Gemeente Boxmeer
Onderwerp:
Vaststelling van de Inspraakverordening gemeente Boxmeer 2009.
Nummer:
7c.
De Raad van de gemeente Boxmeer;
gelezen de voorstellen van burgemeester en wethouders van 5 augustus
2008 en 10 februari 2009;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
- 1.
In te trekken de 'Inspraakverordening gemeente Boxmeer
1998”;
- 2.
vast te stellen de navolgende verordening inzake de wijze waarop
ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van
gemeentelijk beleid worden betrokken:
Inspraakverordening gemeente Boxmeer 2009
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij
de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- b.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt
gegeven;
- c.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het
vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden
of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk
beleid.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
- 3.
Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder
vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is
uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving
waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks
beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke
dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van
de Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate
spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang
van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare
groepen in de samenleving.
- 4.
Indien met betrekking tot een beleidsvoornemen reeds een
inspraakprocedure is gevolgd, dan hoeft deze procedure niet te
worden gevolgd bij de voorbereiding van de vaststelling van hieruit
rechtstreeks voortvloeiende besluiten, tenzij deze uitsluiting in
strijd is met de wet.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
- 1.
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht van toepassing.
- 2.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een
andere inspraakprocedure vaststellen.
- 3.
Bij het bepalen van een inspraakprocedure als bedoeld in het
tweede lid neemt het bestuursorgaan de Participatieladder, zoals
vermeld in de als zodanig gewaarmerkte bijlage behorende bij
deze verordening, in acht.
Het bestuursorgaan kiest minimaal voor trede 2 van de
Participatieladder indien het betreft een beleidsvoornemen, dat
betrekking heeft op de volgende beleidsterreinen of
onderwerpen:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
De fysieke inrichting van de openbare ruimte.
Artikel 5 Eindverslag
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag
op.
- 1.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak
mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen
omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot
aanpassing van het beleidsvoornemen wordt
overgegaan.
- 2.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke
wijze openbaar en zendt dit tegelijkertijd ter kennisneming aan
de gemeenteraad.
- 3.
De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn
burgerjaarverslag.
Artikel 6 Intrekking oude verordening
De “Inspraakverordening gemeente Boxmeer 1998” wordt ingetrokken.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van
bekendmaking.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Inspraakverordening gemeente
Boxmeer 2009”.
Aldus besloten door de Raad van de gemeente Boxmeer
in zijn openbare vergadering van 19 februari 2009.
de Griffier, de Voorzitter,
A.W.J.M. Cornelissen K.W.T. van Soest