Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Etten-Leur

Beleidsregels Tegemoetkoming Kosten Kinderopvang bij Sociaal Medische Indicatie Gemeente Etten-Leur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEtten-Leur
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Tegemoetkoming Kosten Kinderopvang bij Sociaal Medische Indicatie Gemeente Etten-Leur
CiteertitelBeleidsregels Tegemoetkoming kinderopvang bij sociaal medische indicatie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nvt

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-11-201401-01-2013Nieuwe regeling

11-11-2014

Gemeenteblad 2014, nr. 66266

SL

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Tegemoetkoming Kosten Kinderopvang bij Sociaal Medische Indicatie Gemeente Etten-Leur

 

 

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    a. college: het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur;

    b. de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, zoals die geldt per 1 januari 2013;

    c. de bijstandswet: de Wet werk en bijstand (Wwb);

    d. indicatieadvies: een schriftelijke verklaring door het adviesorgaan waaruit blijktdat kinderopvang om sociaal medische redenen noodzakelijk is;

    e.het adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van de gemeente een

    indicatieadvies uitbrengt over de noodzaak van kinderopvang;

    f.tegemoetkoming: een aanspraak op financiële middelen voor de kosten vankinderopvang;

    g. minimuminkomen: 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    h. vermogen: optelsom van alle bezittingen;

    i. vermogensgrens: van toepassing zijnde vermogensgrens art. 34 Wwb;

    j. ouder(s): persoon met ten laste komende kind(eren).

HOOFDSTUK 2: RECHT OP VERGOEDING

Artikel 2. Tegemoetkoming kosten kinderopvang bij sociaal medische indicatie

  • 1.

    Het college kan aan een ouder, zoals bedoeld in artikel 3 van dit besluit, met een sociale medische indicatie, tijdelijk een financiële tegemoetkoming verstrekken voor de noodzakelijke kosten van kinderopvang voor kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. De eigen verantwoordelijkheid van ouders voor de opvang van hun kind(eren) ligt ten grondslag aan de beleidsregels.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op een ouder(s) met een kind of meerdere kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint, die volgens de gemeentelijke basisadministratie woonachtig is in de gemeente Etten-Leur, en:

    a. waarvan de ouder en/ of het kind tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking voor wie door het adviesorgaan is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, en;

    b. over een minimuminkomen beschikt tot 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, en;

    c. die aantoonbaar niet zelf in kinderopvang kan voorzien en geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening.

Artikel 4 Aanspraak op een tegemoetkoming

  • 1.

    Een ouder(s) heeft aanspraak op bijzondere bijstand als tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie indien:

    a. het college op grond van het indicatieadvies kan vaststellen in welke mate de ouder(s) in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in deze kosten, en;

    b. de ouder gebruik maakt van een geregistreerde kinderopvanginstelling (dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang);

Artikel 5 Voorliggende voorziening

  • 1.

    Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van:

    a. de Wet kinderopvang;

    b. de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz);

    c. de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

    d. voorzieningen voor voorschoolse educatie en peuterspeelzaal;

    e. opvangmogelijkheden bij de basisschool, grootouders of personen binnen het sociale netwerk.

HOOFDSTUK 3: VERPLICHTING

Artikel 6 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/ haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.

  • 2.

    Een ouder is verplicht aan het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan uitvoering van deze beleidsregels.

HOOFDSTUK 4: UITVOERINGSBEPALING

Artikel 7 Vaststellen van recht en noodzaak

  • 1.

    Het college stelt op aanvraag van de ouder(s) vast of er sprake is van een persoon zoals bedoeld in artikel 3 van deze regeling.

  • 2.

    Ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang heeft het college een indicatieadvies nodig van het adviesorgaan als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder e van deze beleidsregels.

  • 3.

    Het college is bevoegd af te wijken van het indicatieadvies voor wat betreft de omvang van de kinderopvang.

  • 4.

    Na indicatie stelt het college de tegemoetkoming kinderopvang vast tot ten hoogste de werkelijk gemaakte kosten aan noodzakelijk geachte kinderopvang en toetst dit aan de hand van inkomen en een specificatie van de feitelijke kosten.

  • 5.

    Het college kan, periodiek dan wel op elk moment, een onderzoek instellen naar de noodzaak en de rechtmatigheid van de tegemoetkoming kinderopvang.

  • 6.

    Het college is bevoegd bij verlenging van de sociale medische indicatie deze ambtshalve op grond van het eerste indicatieadvies vast te stellen.

Artikel 8 Aanvraag en betaalbaarstelling

  • 1.

    De aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt schriftelijk ingediend bij het college door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    a. naam, adres, burgerservicenummer, geboortedatum van de ouder(s);

    b. indien van toepassing: naam, burgerservicenummer en geboortedatum van de partner en, indien dit een ander adres is daarvan een opgave;

    c. naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    d. inkomensgegevens zoals loonstrook en/of uitkeringsspecificatie waaruit het totale netto maandinkomen van de ouder(s) blijkt ter vaststelling van de maandelijkse netto inkomsten;

    e. specificaties van alle bezittingen ter vaststelling van het vermogen;

    f. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten.

  • 3.

    Het college neemt binnen 8 weken na indiening van de aanvraag een besluit.

  • 4.

    De tegemoetkoming dient schriftelijk te worden aangevraagd onder overlegging van een offerte of een contract van de kinderopvanginstelling.

  • 5.

    De hoogte van de tegemoetkoming is gebaseerd op de uurtarieven van de kinderopvanginstelling in kwestie, mits deze instelling een geregistreerde kinderopvanginstelling is zoals beschreven in artikel 4.1a

  • 6.

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald per maand.

  • 7.

    Bij de ouder wordt erop aangedrongen middels een machtiging de tegemoetkoming rechtstreeks over te maken aan de kinderopvanginstelling.

  • 8.

    Het college kan nadere voorschriften stellen aan de wijze van uitbetaling.

Artikel 9 Ingangsdatum en duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming kan worden vastgesteld vanaf ten maximale 3 maanden voorafgaande aan het moment dat ouder de tegemoetkoming aanvraagt.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verstrekt met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

  • 3.

    De tegemoetkoming geldt voor maximaal 12 maanden.

  • 4.

    Mocht de ouder van mening zijn dat na de eerste periode van 12 maanden, opvang nog altijd noodzakelijk is, dan dient de ouder dit uiterlijk 2 maanden voor einddatum van de tegemoetkoming te melden bij het college, zodat tijdig een nieuw advies bij de GGD kan worden opgevraagd.

Artikel 10 Beperking tegemoetkoming en terugvordering

  • 1.

    De tegemoetkoming kan worden ingetrokken afwijkend van het door het college vastgestelde besluit indien:

    a. de ouder(s) niet voldoen aan de verplichtingen;

    b. de kinderopvang niet of niet meer plaatsvindt of is veranderd in vakantieopvang;

    c. de ouder(s) of het kind niet meer woonachtig zijn in Etten-Leur;

    d. de ouder(s) aanspraak kunnen maken op een voorliggende voorziening;

    e. de sociaal-medische indicatie komt te vervallen.

  • 2.

    Het college kan de tegemoetkoming terugvorderen van de ouder(s) op de volgende gronden:

    a. de hoogte van de bijdrage is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen door de ouder(s) en de ouder(s) had redelijkerwijs kunnen begrijpen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald;

    b. de ouder(s) heeft zonder geldige reden en zonder toestemming van het college niet of niet volledig gebruik gemaakt van de kinderopvang.

HOOFDSTUK 5: SLOTBEPALING

Artikel 11 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.

Artikel 12 Citeertitel

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: “Beleidsregels Tegemoetkoming kinderopvang bij

    sociaal medische indicatie”.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van publicatie en werken terug tot 1 januari 2013.

    Etten-Leur,

     

    Burgemeester en wethouders van Etten-Leur.

    De secretaris, De burgemeester,

     

    Mw. B.W. Silvis-de Heer. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.