Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere regels gemeente Eemsmond voor de opslag van mest en veevoer aansluitend op agrarische bouwpercelen - Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 |
Citeertitel | Nadere regels gemeente Eemsmond voor de opslag van mest en veevoer aansluitend op agrarische bouwpercelen - Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke ordening |
Geen.
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009, art. 4.19a, lid 9
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2015 | nieuwe regeling | 17-03-2015 Elektronisch Provincieblad, 26-03-2015 | A.25 |
Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 17 maart 2015, nr 558725, afd. RS, tot bekendmaking van hun besluit van 17 maart 2015, nr. A.25, tot het vaststellen van nadere regels voor de gemeente Eemsmond voor de opslag van mest en veevoer aansluitend op agrarische bouwpercelen - Omgevingsverordening provincie Groningen 2009.
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen
maken bekend dat in hun vergadering van 17 maart 2015, nr. A. 25 , is vastgesteld hetgeen volgt:
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen
dat in artikel 4.19a, zevende lid, van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 is bepaald dat een bestemmingsplan niet voorziet in de mogelijkheid tot oprichting van nieuwe agrarische bedrijfsbebouwing, bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van mestopslag en andere bouwwerken buiten de aangewezen agrarische bouwpercelen;
dat in artikel 4.19a, negende lid, van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om voor een gemeente of een groep van gemeenten nadere regels vast te stellen op grond waarvan een bestemmingsplan in tegenstelling tot het in het zevende lid bepaalde, kan voorzien in de oprichting van mestbassins, mestzakken, mestsilo's, kuilvoerplaten en sleufsilo's buiten het agrarische bouwperceel, mits de noodzaak daarvan is aangetoond en de nadere regels afdoende voorzien in bescherming van het landschap;
dat gebleken is dat zich in gemeenten bijzondere situaties voordoen waarin het gerechtvaardigd is dat een bestemmingsplan voorziet in de opslag van mest en veevoer buiten het agrarisch bouwperceel;
dat met de betrokken gemeente een bestuursovereenkomst is gesloten waarin bindend is vastgelegd op welke wijze de verschillende mogelijkheden voor de opslag van mest en veevoer buiten het agrarisch bouwperceel in het bestemmingsplan worden geregeld en de wijze waarop de onderscheiden bevoegdheden worden toegepast;
Gelet op artikel 4.19a, negende lid, van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009;
vast te stellen hetgeen volgt:
Nadere regels gemeente Eemsmond voor de opslag van mest en veevoer aansluitend op agrarische bouwpercelen - Omgevingsverordening provincie Groningen 2009
Artikel 2 Opslag van mest en veevoer aansluitend op het agrarisch bouwperceel
Een bestemmingsplan kan voorzien in een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid waarin aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid wordt toegekend om, met inachtneming van bij het plan te stellen voorwaarden, toe te staan dat voorzieningen voor de opslag van mest en veevoer niet binnen maar direct aansluitend op het in een bestemmingsplan aangewezen agrarisch bouwperceel worden gerealiseerd, binnen een afstand van maximaal 25 meter van de grens van het agrarisch bouwperceel. Er kan uitsluitend gebruik worden gemaakt van deze bevoegdheid indien: