Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Beleidsregel Bêd en Brochje in Leeuwarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingBeleidsregel Bêd en Brochje in Leeuwarden
CiteertitelBeleidsregel Bêd en Brochje in Leeuwarden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-08-201001-01-2016nieuwe regeling

18-05-2010

Huis aan Huis; 4 augustus 2010

-

Tekst van de regeling

SAMENVATTING

 

Op dit moment telt de gemeente ca. 30 bed en breakfast- voorzieningen. In het Frysk: bêd en brochje. Er is groei. Om deze reden dient aandacht aan deze vorm van logiesverstrekking bij particulieren thuis, in de eigen woning, besteed te worden. Een dergelijke voorziening in de woonomgeving moet in principe kleinschalig zijn.  Daarmee wordt geen afbreuk aan de leefbaarheid van straat en buurt gedaan. De logiesverstrekking moet bovendien voor de gast, de gastvrouw/gastheer en de buurt veilig zijn. Aan de andere kant mag een dergelijke activiteit niet overgereguleerd worden.

 

Om die reden voorziet deze notitie in een aantal beleidsregels ten aanzien van de ontwikkeling van deze activiteit. Het gaat om een verdere toelating op grond van ontheffingen van het bestemmingsplan en via binnenplanse vrijstellingen. Die bieden op die manier ook een handvat voor de handhaving van veiligheidsvoorschriften.

Het gaat om een logiesvoorziening, die niet meer dan ca. 30 % van de oppervlakte van een woning mag beslaan. De maximale ruimte die daarvoor gebruikt mag worden bedraagt 50m2. Bovendien wordt voorzien in een maximum van vier gasten over maximaal twee logiesruimten. Een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden is gelet op de omvang van de beoogde bêd en brochje-activiteit niet nodig. Het gaat dan om activiteiten waarbij geen alcoholhoudende drank verstrekt wordt.

Om de beleidsregels te plaatsen in een context geeft de notitie een inkijk bij andere wettelijke regelingen, die van toepassing zijn op bêd en brochje. Met die verewijzing wordt geen volledigheid beoogt.

 

De voorgestelde besluiten zijn te lezen in bijlagen 1 en 2.

1. INLEIDING............................................. 1

1.1 Algemeen............................................. 1

1.2 Ruimtelijke Ordening................................. 1

1.3 Horeca............................................... 1

1.4 Vervolg.............................................. 1

2.  BELEIDSREGELS........................................ 1

2.1    Ruimtelijke Ordening.............................. 1

2.2  Horecabedrijf ontheffing exploitatievergunning...... 1

3.     TOELICHTING....................................... 1

3.1 Definiëring.......................................... 1

3.2 Planologisch juridische regeling..................... 1

3.3. Horecanota.......................................... 1

3.4 Drank - en Horecawet................................. 1

3.5 Beroep en Bedrijf aan huis........................... 1

3.6 Reclame.............................................. 1

3.7 Wet milieubeheer..................................... 1

3.8 Bouwbesluit.......................................... 1

Bijlage  1............................................... 1

Bijlage  2............................................... 1

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Algemeen

 

Het aanbod van bêd en brochje (Frysk: voor bed and breakfast) bij particulieren thuis neemt toe. Het biedt particulieren de mogelijkheid om iets bij te verdienen. Ook in tijden van economische crises. Voor toeristen die Leeuwarden en omgeving bezoeken biedt het een goedkope overnachtingsmogelijkheid. Voor de gemeente zelf een kans op meer toeristen die de stad en haar omgeving bezoeken. De gemeente telt ca 30 bêd en brochjevoorzieningen.

De laatste tijd zijn er diverse verzoeken ingekomen om een bêd en brochje te mogen beginnen. Geconstateerd is dat de geldende bestemmingsplannen hier geen regels voor geven en derhalve iedere keer een procedure gevoerd moet worden.

Anderzijds bestaat de behoefte, ingegeven door de  Europese Diensten-richtlijn, om zo weinig mogelijk beperkingen aan dienstverrichters, zoals de aanbieders van deze logiesmogelijkheid, op te leggen.

 

Uit oogpunt van de belangen van een goed woon- en leefklimaat verdient de activiteit echter gemeentelijke aandacht. Met name voor de directe omgeving is het van belang hoe de voorziening zich manifesteert. Voorkomen moet worden dat door “wildgroei” van dergelijke activiteiten in specifieke woonbuurten een hotel, pension of een andere publiekaantrekkende voorziening ontstaat met als gevolg hinder en overlast voor de omgeving.

 

Vorenstaande geeft aanleiding tot het opstellen van deze notitie, die beoogt beleidsregels te benoemen waaraan en onder welke voorwaarden bêd en brochje kan worden toegestaan. Daarnaast wordt een algemene vrijstelling van de exploitatievergunningplicht, zoals voorzien in de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden, hierna: APV, voor horecabedrijven, voor “bêd en brochje” beoogd. 

1.2 Ruimtelijke Ordening

 

In dit verband moet geattendeerd worden op de in 1999 vastgestelde nota “De beroeps- en bedrijfsuitoefening in woningen tegen het licht”, waarin uitgangspunten zijn geformuleerd om aan huis bedrijfsactiviteiten toe te kunnen staan. Bêd en brochje vallen niet onder die activiteiten. Dat houdt in dat in voorkomend geval geconstateerd moet worden dat alvorens toestemming voor die activiteit te kunnen geven eerst een ro-procedure gevoerd moet worden (art. 3.23 Wet ruimtelijke ordening jo. art. 4.1.1.Besluit ruimtelijke ordening binnen de bebouwde kom en een projectbesluit, bestemmingsplan herziening buiten de bebouwde kom).

Bêd en brochje wordt over het algemeen gezien als een aan huis gebonden horeca- activiteit. Uitspraken van de Raad van State bevestigen dit standpunt, hetgeen reden geeft tot een in bestemmingsplannen op te nemen regeling, want binnen de bestemming “Wonen” (de activiteit is aan huis verbonden)  worden horeca-activiteiten in beginsel uitgesloten.

Voorts moet in acht genomen worden dat de bouwregelgeving eisen stelt aan de brandveiligheid van een gebouw, ook als het gaat om bêd en brochje-activiteiten.

 

Voorgesteld wordt om de bêd en brochje-activiteit toe te staan op dezelfde wijze als waarop andere kleinschalige bedrijfsactiviteiten aan huis zijn toegestaan. Kleinschalig omdat het aan huis gebonden is, zodat de woonfunctie altijd primair blijft. Voorts is gekozen om deze activiteit niet bij recht toe te laten, maar via een binnenplanse ontheffing, opdat enerzijds beoordeeld kan worden dat het om kleinschalige activiteit gaat en anderzijds om te beoordelen of het aspect brandveiligheid door de initiatiefnemer niet wordt vergeten. Uitgangspunt is derhalve een kleinschalige activiteit, die een beperkte oppervlakte van die van de woning (inclusief de oppervlakte van  de aan- uitbouwen en bijgebouwen) omvat (30% tot ten hoogste 50m2).

Voorts is het uitgangspunt dat per nacht tot ten hoogste aan 4 gasten over maximaal 2 slaapkamers logies mag worden geboden. Op deze wijze blijft de activiteit ondergeschikt aan de primaire woonfunctie.

1.3 Horeca

 

Het gaat om bedrijfsmatige logiesverstrekking op zeer beperkte schaal. Een horecabedrijf heeft een publieke functie. Logies bij particulieren thuis vindt plaats in de beslotenheid van de particuliere woning. Daarom is de activiteit niet als een daadwerkelijk horecabedrijf aan te merken.

Beperking van deze kleinschalige activiteit om redenen van openbare orde en veiligheid is niet evenredig in verhouding tot het doel van de regeling met betrekking tot de horeca in de APV. Er is geen dringende reden van algemeen belang om te stellen dat deze activiteit moet worden beheerst door middel van exploitatievergunningen Voor de hand ligt dan ook om bêd en brochje vrij te stellen van de exploitatievergunningplicht, zoals voorzien in de APV.

 

Deze vrijstelling zal niet kunnen gelden voor die bêd en brochje- voorzieningen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank geschonken wordt. Deze vallen onder het regime van de Drank- en Horecawet. De laatste wet vraagt een drank – en horecavergunning.

1.4 Vervolg

 

Het is van belang om allereerst de bêd en brochje activiteit te definiëren.

De definitie treft u aan in de voorgestelde beleidsregels.

Daarna volgen de overige voorgestelde beleidsregels met een voorstel voor de burgemeester om bêd en brochje vrij te maken van een exploitatievergunning. Vervolgens geven wij onder de toelichting nog een aantal regelingen weer die gelden voor de betreffende particuliere ondernemer. Het gaat om regelgeving met betrekking tot de veiligheid en dergelijke.

 

Die regels geven we niet uitvoerig weer. Immers informatie daarover is te vinden op de site: http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/

Ook bevat de site van de Stichting Bed en Breakfast informatie over het exploiteren van een bêd en brochje voorziening. Zie http://www.bedandbreakfast.nl/doc/Beleidsnotitie.doc .

Voor het doel van deze beleidsregels is het niet noodzakelijk deze allemaal te beschrijven. Exploitanten zien op die sites of zij zich moeten inschrijven bij de Kamer van Koophandel en het Bedrijfschap voor Horeca en Catering. Dit zijn verantwoordelijkheden voor de exploitant daar heeft het bestuur geen bevoegdheid.

 

De volgende beleidsregels worden voorgesteld.

Hoofdstuk 2 Beleidsregels

2.1 Ruimtelijke Ordening

 

1. Onder bêd en brochje wordt verstaan:

Het tegen betaling aanbieden van tijdelijk logies en ontbijt in een woning waarbij de volgende voorwaarden in acht genomen worden:

 

a. maximaal 30% van de (woon)oppervlakte van de woning (inclusief de aan-, uitbouw en bijgebouwen) tot ten hoogste 50 m2, mag ingericht worden voor de voorziening;

maximaal vier slaapplaatsen in ten hoogste twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf;

c.  de exploitant is hoofdbewoner en moet er daadwerkelijk wonen;

d.  de kamers maken deel uit van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;

 

Voor zover de functie van bêd en brochje niet in een bestemmingsplan is opgenomen kan ontheffingen worden verleend op een aanvraag daarvoor middels toepassing van art. 4.1.1, onder i, van het Besluit ruimtelijke ordening, mits de vestiging binnen de bebouwde kom zal zijn.

Indien de woning zich buiten de bebouwde kom bevindt moet toepassing worden gegeven aan een andere procedure van de Wet ruimtelijke ordening (projectbesluit of bestemmingsplanaanpassing).

Nieuwe bestemmingsplannen worden zodanig ingericht dat de bêd en  brochje – voorziening na een te verlenen binnenplanse ontheffing kan worden gerealiseerd.

Voor het overige gelden de volgende beleidsregels uit de nota “ De beroeps- en bedrijfsuitoefening in woningen tegen het licht” van september 1999

a.    De bouwmogelijkheden voor hoofd- en bijgebouwen mogen niet worden verruimd onder invloed van de bed & brochje activiteit, tenzij dat stedenbouwkundig verantwoord is;

b .   Reclame in de vorm van één naams­aanduiding of logo;met een lengte van niet meer dan 1 meter en een oppervlakte van niet meer dan 0.50 m2 in de vorm van niet uitstekende gevelreclame is toegestaan. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken mits de beleidsnota “Oog op reclame” daarin voorziet;

c.    De activiteit mag niet leiden tot parkeer- en verkeersoverlast;

d.    De activiteit mag niet leiden tot hinder of overlast voor het woonmilieu;

e.    Bij de beoordeling van de mate van overlast dienen tevens  het woningtype en het karakter van de buurt of de wijk te worden betrokken;

f.   Er moet voldoende bergruimte overblijven in of bij de woning.

 

Het ontwerp- besluit is verwoord in bijlage 1 van deze notitie.

 

2.2  Horecabedrijf ontheffing exploitatievergunning

 

Zoals eerder vermeld wordt de burgemeester voorgesteld om op grond van artikel 2:28c van de APV bed & brochje vrij te stellen van verplichting om een exploitatievergunning te hebben. Zie voor de concept- tekst bijlage 2.

De vrijstelling kan alleen gelden voor bêd en brochje- voorzieningen, waar geen alcoholhoudende drank aan gasten wordt verstrekt. De vrijstelling geldt niet voor die bêd en brochje- voorzieningen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank geschonken wordt. Deze vallen onder de regeling van de Drank- en Horecawet. De laatste wet vraagt een drank – en horecavergunning.

3. TOELICHTING

3.1 Definiëring

Een bêd en brochje voorziening is als volgt te omschrijven:

Het gaat om tegen betaling aanbieden van logies en ontbijt bij de exploitant in haar/ zijn woning. In tegenstelling tot een regulier horecabedrijf gaat het niet om een in het algemeen voor het publiek toegankelijke besloten ruimte. De voorziening wordt aangeboden bij particulieren thuis in de beslotenheid van de woning. Het gaat meestal om twee slaapkamers voor in totaal vier slaapplaatsen ( bedden). Veelal wordt de badkamer gedeeld met de exploitant of haar/zijn gezin. Het ontbijt wordt genuttigd in de betreffende slaapkamer(s) of in een gemeenschappelijke ruimte.

Om aangemerkt te worden als bêd en brochje moet de hoofdbestemming, op grond van het bestemmingsplan “Wonen” zijn. De feitelijke bestemming van de woning moet ook “wonen” zijn. De logiesverstrekking dient daaraan ondergeschikt te zijn. Een woning voor de helft of geheel ingericht als bêd en brochje voorziening voldoet niet aan de hiervoor genoemde beleidsregels. Verder dient de bêd en brochje voorziening te voldoen aan het gestelde in punt 1.

3.2 Planologisch juridische regeling

3.2.1 Regulier b&b

In de Leeuwarder bestemmingsplannen wordt onder de bestemming “wonen” geen mogelijkheid voor deze dienstverlening geboden.

Het aanbieden van bêd en brochje levert binnen de bebouwde kom in het algemeen echter weinig problemen op. Daarom zullen aanpassingen in het planologische regime plaats moeten vinden. In de tussentijd kan medewerking worden verleend met behulp van een ontheffing, als bedoeld in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening, in samenhang met artikel 4.1.1, eerste lid, onder i, van het Besluit ruimtelijke ordening, kan deze dienstverlening gefaciliteerd worden. In de toekomst zal de mogelijkheid om een bêd en brochje te exploiteren worden opgenomen in de bestemmingsplannen.

Een ontheffing zal niet verleend worden indien dit leidt tot een onevenredige aantasting van de woon-, verkeers- en parkeersituatie of dat gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen worden belemmerd. Het voornemen tot het verlenen van een ontheffing moet worden gepubliceerd. Derden- belanghebbenden kunnen tegen het voornemen zienswijzen indienen.

Via de ontheffing is altijd een controlemoment aanwezig. Bovendien kan de ontheffing in kopie worden verstrekt aan bouwtoezicht c.q. brandweer ter controle op brandveiligheidsvoorschriften.

Op termijn wordt oplopend met de actualisatie van bestemmingsplannen de functie in alle plannen op dezelfde wijze opgenomen.

Vooralsnog biedt de tamelijk eenvoudige procedure van artikel 4.1.1 Bro geen mogelijkheid om buiten de bebouwde kom bêd en brochje toe te staan. Indien in voorkomend geval daar om gevraagd wordt kan medewerking worden verleend via een projectbesluit of door middel van een aanpassing van het bestemmingsplan.

3.3 Horecanota

De Horecanota van december 2002 behandelt bêd en brochje niet expliciet. In onze gedachtengang valt bêd en brochje onder het horecabedrijf.

Dit is met name van belang omdat de Horecanota in de zgn. deconcentratiegebieden geen verdere groei van horeca toestaat. Bij bêd en brochje blijft echter de woonfunctie van de woning voorop staan en in tact. De dienstverlening blijft daaraan ondergeschikt. Het gaat niet om horeca, zoals hotels, motels, hostels, herbergen en dergelijke. Om die reden kan bêd en brochje in dergelijke gebieden worden toegelaten.

Overigens zal de Horecanota in 2010 herschreven worden. Deze notitie vindt daarbij aansluiting.

3.4 Drank - en Horecawet

Indien bedrijfsmatig alcoholhoudende drank aan gasten wordt verstrekt zal een drank- en horecavergunning moeten worden aangevraagd.

3.5 Beroep en Bedrijf aan huis

Deze notitie sluit aan bij de nota “ De beroeps- en bedrijfsuitoefening in woningen tegen het licht” van september 1999. Gelet op het eigenstandige karakter van deze dienstverlening zijn niet alle beleidsregels overgenomen. Bijvoorbeeld de beleidsregel met betrekking tot prostitutie is niet overgenomen.

3.6 Reclame

Volgens de beleidsregels in de december 2009 verschenen beleidsnota reclamebeleid “Oog voor reclame” is het toegestaan dat reclame voor een huisgebonden beroep gemaakt wordt.

Toegestaan is: één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1 meter en een oppervlakte van niet meer dan 0.50 m2. De reclame mag zich alleen manifesteren in de vorm van niet uitstekende gevelreclame. Die reclame mag niet verlicht mag zijn.

Weliswaar gaat het hierbij om reclame voor beroepen. Gelet op de omvang van de toegestane reclame is het niet bezwaarlijk om deze beleidsregel ook toe te passen voor een huisgebonden activiteit als bêd en brochje.

3.7 Wet milieubeheer

Op grond van de Wet milieubeheer en het Besluit Algemene regels inrichting milieubeheer hoeven inrichtingen waar voorzieningen aanwezig zijn voor het gelijktijdig kunnen verstrekken van uitsluitend logies en ontbijt aan ten hoogste 15 personen geen vergunningen te hebben. Die inrichtingen hoeven ook niet gemeld te worden.

3.8 Bouwbesluit

  • a.

    Brandveiligheid.

Op grond van het Bouwbesluit dient de logiesfunctie afgescheiden te worden van de woonfunctie (dus slaapkamers WBDBO van 30 minuten). Tevens dient de besloten ruimte (gang) naar de in- en uitgang voorzien te worden van rookmelders conform NEN 2555.

Op grond van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) hoeft er geen vergunning voor de hier beschreven bêd en brochje-activiteit gevraagd te worden. Ook hoeft geen melding gedaan te worden.

Naar verwachting geldt er per 1 januari 2011 één regeling met betrekking tot brandveiligheid.

b.Vereisten verblijfsruimten.

Voldaan zal moeten worden aan de vereisten voor verblijfsruimten, zoals weergegeven in het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit zijn bijvoorbeeld minimale eisen gesteld aan vloeroppervlakte en hoogte van de betreffende verblijfsruimten.

Bijlage 1

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEEUWARDEN;

Overwegende dat particulieren in de gemeente in toenemende mate in hun eigen woning voor toeristen en anderen op beperkte schaal logies en ontbijt, in Fryslân genoemd “bêd en brochje“, verstrekken;

Dat deze activiteit bijdraagt tot de economische bedrijvigheid in de gemeente;

Dat de huidige bestemmingsplan regelingen niet in “bêd en brochje“ voorzien, waardoor de exploitatie van deze dienstverlening onnodig belemmerd wordt;

Dat het daarom vooreerst wenselijk is, totdat alle Leeuwarder bestemmingsplannen voorzien in deze activiteit, om een aantal beleidsregels vast te stellen, waardoor de exploitatie van “bed en brochje” planologisch juridisch minder wordt belemmerd;

Besluiten:

de navolgende beleidsregels vast te stellen:

1. Onder bêd en brochje wordt verstaan:

Het tegen betaling aanbieden van tijdelijk logies en ontbijt in een woning waarbij de volgende voorwaarden in acht genomen worden:

  • a.

    maximaal 30% van de (woon)oppervlakte van de woning (inclusief de aan-, uitbouw en bijgebouwen) tot ten hoogste 50 m2, mag ingericht worden voor de voorziening;

  • c.

    maximaal vier slaapplaatsen in ten hoogste twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf;

  • c.

    de exploitant is hoofdbewoner en moet er daadwerkelijk wonen;

  • d.

    de kamers maken deel uit van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;

2. Voor zover de functie van bêd en brochje niet in een bestemmingsplan is opgenomen kan ontheffing worden verleend op een aanvraag daarvoor middels toepassing van art. 4.1.1, onder i, van het Besluit ruimtelijke ordening, mits de woning zich binnen de bebouwde kom bevindt of zal bevinden.

Indien de woning zich buiten de bebouwde kom bevindt moet toepassing worden gegeven aan een andere procedure van de Wet ruimtelijke ordening (projectbesluit of bestemmingsplanaanpassing).

Nieuwe bestemmingsplannen worden zodanig ingericht dat de bêd en brochje – voorziening na een te verlenen binnenplanse ontheffing kan worden gerealiseerd.

3. Voor het overige gelden de volgende beleidsregels uit de nota “ De beroeps- en bedrijfsuitoefening in woningen tegen het licht” van september 1999:

  • a.

    De bouwmogelijkheden voor hoofd- en bijgebouwen mogen niet worden verruimd onder invloed van de bed en brochje- activiteit, tenzij dat stedenbouwkundig verantwoord is;

  • b.

    Reclame in de vorm van één naamsaanduiding of logo;met een lengte van niet meer dan 1 meter en een oppervlakte van niet meer dan 0.50 m2 in de vorm van niet uitstekende gevelreclame is toegestaan. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken mits de beleidsnota “Oog op reclame” daarin voorziet;

  • c.

    De activiteit mag niet leiden tot parkeer- en verkeersoverlast;

  • d.

    De activiteit mag niet leiden tot hinder of overlast voor het woonmilieu;

  • e.

    Bij de beoordeling van de mate van overlast dienen tevens het woningtype en het karakter van de buurt of de wijk te worden betrokken;

  • f.

    Er moet voldoende bergruimte overblijven in of bij de woning.

4. Dit besluit treedt in werking een dag na de bekendmaking.

Leeuwarden, 18 mei 2010.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester,

secretaris.

Dit besluit is bekend gemaakt op 4 augustus 2010

Kopie: politie, Koninklijke Nederlandse Horecabond, Stichting Bed And Breakfast Nederland etc., Rechtbank Leeuwarden, Openbaar Ministerie.

Bijlage 2

De Burgemeester van Leeuwarden,

Overwegende,

dat het uit oogpunt van het algemeen belang niet dringend gewenst is dat particulieren, indien zij in de door hen bewoonde woningen op beperkte schaal logies en ontbijt, in Fryslân genoemd: “bêd en brochje“ , verstrekken, beschikken over een exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden;

dat om die reden deze particulieren vrijgesteld dienen te worden van het hebben van een exploitatievergunning voor het verstrekken van tijdelijk logies en ontbijt aan derden;

gelet op artikel 2:28c van de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden;

Besluit:

De navolgende bepalingen vast te stellen:

Artikel 1:

Onder bêd en brochje- voorziening wordt verstaan:

Het tegen betaling aanbieden van tijdelijk logies en ontbijt in een woning waarbij de volgende voorwaarden in acht genomen worden:

  • a.

    maximaal 30% van de oppervlakte van de woning tot en ten hoogste 50 m2, is ingericht voor de voorziening;

  • b.

    maximaal vier slaapplaatsen in ten hoogste twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf;

  • c.

    de exploitant hoofdbewoner is en daadwerkelijk woont in de woning;

  • d.

    de kamers maken deel uit van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;

  • e.

    er wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt.

Artikel 2.

De bêd en brochje- voorziening is vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden.

Artikel 3.

De in artikel 2 genoemde vrijstelling geldt in de gehele gemeente.

Artikel 4.

Dit besluit treedt in werking een dag na de bekendmaking

Leeuwarden, 18 mei 2010.

De burgemeester voornoemd,

Drs. F.J.M. Crone

Dit besluit is bekend gemaakt op 4 augustus 2010

Kopie: politie, Koninklijke Nederlandse Horecabond, Stichting Bed And Breakfast Nederland etc., Rechtbank Leeuwarden, Openbaar Ministerie,