordt verplaatst, gewijzigd of opnieuw wordt aangelegd. Hierover voert de gemeente Wijchen overleg met de betreffende perceeleigenaar. Indien blijkt dat er een volgens de beoordelingscriteria voor een uitweg betere locatie voor de uitweg voorhanden is, dient die uitweg op die andere locatie te worden gerealiseerd. Als er geen betere locatie mogelijk is, wordt die uitweg teruggeplaatst op de oude locatie, waarbij die moet voldoen aan de geldende voorwaarden van de uitweg.

De kosten die gepaard gaan met de verplaatsing, wijziging of verwijdering voor dat deel van de uitweg dat tot de weg behoort, betaalt de gemeente Wijchen. De kosten die gemaakt worden om het perceel van de vergunninghouder aan te passen, zijn voor rekening van de vergunninghouder.

10.2 Een andere partij is initiatiefnemer

De aanvrager betaalt het meest recente tarief dat door het college is vastgesteld, alsmede de leges. Deze bedragen worden aangedragen door de wegbeheerder. De leges zijn vastgelegd in de Legesverordening. Als voor de aanleg van een uitweg straatmeubilair, bv een lichtmast, zitbank o.i.d. moet worden verplaatst of als aanpassingen moeten worden gedaan aan voorzieningen van openbaar nut, komen de kosten voor rekening van de initiatiefnemer. Over de aanleg van de uitweg en de verplaatsing van de voorzieningen wordt met de aanvrager een overeenkomst gesloten.

Artikel 11 Inwerktreden nieuwe en intrekken oude beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels uitwegen Wijchen vastgesteld op 10-08-2010 worden ingetrokken.

  • 2.

    Het Uitwegenbeleid gemeente Wijchen treedt in werking op de dag nadat zij is bekendgemaakt.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Uitwegenbeleid gemeente Wijchen’.

Artikel 13 Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, d.d. 24 maart 2015,

college van burgemeester en wethouders

Drs. J.W.M. van der Knaap mr. J.Th.C.M. Verheijen

secretaris burgemeester

 

 

Voetnoten

 

[1]

Zie de website van de gemeente Wijchen (www.wijchen.nl) voor de actuele versie van het Groenstructuurplan

 

[2]

Zie voor een overzicht van de GOW’s pagina 34 van het GVVP deel 1

 

[3]

Zie voor de hoofd-, wijk-, en buurtgroenstructuur het groenstructuurplan