Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Coördinatieverordening Wro gemeente 's-Hertogenbosch

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCoördinatieverordening Wro gemeente 's-Hertogenbosch
CiteertitelCoördinatieverordening Wro gemeente 's-Hertogenbosch
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 149 Gemeentewet
  2. art. 3.30 Wet op de ruimtelijke ordening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-03-2015Nieuwe regeling

10-03-2015

Gemeenteblad nr. 33139 d.d. 27-03-2015

3951232

Tekst van de regeling

Intitulé

Coördinatieverordening Wro gemeente ‘s-Hertogenbosch

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 10 maart 2015;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 januari 2015,

regnr. 3951232;

gelet op art. 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en art. 149 Gemeentewet

Besluitvast te stellen de

Coördinatieverordening Wro gemeente ’s-Hertogenbosch

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    besluit: besluit als bedoeld in artikel 3:30 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • b.

    coördineren: het gelijktijdig en in samenhang voorbereiden van besluiten in één gezamenlijke procedure volgens de coördinatieregeling van Afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • c.

    bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • d.

    uitwerkingsplan, wijzigingsplan: een uitwerkingsplan, respectievelijk wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • e.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • f.

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • g.

    Wro: Wet ruimtelijke ordening;

  • h.

    omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wabo of een fase daarvan, als bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo;

  • i.

    aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een aanvraag om omgevingsvergunning heeft ingediend;

  • j.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ‘s-Hertogenbosch.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • 1.

    Deze verordening, gebaseerd op artikel 3.30, lid 1 van de Wro, is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding en bekendmaking van een besluit om een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan vast te stellen met het besluit over één of meer daarmee samenhangende omgevingsvergunningen, al dan niet met aan de omgevingsvergunning en/of aan het bestemmingsplan gerelateerde besluiten als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Besluiten die bij een samenloop met een omgevingsvergunning aanhaken en waarvoor een verklaring van geen bedenking nodig is van Gedeputeerde Staten en/of de Minister vallen buiten de reikwijdte van deze verordening.

Artikel 3 Besluiten die naast de omgevingsvergunning deel uit kunnen maken van de coördinatie met het besluit om een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan vast te stellen

De voorbereiding van onderstaande besluiten kan gecoördineerd worden met de in artikel 2 genoemde besluiten, die de basis vormen voor de toepassing van de coördinatieregeling op grond van deze verordening:

  • a.

    een verkeersbesluit als bedoeld in de Wegenverkeerswet en het besluit Administratieve Bepalingen voor het Wegverkeer;

  • b.

    het besluit tot vaststelling van een hogere waarde als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

Artikel 4 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd

In de volgende gevallen en onder de volgende voorwaarden kan het college besluiten als bedoeld in artikelen 2 en 3 gecoördineerd voorbereiden:

  • a.

    het besluit over een omgevingsvergunning die op het moment van indienen alleen op grond van artikel 2.10, lid 1, sub c of artikel 2.11, lid 1 van de Wabo geweigerd zou moeten worden en het besluit over het bestemmingsplan, het uitwerkingsplan of wijzigingsplan dat de omgevingsvergunning mogelijk maakt, maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten, en

  • b.

    een ander besluit, als dat bij de coördinatie wordt betrokken, is genoemd in artikel 3 en houdt verband met de aanvraag of met het bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan als bedoeld onder a en

  • c.

    door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat de besluiten als bedoeld onder a. en b. gecoördineerd kunnen worden voorbereid en

  • d.

    door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat zich geen belemmering als bedoeld in artikel 5 voordoet en

  • e.

    de aanvrager zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de gecoördineerde voorbereiding en met de gevolgen die dat voor de aanvrager heeft.

Artikel 5 Gevallen waarin geen coördinatie op grond van deze verordening plaatsvindt

In de volgende gevallen past het college geen gecoördineerde voorbereiding op grond van deze

verordening toe:

  • a.

    er moet op grond van § 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapportage worden opgesteld en het betreft geen deelproject van een grotere ontwikkeling waarvoor al een milieueffectrapportage is opgesteld;

  • b.

    er moet op grond van artikel 6.12 lid 1 van de Wro een exploitatieplan worden opgesteld en er kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.12 lid 2 van de Wro;

  • c.

    er blijkt dat één of meerdere van de gecoördineerde besluiten schade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en met de aanvrager geen overstemming is bereikt dat deze de schade voor zijn rekening neemt.

Artikel 6 Procedureregeling

  • 1.

    Het college kan een procedureregeling vaststellen ten behoeve van een goede uitvoering van de coördinatieregeling.

  • 2.

    De procedureregeling geeft in ieder geval aan binnen welke periode aanvragen ingediend moeten worden om voor coördinatie in aanmerking te kunnen komen.

  • 3.

    Zolang het college geen regeling als bedoeld onder lid 1 heeft vastgesteld, is, aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wro en op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5 "Samenhangende besluiten" van de Awb van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3:28 en 3:29 van die wet.

  • 4.

    Bij de toepassing van lid 3 is het college het aangewezen coördinerend orgaan als bedoeld in artikel 3:22 van de Awb.

  • 5.

    Als de gemeenteraad besloten heeft dat het wenselijk is dat de coördinatieregeling wordt toegepast in een of meer andere gevallen dan die welke in deze verordening zijn genoemd, dan zijn de leden 1 tot en met 4 van toepassing op de voorbereiding van de besluiten die behoren bij die gevallen.

Artikel 7 Intrekking verordening gemeente Maasdonk

De ‘Coördinatieverordening Wro gemeente Maasdonk 2014’ vastgesteld door de gemeenteraad van Maasdonk op 25 februari 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 8 Overgangsbepaling

De ‘Coördinatieverordening Wro gemeente Maasdonk 2014’ zoals vastgesteld op 25 februari 2014 blijft van kracht voor de voorbereiding van besluiten waarvoor krachtens diezelfde verordening is besloten coördinatie toe te passen vóór de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag volgend op die van de bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Coördinatieverordening Wro gemeente ’s-Hertogenbosch’.

's-Hertogenbosch,

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs. W.G. Amesz, mr.dr. A.G.J.M. Rombouts