Organisatie | Bunnik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP GEMEENTE BUNNIK 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2015 | 01-01-2015 | 12-03-2020 | Onbekend | 17-02-2015 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik,
gelet op de artikelen 11, vierde en vijfde lid, 12, tweede, derde en vierde lid, 14, 20, vierde lid en 21,
tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 en
de artikelen 2, derde lid, artikel 15 vierde lid, en artikel 16, tweede lid van de
Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2015;
besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Bunnik 2015;
ARTIKEL 3. HOOGTE PGB VOOR VOORZIENINGEN WMO 2015
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de voorziening technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering.
Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
ARTIKEL 6. BIJDRAGE IN DE KOSTEN VAN ALGEMENE VOORZIENINGEN WMO 2015
De bijdrage in de kosten van het collectief vervoer zoals de regiotaxi bestaat uit:
sprake is van een vervoersbehoefte wordt per enkele reis voor maximaal 5 zones tot een maximum van 778 zones per jaar een korting op het tarief geboden tot aan een reizigersbijdrage gelijk aan het geldende tarief van het reguliere openbaar vervoer.
ARTIKEL 7. HOOGTE EIGEN BIJDRAGE VOOR MAATWERKVOORZIENINGEN OF PGB’S WMO 2015
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening
van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit
ARTIKEL 8. BIJDRAGE WONINGAANPASSING MINDERJARIGE
Voor een maatwerkvoorziening in natura of een pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een
minderjarige is een bijdrage verschuldigd conform de geldende bepalingen voor overige
ARTIKEL 9. WAARDERING MANTELZORGERS
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit:
ARTIKEL 10. BETREKKEN VAN INGEZETENEN BIJ HET BELEID
De medezeggenschap van ingezetenen wordt vorm gegeven door het raadplegen van de Wmo-raad conform de ‘Verordening Wmo beraad’ en het bekendmaken van concept beleidsuitgangs-punten met de mogelijkheid voor burgers hierop te reageren.
ARTIKEL 11. CALAMITEITEN EN TOEZICHT
Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de verstrekking van een voorziening onverwijld aan de toezichthoudend ambtenaar. De toezichthoudend ambtenaar doet onderzoek en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld.
Het college van burgemeester en wethouders stelt een privacyprotocol vast. Dit protocol moet worden gevolgd door de medewerkers bij de hulpverlenende instanties en anderen die met de cliënt te maken krijgen.
Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.
Artikel 1. Voorzieningen jeugd
Een voorziening kan een breed spectrum van verschillende soorten ondersteuning, hulp en zorg omvatten. Een beschrijving is gewenst omdat de wetgever gemeenten opdraagt ervoor te zorgen dat de burger zich een beeld kan vormen van de voorzieningen in het kader van jeugdhulp.
Voor een deel van de hulpvragen zal volstaan kunnen worden met een vrij toegankelijke algemene
voorziening. Hier kunnen de jeugdige en ouders gebruik van maken zonder dat zij daarvoor een besluit
van de gemeente nodig hebben. De jeugdige en ouders kunnen zich voor deze jeugdhulp dus
rechtstreeks tot de jeugdhulpaanbieder wenden.
Een individuele voorziening zal vaak betrekking hebben op meer gespecialiseerde zorg. De gemeente bepaalt zelf welke hulp vrij toegankelijk is en welke niet. Voor de niet vrij toegankelijke vormen van ondersteuning zal door de gemeente of door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts en de jeugdhulpaanbieder eerst beoordeeld moeten worden of de jeugdige of zijn ouders deze ondersteuning daadwerkelijk nodig hebben.
Er is voor gekozen om de individuele voorzieningen in algemene categorieën (resultaatgebieden) te benoemen om voldoende ruimte te bieden aan de transformatie van de jeugdhulp. De benodigde hulp wordt afgestemd op de hulpvraag van de jeugdige of zijn ouders en het opgestelde (gezins)plan.
De keuze zoals benoemd onder artikel 1.2 is gebaseerd op de regionale aanbesteding middels deze vijf categorieën van zorg.
Artikel 2 Hoogte pgb voor Jeugdhulp
Bij de diverse tarieven is rekening gehouden met de deskundigheid van de hulpverlener.
Desondanks komt een organisatie met een passende AGB-code niet voor vergoeding van hetzelfde tarief als zorg in natura in aanmerking. Elke hulpaanbieder die aan de voorwaarden voldoet kan in aanmerking komen voor een contract met de gemeente voor levering van ondersteuning. De ondersteuning wordt dan als zorg in natura geleverd. Door bij een pgb een lagere vergoeding toe te staan wordt voorkomen dat aanbieders geen contact tekenen om onder bepaalde voorwaarden uit te komen. Bovendien is een belangrijk argument voor de keuze van een lager percentage om te komen tot een systeemverandering. Met de gecontracteerde aanbieders wordt een transitieagenda opgesteld waarin op basis van partnerschap gewerkt wordt aan het transformeren van het systeem.
Het uurtarief voor een niet daartoe opgeleid persoon bedraagt € 20,00 (prijspeil 2015).
Een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) ontvangt een lagere vergoeding dan een instelling; dit vanwege van het ontbreken van overheadkosten. Dit is conform huidig beleid van zorgverzekeraars.
Artikel 3 Hoogte pgb voor voorzieningen Wmo 2015
Bij de diverse tarieven is rekening gehouden met de deskundigheid van de zorgaanbieder.
Desondanks komt een organisatie met een passende AGB-code niet voor vergoeding van hetzelfde tarief als zorg in natura in aanmerking. Elke zorgaanbieder die aan de voorwaarden voldoet kan in aanmerking komen voor een contract met de gemeente voor levering van ondersteuning. De ondersteuning wordt dan als zorg in natura geleverd. Door bij een pgb een lagere vergoeding toe te staan wordt voorkomen dat aanbieders geen contact tekenen om onder bepaalde voorwaarden uit te komen. Bovendien is een belangrijk argument voor de keuze van een lager percentage om te komen tot een systeemverandering. Met de gecontracteerde aanbieders wordt een transitieagenda opgesteld waarin op basis van partnerschap gewerkt wordt aan het transformeren van het systeem.
In de Wmo bestond de mogelijkheid om financiële tegemoetkomingen te verstrekken. In de Wmo 2105 is deze mogelijkheid niet opgenomen. De gedachte hierachter is dat er in alle gevallen maatwerk geleverd moet worden en daar past een financiële tegemoetkoming niet bij. Voor degenen die op 31 december 2014 een vergoeding ontvingen wordt deze ongewijzigd voortgezet tot de datum dat de indicatie afloopt.
Artikel 6. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen Wmo 2015
De regiotaxi is een voorziening die door alle inwoners van de gemeente gebruikt kan worden. Voor degenen die niet in staat zijn om gebruik te maken van het openbaar vervoer wordt een korting op het tarief geboden. Voor een maximaal aantal zones per jaar betaalt men dan hetzelfde tarief als voor het openbaar vervoer.
Het belang van keuzevrijheid wordt als een groot goed gezien. Daarom wordt voor degenen die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, maar wel van de regiotaxi, de mogelijkheid geboden om in plaats van de korting op het tarief een jaarlijkse vergoeding te ontvangen in de vorm van een pgb.
Artikel 7. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s Wmo 2015
Hierdoor wordt aangesloten bij de maximaal toegestane grenzen voor eigen bijdragen.
Artikel 8. Bijdrage woningaanpassing minderjarige
Voor een maatwerkvoorziening in natura of een pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een
minderjarige is een bijdrage verschuldigd conform de geldende bepalingen voor overige
maatwerkvoorzieningen of pgb’s Wmo 2015.
Artikel 9. Waardering mantelzorgers
Mantelzorg is nog meer dan voorheen een belangrijke pijler voor de extramurale zorgverlening. Waardering is zondermeer nodig, echter het beschikbare budget is zeer beperkt. Naast een activiteit rondom de ‘Dag van de mantelzorg’ zal worden gezocht naar structurele activiteiten waaruit de waardering voor de mantelzorger blijkt en waarbij tegelijkertijd respijtzorg wordt geregeld. Te denken valt aan ‘een weekendje weg’ voor de mantelzorger en opvang voor de cliënt regelen.
Artikel 10. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
De Wmo-raad heeft zijn waarde bewezen en het ligt voor de hand deze manier van betrekken van inwoners bij het beleid te continueren. Daarnaast is het wenselijk de inwoners op een andere manier te betrekken. Dit kan door concept stukken ter inzage te leggen en inwoners te vragen hierop te reageren of door het organiseren van bijeenkomsten.
Persoonsgegevens moeten in alle fasen van het proces van de hulpverlening op zorgvuldige wijze worden gebruikt en beheerd. Transparantie daarover naar de cliënt en andere betrokkenen is een basisvoorwaarde die geldt in alle fasen, van toeleiding tot uitvoering. Het dossier van de cliënt moet in samenspraak met hem worden opgebouwd. Het opvragen en delen van persoonsgegevens moet altijd in dienst staan van de hulpvraag en dit mag niet verder gaan dan voor de hulpverlening nodig is. De betrokkenheid van de cliënt bij het opvragen en delen van persoonsgegevens moet vanzelfsprekend zijn.
De termijn van vier jaar sluit aan bij de cyclus die geldt voor het opstellen van een beleidsplan voor het sociale domein. Gelet op alle taken die er bij de invoering van de Wmo 2015 door de gemeente worden uitgevoerd is het wenselijk deze termijn voor de eerste keer te bekorten.