De raad van de gemeente Coevorden;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd. 20
juli 1998;
gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit en
artikel 149 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de navolgende verordening inzake
speelautomatenhallen
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Wet op de kansspelen;
- b.
speelautomatenbesluit: KB van 24 november 1986, stb.
589:
- c.
speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening
van een spel,
dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch,
elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden
tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of
premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te
spelen;
- d.
behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:
- 1.
het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde
speelduur of het recht op gratis spellen, en
- 2.
het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de
speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel
van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de
daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de
speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen
wordt;
- e.
kansspelautomaat: een speelautomaat die geen
behendigheidsautomaat is;
- f.
speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek
gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te
beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid,
onder c, van de wet;
- g.
ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de
speelautomatenhal exploiteert;
- h.
beheerder: degene die met het dagelijkse toezicht en de
onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;
- i.
openbare weg: alle voor het openbaar rij- en ander
verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin
gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende
bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of
paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
Artikel 2
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een
speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.
- 2.
De burgemeester kan voor maximaal 2 speelautomatenhallen een vergunning
verlenen.
Artikel 3
De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:
- a.
een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen
de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven
op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel-
en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;
- b.
een bewijs van inschrijving bij de Kamer van koophandel en
fabrieken;
- c.
een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte
te beschikken;
- d.
een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien
de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming
krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.
Artikel 4
De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de
aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan
eenmaal met ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.
Artikel 5
- 1.
De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer
en is niet overdraagbaar.
- 2.
In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld
- 3.
Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze
hebben in elk geval betrekking op:
- a.
de sluitingstijden van de speelautomatenhal
- b.
het toezicht in de speelautomatenhal
- c.
het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;
- d.
de exploitatie van de hal.
Artikel 6
- 1.
De vergunning wordt geweigerd, indien:
- a.
het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomaten
is verleend;
- b.
de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de
openbare weg voor het publiek toegankelijk is;
- c.
de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben)
bereikt;
- d.
de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of
bewind is ingesteld over één of meer aan het toebehorende
goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19 van het Burgerlijk
Wetboek;
- e.
door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel
van de burgemeester de leef- of woonsituatie in de naaste
omgeving of het karakter van de winkelstraat / winkelbuurt op
ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;
- f.
de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd
oplevert met het geldende bestemmingsplan dan wel een
stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de
Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.
- 2.
De burgemeester kan ontheffing verlenen van de leeftijdsvereiste,
gesteld in het eerste lid, onder c.
Artikel 7
- 1.
Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning
vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient
de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde
bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat
de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is
verzonden.
- 2.
De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een
nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een
speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel
indien geen aanvraag is ingediend binnen 24 weken na het verlies van de
hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 8
De burgemeester kan de vergunning intrekken:
- a.
indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of
onvolledige opgave is verleend;
- b.
indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning
is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als
bedoel in artikel 6, eerste lid,
onder e;
- c.
indien gehandeld wordt in strijd met een aan de vergunning verbonden
voorschriften en beperkingen;
- d.
indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van
langer dan 24 weken wordt onderbroken.
Artikel 9
- 1.
Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van
de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning
te worden aangevraagd.
- 2.
In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier
weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te
worden aangevraagd.
- 3.
Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is
voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de
voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen
vergunning.
Artikel 10
Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dit
artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
twee maanden of een geldboete van de twee categorie.
Artikel 11
De opsporing van de in artikel 10 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan
de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde
opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college van
burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening
zijn belast, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn
vermeld.
Artikel 12
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze
verordening bepaald dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de
speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker,
te betreden verleend aan de ambtenaren.
Artikel 13
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is
bekend gemaakt.
- 2.
Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt:
- a.
de door de raad van de voormalige gemeente Coevorden op 13 juli
1987 vastgestelde "Verordening speelautomatenhallen
Coevorden";
- b.
de door de raad van de voormalige gemeente Dalen op 20 december
1994 vastgestelde "Verordening speelautomatenhallen".
Artikel 14
Deze verordening kan worden aangehaald als
"Verordening speelautomatenhallen Coevorden
1998".
Artikel 15
Vergunningen en ontheffingen -hoe ook genaamd- verleend krachtens een
verordening als bedoeld in artikel 13, lid 2, blijven -indien en voor zover
het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook
vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen
of ingetrokken- nog gedurende 2 jaren na de inwerkingtreding van deze
verordening van kracht.