Beleidsregels uitwegen Pijnacker-Nootdorp

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

• a.

  ‘ Algemene plaatselijke verordening’/APV:

• De op de gemeentelijke website gepubliceerde versie van de ‘Algemene plaatselijke verordening’ van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp;

• b.

  Bebouwde kom:

• De bebouwde kom of kommen waarvan Gedeputeerde Staten respectievelijk de raad de grenzen hebben/heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet;

• c.

  Breedte:

• De genoemde breedte van een uitweg bedraagt in principe de breedte op de perceelsgrens van het te ontsluiten perceel. Indien er sprake is van een noodzakelijke trapeziumvormige uitweg zal bekeken worden met welke minimale maat kan worden volstaan waarbij de overige toetscriteria ook toegepast worden.

• d.

  College:

• Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp;

• e.

  Uitweg:

• Een uitweg is de plek waar een perceel wordt ontsloten op de weg. De uitweg is de ruimte (uitgedrukt in lengte en breedte) tussen de kadastrale eigendomsgrens van een perceel en de openbare weg.

• f.

  Aanvraag uitwegvergunning:

• De aanvraag uitwegvergunning uit de APV is een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid van de Awb (Algemene Wet bestuursrecht), dat wil zeggen een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen;

• g.

  Omgevingsvergunning:

• De aanvraag uitwegvergunning uit de APV is een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder e van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht.

• h.

  Weg:

• weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet.

• i.

  Gebiedsontsluitingsweg:

• Een gebiedsontsluitingsweg (GOW) is in de Nederlandse wegcategorisering in principe een weg met gelijkvloerse kruisingen welke is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met wegen van een zelfde of lagere orde.

• 1.

  Een vergunningaanvraag tot wijziging of aanleg van een uitweg is een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘maken, hebben of veranderen van (het gebruik van) een uitweg’ (verder te noemen: uitwegvergunning) en wordt aangevraagd middels een daartoe bestemd aanvraagformulier Omgevingsvergunning.

• 2.

  In of bij de aanvraag om een uitwegvergunning verstrekt de aanvrager gegevens met betrekking tot;

  • a.

    de locatie van de uitweg aan het voor-, zij- dan wel achtererf;

  • b.

    de afmeting van de nieuwe uitweg, dan wel van de te veranderen bestaande uitweg en de beoogde verandering daarvan;

  • c.

    de te gebruiken materialen;

  • d.

    de aanwezigheid van obstakels die in de weg staan voor het aanleggen of voor het gebruik van de uitweg, zoals bomen, lichtmasten en nutsvoorzieningen.

• 3.

  Een aanvraag uitwegvergunning die niet met het aanvraagformulier is ingediend en/of niet is voorzien van de benodigde gegevens, wordt niet in behandeling genomen indien na een daartoe geboden gelegenheid om binnen een bepaalde termijn de ontbrekende gegevens alsnog in te dienen geen gebruik is gemaakt.

• 1.

  Burgemeester en wethouderskunnen een vergunning voor een nieuwe uitweg of een verandering van een bestaande uitweg binnen of buiten de bebouwde weigeren indien:

  • A:

    Bomen/groen op gemeente grond:

    • •

      de uitweg is geprojecteerd in openbaar groen tenzij aan de vergunning voorwaarden kunnen worden verbonden om de nadelige gevolgen te compenseren

  • B:

    Woningen:

    • •

      er bij woningen meer dan één uitweg per woning aangevraagd wordt;

    • •

      bij woningen binnen de bebouwde kom, de uitweg breder is dan 3,50 meter.

    • bij woningen buiten de bebouwde kom, de uitweg breder is dan 5,50 meter

    • •

      bij een dubbele uitweg naar twee woningen binnen de bebouwde kom de maximale breedte meer is dan 6,50 meter;

    • •

      de uitweg er toe leidt dat er voertuigen tussen de weg en het woonhuis, dat wil zeggen in de tuin, geparkeerd worden.

    • Uitzonderingen zijn situaties waarvan het bestemmingsplan parkeren in de voortuin toestaat of voorschrijft en tuinen met een carport of garage, mits deze tuinen tenminste 6 meter diep zijn.

  • C:

    Uitwegen naar bedrijven (op bedrijventerreinen)en voorzieningen:

    • •

      op het terrein of het perceel waartoe de uitweg aangelegd moet worden, zich een andere uitweg bevindt. De aanvrager dient, bij een aanvraag voor een tweede of derde uitweg aan te tonen dat de aangevraagde uitweg noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. De Gemeente Pijnacker-Nootdorp beoordeelt deze noodzaak en weegt het af tegen onder andere de verkeersveiligheid en de aanwezigheid van groenstroken en de gevolgen voor de parkeersituatie;

    • •

      de uitweg die aangevraagd wordt, breder is dan 7 meter. De aanvrager dient, bij een aanvraag voor een bredere uitweg, aan te tonen dat de breedte noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. De Gemeente Pijnacker-Nootdorp beoordeelt deze noodzaak en weegt het af tegen onder andere de verkeersveiligheid en de aanwezigheid van groenstroken en de gevolgen voor de parkeersituatie.

  • D:

    Specifieke verkeerssituaties, onoverzichtelijke/onveilige situaties, inrichting en doorstroming:

    • •

      de uitweg komt te liggen op of nabij een rotonde, kruising, splitsing van wegen, opstelstroken dan wel voorsorteervakken,

    • •

      de uitweg komt te liggen op een plaats waar onoverzichtelijke en/of onveilige situaties kunnen ontstaan;

    • •

      de uitweg komt te liggen op een plaats waar verlichting en/of bebording is aangebracht en deze uit oogpunt van veilig gebruik van de weg niet verplaatst kan/kunnen worden;

    • •

      de aanleg van de uitweg naar verwachting een sterk negatieve invloed zal hebben op de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid. Dit geldt met name voor gebiedsontsluitingswegen.

    • •

      het een aansluiting betreft op een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom met een lokale functie (60 km/u)

    • •

      het een aansluiting op een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom met een lokale functie (50 km/u) betreft. Op wegen van deze categorie zijn privé-aansluitingen in principe niet mogelijk..

  • E:

    Openbare parkeerplaatsen

    • •

      de uitweg tot gevolg heeft dat meerdere openbare parkeerplaatsen komen te vervallen, tenzij die:

    • binnen een afstand van 100 meter van de uitweg – op kosten van de aanvrager – worden gecompenseerd.

• 2.

  Burgemeester en wethouders weigeren een vergunning voor een nieuwe uitweg of een verandering van een bestaande uitweg binnen of buiten de bebouwde indien:

  • F.

    Weg met intergemeentelijke functie

    • •

      het een aansluiting op een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom met een intergemeentelijke functie (50 km/u) betreft. Op wegen van deze categorie worden nieuwe uitwegen niet toegestaan.

    • •

      het een aansluiting betreft op een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom met een intergemeentelijke functie (60 km/u). Nieuwe uitwegen zijn voor wegen van deze categorie niet toegestaan.

De aanvrager moet alle kosten die gepaard gaan met de aanleg, verandering of verwijdering van de uitweg (dus ook voor het deel in de openbare ruimte) voor zijn rekening nemen. Onder die kosten vallen in ieder geval:

• •

  het aanleggen, wijzigen of veranderen van de uitweg;

• •

  het verplaatsen van kolken, verlichting, bebording, nutsvoorzieningen of andere zaken;

• •

  de compensatie van het aantal vervallen openbare parkeerplaatsen en openbaar groen;

De uitweg wordt voor het deel dat ligt in de openbare ruimte aangelegd door de Gemeente Pijnacker-Nootdorp

Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen voor vergunningen uitwegen, die na het in werking treden van deze beleidsregels zijn ontvangen.

Het college behandelt aanvragen tot uitwegvergunningen volgens deze beleidsregel, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

De vergunning gaat krachtens rechtsopvolging onder algemene of bijzondere titel over op de rechtsopvolger(s). De rechtsopvolger(s) is/zijn gehouden de aan de vergunning verbonden voorschriften op te volgen.

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking.

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels uitwegen Pijnacker-Nootdorp’