Organisatie | Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Heffing Lijst der Geldelijke Regelingen |
Citeertitel | Verordening Heffing Lijst der Geldelijke Regelingen |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 11-3-2015
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad, 2015, 1459
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-03-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 11-03-2015 Provinciaal blad, 2015, 1459 | 2015000083 |
Artikel 1, Begripsomschrijving
a. Blok: geheel van in een herverkaveling begrepen onroerende zaken.
b. Eigenaar: degene die eigenaar is van een tot het blok behorende onroerende zaak en degene aan wie een recht van opstal, erfpacht, beklemming, vruchtgebruik, gebruik of bewoning toebehoort waaraan een in het blok begrepen onroerende zaak is onderworpen.
c. Lijst der Geldelijke Regelingen: lijst als bedoeld in artikel 62 van de Wet inrichting landelijk
gebied waaruit per eigenaar volgt welke kosten van de landinrichting over hem worden omgeslagen.
De Heffing Lijst der Geldelijke Regelingen wordt geheven van iedere eigenaar die schuldplichtig is voor de over hem omgeslagen kosten zoals bepaald in de Lijst der Geldelijke Regelingen.
Artikel 3, Heffing en invordering
1. De heffingsambtenaar is de provincieambtenaar die is belast met de heffing van belasting op grond van deze verordening. De invorderingsambtenaar is de provincieambtenaar die is belast met de invordering op grond van deze verordening.
2. De Verordening rechtsbescherming is van overeenkomstige toepassing op de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van en klachten over gedragingen van of toe te rekenen aan de in het eerste lid genoemde ambtenaren.
De hoogte van de schuldplichtigheid van de eigenaren volgt uit de Lijst der Geldelijke Regelingen waarop door Gedeputeerde Staten een correctiefactor is toegepast als bedoeld in artikel 90, vierde lid, van de Wet inrichting landelijk gebied.
Artikel 6, Tijdstip van betaling
1. De verschuldigde heffing wordt betaald binnen vier weken na dagtekening van het aanslagbiljet.
2. In afwijking van lid 1 moet de heffing, indien deze meer bedraagt dan € 10.000,--, binnen twaalf weken na dagtekening van het aanslagbiljet worden betaald.
Indien de over een eigenaar omgeslagen kosten lager zijn dan € 25,--, worden deze kosten niet geheven.
Indien uit de Lijst der Geldelijke Regelingen volgt dat een eigenaar niet schuldplichtig is, maar een vordering uit de landinrichting heeft, wordt dit bedrag door Gedeputeerde Staten aan deze eigenaar uitbetaald binnen vier weken nadat Gedeputeerde Staten de correctiefactor als bedoeld in artikel 90, vierde lid, van de Wet inrichting landelijk gebied hebben vastgesteld.
Bij de invordering van de Heffing Lijst der Geldelijke Regelingen wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10, Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking één dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Heffing Lijst der Geldelijke Regelingen.
Artikel 2: Met de Lijst der Geldelijke Regelingen wordt de herverkaveling in financiële zin afgewikkeld. Hierin wordt, op basis van het inrichtingsplan, de bijdrage van de gezamenlijke eigenaren (als bedoeld in artikel 17, tweede lid, sub f, van de Wet inrichting landelijk gebied) verdeeld over de individuele eigenaren. Daarnaast worden in de Lijst der Geldelijke Regelingen ook de verrekenposten over en weer tussen de verschillende bij de herverkaveling betrokken eigenaren opgenomen, zoals de verrekening van waardeveranderingen tussen ingebrachte en toegedeelde percelen, de financiële gevolgen van kortingen, onder- en overbedelingen en van de vestiging of opheffing van beperkte rechten (het recht van huur en dergelijke).
Artikel 4: In artikel 90, vierde lid, van de Wet inrichting landelijk gebied is bepaald dat nadat het
besluit tot vaststelling van de Lijst der Geldelijke Regelingen is genomen en de beroepstermijn is verstreken, dan wel, indien beroep is ingesteld, door de Rechtbank op het beroep is beslist, de kosten die over de eigenaren worden omgeslagen gecorrigeerd worden met een door Gedeputeerde Staten vastgestelde correctiefactor. Deze correctiefactor is het quotiënt van de definitieve kosten en de
kosten zoals deze in de Lijst der Geldelijke Regelingen zijn opgenomen. De hoogte van de schuldplichtigheid wordt dus bepaald nadat de correctiefactor op de over de eigenaren omgeslagen kosten is toegepast. Tegen het besluit tot vaststelling van de correctiefactor staat bezwaar en beroep open.
Artikel 6: Het is mogelijk dat uit een Lijst der Geldelijke Regelingen een aanzienlijke schuldplichtigheid voor bepaalde eigenaren volgt (bijvoorbeeld vanwege overbedeling van landbouwgrond). Deze eigenaren zullen zo nodig aanvullende financiering moeten regelen om de aanslag te kunnen betalen. De standaardbetalingstermijn van vier weken zal hiervoor in de regel onvoldoende zijn. Om die reden geldt voor een schuldplichtigheid van meer dan € 10.000,-- een afwijkende betalingstermijn van twaalf weken. Voor aanslagen tot en met € 10.000,-- geldt de standaardbetalingstermijn van vier weken.
Artikel 7: In artikel 91, derde lid, van de Wet inrichting landelijk gebied is geregeld dat wanneer de omgeslagen kosten lager zijn dan een bij een provinciale verordening bepaald bedrag, deze kosten niet worden geheven. De gedachte achter deze bepaling is dat inning van kosten beneden dit minimumbedrag hogere kosten met zich mee zou brengen dan de opbrengst van de inning zou opleveren. In dit artikel wordt dit minimumbedrag bepaald.