Organisatie | Oisterwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Declaratiefonds 2015 |
Citeertitel | Verordening Declaratiefonds 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2015 | 01-01-2017 | Onbekend | 26-02-2015 | Onbekend |
Het doel van het Declaratiefonds is, door het verstrekken van een financiële tegemoetkoming voor sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten, voorkomen of doorbreken dat inwoners van de gemeente Oisterwijk met een laag inkomen in een sociaal-maatschappelijk isolement raken als gevolg van het om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.
Voor een financiële tegemoetkoming komt in aanmerking de persoon van 18 jaar of ouder, die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de voor hem geldende norm, zoals opgenomen in artikel 1, onder f, van deze verordening, en geen in aanmerking te nemen vermogen, zoals opgenomen in artikel 1, onder g, van deze verordening, heeft.
Bij het vaststellen van het vermogen wordt van het saldo op de lopende rekening een bedrag vrijgelaten in verband met lopende uitgaven ter hoogte van:
Alleenstaande van 23 jaar of ouder € 1300,00
Alleenstaande van 22 jaar € 1100,00
Alleenstaande van 21 jaar € 950,00
Artikel 4 Uitsluitingen doelgroep
Van een financiële tegemoetkoming zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:
Voor declaratie komen in aanmerking de kosten die zijn gemaakt voor of in verband met sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten. Het college stelt hier nadere regels over vast.
Een volgende aanvraag dient vergezeld te worden van een door het college vastgesteld declaratieformulier met declaraties over het voorgaande jaar. Indien de belanghebbende niet binnen één maand na het verstrijken van 12 maanden na een toekenning een nieuwe aanvraag over een volgend jaar indient, dient hij het declaratieformulier aan het college te zenden. Bij het declaratieformulier moeten originele bonnen/facturen worden ingediend.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
In bijzondere gevallen kan afgeweken worden van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aanvragen voor bijzondere bijstand voor maatschappelijke activiteiten, die voor de inwerkingtreding van deze verordening in behandeling waren, worden conform de ‘Regeling bijzonder bijstand 65+ maatschappelijke participatie WWB 2012 Gemeente Oisterwijk’ of conform de ‘Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012-A gemeente Oisterwijk’ afgehandeld.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op
26 februari 2015.
de griffier, de voorzitter,
Nelleke van Wijk Hans Janssen
Het declaratiefonds is een maatwerkvoorziening op grond van de Gemeentewet. Mensen die deelnemen aan sociale, culturele, sportieve of educatieve activiteiten krijgen, binnen de door de gemeente gestelde kaders, de daadwerkelijke kosten van deelname aan genoemde activiteiten vergoed.
Met het declaratiefonds wordt beoogd dat mensen die leven van een minimuminkomen toch deel kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer door middel van lidmaatschappen, cursussen, etcetera. Dit kan een sociaal isolement voorkomen.
De ‘geldende norm’ verdient een toelichting. Per 1 januari 2015 is de kostendelersnorm ingevoerd. Hierdoor wordt de uitkering lager al naar gelang er meer volwassenen in dezelfde woning wonen. Als we het recht op een financiële tegemoetkoming koppelen aan de kostendelersnorm komen veel werkenden niet in aanmerking, omdat zij minimaal het wettelijk minimumloon verdienen en bij inwoning dus een hoger inkomen hebben dan de kostendelersnorm. Dit willen we voorkomen. Daarom koppelen we het recht op de financiële tegemoetkoming aan een percentage van de norm gehuwden voor respectievelijk gehuwden (100%), alleenstaande ouders (70%) en alleenstaanden (70%). Dit is dus bewust niet de toepasselijke bijstandsnorm.
Onder deelname aan het maatschappelijk verkeer kunnen tal van activiteiten worden verstaan. Te denken valt onder meer aan het onderhouden van sociale contacten, contacten met lotgenoten en vrijetijdsbesteding zoals ontspanning, recreatie, het uitoefenen van hobby’s en het volgen van cursussen.
Dit artikel beschrijft wie in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds.
Iemand kan pas aanspraak maken op de financiële tegemoetkoming als hij gedurende 6 maanden voorafgaand aan de peildatum, een inkomen heeft van maximaal 110% van de voor die persoon geldende norm.
Norm gehuwden: 100% norm gehuwden;
Norm alleenstaande ouder: 70% norm gehuwden;
Norm alleenstaande: 70% norm gehuwden.
Bij het vaststellen van het vermogen wordt, afhankelijk van leefvorm en leeftijd, een bedrag vrijgelaten in verband met lopende uitgaven.
Ieder gezinslid heeft afzonderlijk recht op een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds.
Artikel 4 Uitsluitingen doelgroep
Dit artikel beschrijft welke personen geen aanspraak kunnen maken op een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds. Het gaat om studenten die een beroep (kunnen) doen op de Wet Studiefinanciering 2000 en vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel.
Verschillende kostensoorten voor sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten komen voor vergoeding in aanmerking. Het college zal met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen. Hierin zal ook richting worden gegeven aan de verschillende kostensoorten die voor vergoeding in aanmerking komen.
Artikel 6 Hoogte financiële tegemoetkoming
In dit artikel is de hoogte van de financiële tegemoetkoming geregeld. Er wordt onderscheid gemaakt in de hoogte van de tegemoetkoming naar leeftijd. Er worden 2 categorieën onderscheiden:
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Een aanvraag kan eenmaal per 12 maanden worden ingediend. Bij de eerste aanvraag wordt de financiële tegemoetkoming verstrekt.
Een volgende aanvraag dient vergezeld te gaan van een declaratieformulier met originele bonnen/facturen.
Het gedeelte van de toegekende en verstrekte vergoeding waarvoor geen declaraties zijn ingediend, vordert het college terug. Dit kan verrekend worden met de in een volgend jaar toegekende vergoeding.
Bijvoorbeeld: Iemand van 30 jaar vraagt voor zichzelf op 1 juni 2015 een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds aan en voldoet aan de voorwaarden. Hij krijgt per 1 juni 2015 € 153,00 toegekend. Bij de volgende aanvraag per 1 juni 2016 dient hij zijn declaratieformulier met originele bonnen/facturen in waarmee hij een bedrag van € 53,00 aan vergoedbare kosten declareert.
Omdat hij € 153,00 toegekend had gekregen en slechts € 53,00 declareert, wordt € 100,00 teruggevorderd en verrekend met de volgende toekenning. Hij krijgt bij deze toekenning dus € 153,00 - € 100,00 = € 53,00 uitbetaald.
Artikel 9 Intrekking/wijziging
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
In onvoorziene, bijzondere omstandigheden kan afgeweken worden van het gestelde in deze verordening.