Organisatie | Waterschap De Dommel |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap De Dommel 2009 |
Citeertitel | Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap De Dommel 2009 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur-waterschappen |
Externe bijlage | bevoegdhedenregister versie 17 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-05-2022 | 01-06-2021 | Wijziging bevoegdhedenregister | 13-05-2022 | ||
01-01-2020 | 19-05-2022 | wijziging | 26-11-2019 | Z59458 / B1174 | |
25-02-2019 | 01-01-2020 | Bijlage | 19-02-2019 | Z56866/I56355 | |
28-09-2018 | 25-02-2019 | bijlage | 31-07-2018 | Z51164/I53846 | |
30-11-2016 | 28-09-2018 | bijlage | 29-11-2016 Waterschapsblad, 30-11-2016 | . | |
24-03-2015 | 01-01-2015 | 30-11-2016 | nieuwe regeling | 17-03-2015 | Onbekend |
Het dagelijks bestuur, de watergraaf en de secretaris-directeur van Waterschap De Dommel,
dientengevolge met ingang van 1 januari 2015 de Organisatieregeling Waterschap De Dommel 2009 is ingetrokken en de Organisatieregeling Waterschap De Dommel 2015 in werking is getreden waardoor nadere afstemming van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap De Dommel 2009 met genoemde organisatieregeling 2015 is vereist;
Artikel 2 Verlening mandaat, volmacht en machtiging; ondertekening
Aan de secretaris-directeur wordt, onverminderd de in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde uitsluitingen, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het namens het dagelijks bestuur of de watergraaf nemen van besluiten ter uitoefening van de aan hen toekomende bevoegdheden, het verrichten van daarmee verbonden rechtshandelingen en het verrichten van daarmee samenhangende feitelijke handelingen met uitzondering van:
Besluit tot het vaststellen van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4. van de Waterwet, tenzij het de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk betreft waarvan geen ingrijpende wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie is te verwachten; 1
Het aangaan van convenanten, bestuursovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, voor zover deze bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële consequenties hebben of kunnen krijgen en de aard en het belang van de overeenkomst een nadere bestuurlijke belangenafweging vereist;2
Ondermandaten, volmachten en machtigingen die, na inwerkingtreding van deze regeling, aan de orde zijn worden door middel van een standaardformulier schriftelijk verleend en zijn direct na ondertekening van kracht.3 De verleende ondermandaten, volmachten en machtigingen worden vastgelegd in het Bevoegdhedenregister, dat periodiek vastgesteld wordt door de secretaris-directeur. Bevoegdheidstoekenningen aan de projectleider worden in het Bevoegdhedenregister opgenomen voor zover die niet in de (aanvullende) projectopdracht is opgenomen.
Artikel 4 Algemene voorwaarden (onder)mandaat
De uitoefening van (onder)gemandateerde bevoegdheden met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt met inachtneming van de vastgestelde regels omtrent het budgetbeheer en de uitoefening van budgettaire bevoegdheden zoals vastgesteld in de Budgethoudersregeling 2009 en de daarbij behorende Procuratieboom.
Artikel 6 Verdere ondermandaat, -volmacht en -machtiging
De verleende verdere ondermandaten, -volmachten en -machtigingen worden vastgelegd in het Bevoegdhedenregister, dat periodiek wordt vastgesteld door de secretaris-directeur. Bevoegdheidstoekenningen aan de projectleider worden in het Bevoegdhedenregister opgenomen voor zover die niet in de (aanvullende) projectopdracht is opgenomen.
De secretaris-directeur wordt in zijn functie als secretaris en als algemeen directeur bij tijdelijke afwezigheid vervangen door de directeur Bedrijfsvoering. Bij afwezigheid van laatstgenoemde vervangt de door het dagelijks bestuur daartoe schriftelijk aangewezen functionaris. De vervanger oefent voor de duur van de afwezigheid of verhindering de bevoegdheden van de secretaris-directeur uit.
Indien de uitoefening van een ondergemandateerde bevoegdheid de persoon, functie of enig ander belang van de ondergemandateerde zelf betreft, gaat het ondermandaat over op de (hiërarchisch) naast hogere functionaris; voor het geval het een directielid betreft wordt de bevoegdheid uitgeoefend door het andere directielid.
Het in een document vastleggen van een besluit of een (privaatrechtelijke) (rechts)handeling vastgesteld op basis van mandaat, volmacht of machtiging vermeldt, afhankelijk van wie de bevoegdheid afkomstig is, aan het slot:
Namens het dagelijks bestuur, Namens de watergraaf,
Het in een document vastleggen van een besluit of een (privaatrechtelijke) (rechts)handeling vastgesteld op basis van ondermandaat, -volmacht of -machtiging vermeldt, afhankelijk van wie de bevoegdheid afkomstig is, aan het slot:
de functie van de ondergemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde, Handtekening
(naam van de ondergemandateerde/ gevolmachtigde/ gemachtigde)
de functie van de ondergemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde,
(naam van de ondergemandateerde/ gevolmachtigde/ gemachtigde)
Artikel 9 Overgangsbepaling bestaande mandaten, machtigingen en volmachten
De vóór de inwerkingtreding van deze gewijzigde regeling overeenkomstig de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2009 reeds uitgeoefende bevoegdheden worden geacht te zijn gebaseerd op de in dit besluit opgenomen regeling.
Aldus vastgesteld in het dagelijks bestuur op 17 maart 2015
Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel
de watergraaf, de secretaris,
mr. drs. P.C.G. Glas, drs. R.E. Viergever
Aldus vastgesteld door de watergraaf op 17 maart 2015
De watergraaf van Waterschap De Dommel,
mr. drs. P.C.G. Glas
Aldus vastgesteld door de secretaris-directeur op 17 maart 2015
De secretaris-directeur van Waterschap De Dommel,
drs. R.E. Viergever
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE AMBTELIJKE BEVOEGDHEDENREGELING WATERSCHAP DE DOMMEL 2009
Het karakter van de bevoegdheden in de Ambtelijke bevoegdhedenregeling en het annexe Bevoegdhedenregister is gelet op de flexibele en veranderende organisatie generiek van aard. Daarmee wordt voorkomen dat de Ambtelijke bevoegdhedenregeling aan regelmatige verandering onderhevig is.
Er is gekozen voor één Ambtelijke bevoegdhedenregeling. Hierdoor wordt ook invulling gegeven aan het streven naar deregulering. De structuur van de regeling is als volgt:
In het Bevoegdhedenregister zijn de bevoegdheden derhalve gerangschikt naar functie. Per functie zijn de algemene en bijzondere bevoegdheden benoemd en vastgelegd. Het bevoegdhedenregister wordt beheerd door het proces juridische advisering.
Er is voor gekozen om alle bevoegdheden te mandateren aan de secretaris-directeur met uitzondering van een aantal specifiek bevoegdheden, waarvoor het dagelijks bestuur en de watergraaf geen mandaat, volmacht of machtiging kan verlenen. Deze bevoegdheden kunnen dus niet op een lager niveau uitgeoefend worden.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. In artikel 10:3 tweede lid geeft de Awb enkele voorbeelden van gevallen waarin mandaat in ieder geval niet wordt verleend:
Voorts bepaalt het derde lid van artikel 10:3 Awb dat mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter niet wordt verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
Wanneer de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet, kan ook de Awb niet precies zeggen. Behalve dat mandaat van een bevoegdheid op grond van de wet gewoon niet is toegestaan, kan dat ook van de omstandigheden van het geval afhankelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan: niet in deze omstandigheden of in deze omvang of aan deze gemandateerde of onder deze voorwaarden.
Onder a en b van dit artikel is geregeld dat projectplannen en leggers m.b.t. aanleg/wijziging van waterstaatswerken, die niet van ingrijpende betekenis zijn voor de waterstaatkundige situatie, ambtelijk zijn doorgemandateerd. Ook de inspraakverordening kent hiervoor een lichter regiem.
Onder c staat vermeld dat alleen het dagelijks bestuur vergunningen of ontheffingen mag verlenen aan het waterschap zelf, bijvoorbeeld een watervergunning voor het lozen van effluent van een rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap op oppervlaktewater binnen het beheersgebied van het waterschap.
Onder i: Uitgesloten van de mandatering aan de secretaris-directeur zijn convenanten, bestuursovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten met een bestuurlijk, beleidsmatig en/of financieel karakter die nadere bestuurlijke belangenafweging vereisen. Indien er sprake is van grote bestuurlijke, beleidsmatige en/ of financiële consequenties is – mede gelet op de bestuurlijke bevoegdhedenregeling – besluitvorming op algemeen bestuursniveau vereist (bijvoorbeeld het maken van afspraken tot het oprichten van een juridisch zelfstandige entiteit waarbinnen wordt samengewerkt). Zijn geen grote belangen in het spel, maar is nadere bestuurlijke belangenafweging wel vereist dan volstaat een beslissing op dagelijks bestuursniveau. Indien helemaal geen bestuurlijke belangenafweging is vereist omdat het bijvoorbeeld gaat om operationele zaken die passen binnen de reguliere bedrijfsvoering of waarover al eerder een nadere bestuurlijke belangenafweging heeft plaatsgevonden is de bevoegdheid wel gemandateerd en volstaat een beslissing op Ambtelijk niveau.
In artikel 3 kent het dagelijks bestuur en de watergraaf aan de secretaris-directeur de bevoegdheid toe om van het aan hem verleende mandaat ondermandaat te verlenen.
De bevoegdheden worden in een bevoegdhedenregister vastgelegd. Het bevoegdhedenregister is met betrekking tot nieuwe te (onder)mandateren bevoegdheden declaratoir en niet constitutief (rechtscheppend) van karakter. Door middel van een standaardformulier worden nieuwe bevoegdheden in het bevoegdhedenregister opgenomen.
In dit bevoegdhedenregister worden juridische en geen financiële en fiscale bevoegdheden vastgelegd.
Financiële bevoegdheden zijn vastgelegd in de Budgethoudersregeling 2009. Bij de uitoefening van bevoegdheden met financiële consequenties dient een (onder)mandaathouder dus ook te blijven binnen zijn financiële bevoegdheid op grond van de geldende Budgethoudersregeling, dan wel toestemming van de bij zijn besluit/rechtshandeling betrokken budgethouders.
Fiscale bevoegdheden worden niet in het bevoegdhedenregister opgenomen, omdat de meeste fiscale bevoegdheden bij wet zijn toegekend aan functionarissen belast met de heffing of invordering van belastingen. Daarbij is dus geen sprake van een afgeleide bevoegdheid, zoals bij delegatie of mandaat, maar van een rechtstreeks toegekende bevoegdheid (attributie).
Tot slot worden de specifieke bevoegdheden van toezichthouders, handhavers en opsporingsambtenaren en de namen van deze functionarissen opgenomen in het Aanwijzingsbesluit. In het bevoegdhedenregister wordt de algemene bevoegdheid van deze functionarissen opgenomen.
Dit artikel betreft de voorwaarden waaronder de bevoegdheid in mandaat en ondermandaat wordt uitgeoefend. De gemandateerde handelt overeenkomstig de beleids- en uitvoeringsregels die door het bestuur zijn vastgesteld, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Uit oogpunt van rechtszekerheid bepaalt primair de (onder)gemandateerde zelf of hij de bevoegdheid kan uitoefenen.
De (onder)mandaatgever bepaalt de frequentie van de inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid door de (onder)gemandateerde. Een goede inrichting van de informatievoorziening is hierbij van belang.
Op grond van artikel 5 geldt met betrekking tot volmacht en machtiging hetzelfde als ten aanzien van het (onder)mandaat.
De directeur Bedrijfsvoering, HR-managers en programmaeigenaren, procesmanagers en gemandateerd opdrachtgevers aan wie ondermandaat is verleend, wordt de bevoegdheid toegekend om verder ondermandaat te verlenen.
In artikel 7 is de algemene vervanging opgenomen. De concrete vervanging van de diverse functionarissen is vastgelegd in een regeling, die wordt beheerd door een door de secretaris-directeur aangewezen functionaris van het proces Personeel en Organisatie.
In artikel 8 is de ondertekening opgenomen. Afhankelijk van wie de bevoegdheid afkomstig is dient te worden ondertekend namens het dagelijks bestuur of de watergraaf.