Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2006
CiteertitelVerordening begrafenisrechten 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Schagen. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Schagen, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-200528-12-2012Nieuwe regeling

10-11-2005

Schager Weekblad, 21-12-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2006

De raad van de gemeente Schagen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Schagen van 27 september 2005;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

- BESLUIT -

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BEGRAFENISRECHTEN 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    Begraafplaats: de Algemene Begraafplaats.

  • b)

    Eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • c)

    Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.

  • d)

    Eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • e)

    Urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen.

  • f)

    Een asbus: een bus ter berging van as van een overledene.

  • g)

    Urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 3.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3.2 en 3.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3.2 en 3.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld is.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van begrafenisrechten wordt alleen kwijtschelding verleend van de rechten als bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening begrafenisrechten 2005” van 21 december 2004 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 5.

    De verordening kan worden aangehaald als de “Verordening begrafenisrechten 2006”.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 7, 8 en 10 november 2005.

, voorzitter

, griffier

Kosten en batenoverzicht begrafenisrechten 2006

1. Overzicht van de kosten en baten en de verdeling van de kosten

UITGAVEN

 

 

INKOMSTEN

 

 

Volgnr.

Omschrijving

Bedrag

Volgnr.

Omschrijving

Bedrag

470810

Water

€ 154

570810

Opbrengst

€ 119.406

470820

Beplantingsmateriaal

€ 258

 

 

 

470830

Machinaal grafdelven

€ 5.000

 

 

 

470840

Afvoer afvalstoffen

€ 1.030

 

 

 

470850

Algemene kosten

€ 516

 

 

 

470851

Stenenlichter grafzerken

€ 4.202

 

 

 

470870

Verzekeringen

€ 209

 

 

 

470880

Belastingen

€ 400

 

 

 

470890

Kapitaallasten

€ 2.671

 

 

 

470900

Kostenverdeelstaat

€ 104.666

 

 

 

460650

Kwijtscheldingen

€ 300

 

 

 

 

Totaal

€ 119.406

 

Totaal

€ 119.406

 

Verdeling van de kosten

 

 

 

Volgnr

Omschrijving

 

Graven

Onderhoud

470810

Water

€ 154

 

€ 154

470820

Beplantingsmateriaal

€ 258

 

€ 258

470830

Machinaal grafdelven

€ 5.000

€ 5.000

 

470840

Afvoer afvalstoffen

€ 1.030

 

€ 1.030

470850

Algemene kosten

€ 516

 

€ 516

470851

Stenenlichter grafzerken

€ 4.202

€ 4.202

 

470870

Verzekeringen

€ 209

€ 209

 

470880

Belastingen

€ 400

€ 400

 

470890

Kapitaallasten

€ 2.671

€ 2.671

 

470900

Kostenverdeelstaat

€ 104.666

€ 57.530

€ 47.136

460650

Kwijtscheldingen

€ 300

 

€ 300

 

Totaal

€ 119.406

€ 70.012

€ 49.394

Het totale kostenbedrag wordt met ingang van 2006 doorberekend in de tarieven € 119.406

Het dekkingspercentage is 100%.

Kostenverdeelstaat

 

 

Kosten binnen en buitendienst

35,00% van € 104,666

€ 36.632

Tractie

7,00% van € 104,666

€ 7.327

Bedrijfsgebouw

7,00% van € 104,666

€ 7.327

Personeel begraafplaats

51,00% van € 104,666

€ 53.380

 

100,00%

€ 104.666

 

 

Graven

 

Onderhoud

Kosten binnen en buitendienst

 

€ 36.632

 

 

Tractie € 7.327

33,33%

€ 2.442

67,67%

€ 4.885

Bedrijfsgebouw € 7.327

33,33%

€ 2.442

67,67%

€ 4.885

Personeel € 53.380

30,00%

€ 16.014

70,00%

€ 37.366

Totaal

 

€ 57.530

 

€ 47.136

2. Berekening van de tarieven voor 2006

Aantal uitgegeven graven:

Jaarlijks ORB

349

Afkoop ORB

310

Totaal

659

Kosten graven/begraven 2006

€ 70.012 geheel doorberekenen in de tarieven

Onderhoudskosten 2006

€ 49.394 geheel doorberekenen in de tarieven

Onderhoudsrecht per graf bedraagt € 49.394 : 659

€ 74,95

Afgerond tarief voor 2006

€ 75,00

Volledige kostendekkendheid zorgt voor algehele tariefsverhoging van 25%

Opbrengst onderhoudsrecht 2006 659 x €75

€ 49.425,00

Opbrengst graf- en begraafrechten 2006

€ 70.000,00

Totale opbrengst 2006

€ 119.425,00

Deze berekening hoort bij het raadsbesluit van 7, 8 en 10 november 2005 tot vaststelling van de tarieven genoemd in de Verordening begrafenisrechten 2006

De griffier van Schagen,

Bijlage Tabel 2006

behorende bij de " Verordening begrafenisrechten 2006"

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt voor een periode van 20 jaar geheven

 

€ 1.440

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt voor een periode van 20 jaar geheven

€ 360

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt voor een periode van 20 jaar geheven

€ 1.440

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt voor een periode van 20 jaar geheven

€ 480

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

€ 720

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

€ 180

1.7

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het velenen van dit recht

€ 720

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het dat wordt geheven voor het uitsluitend recht

€ 240

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 860

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 215

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

€ 515

Hoofdstuk 3 Grafbedekking en onderhoud

3.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen wordt geheven:

 

3.1.1

Voor de aanleg van een grafkelder

€ 490

3.1.2

voor het plaatsen van gedenktekenen, zerken en kruisen, per graf

€ 180

3.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats wordt geheven per jaar:

 

3.2.1

Voor een eigen graf

€ 75

3.2.2

Voor een urnengraf

€ 75

3.2.3

Voor een urnennis

€ 75

3.3

De rechten als bedoeld in 3.2 kunnen worden afgekocht voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel:

 

 

voor 1 jaar 1 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 2 jaar 2 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 3 jaar 3 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 4 jaar 4 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 5 jaar 5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 6 jaar 5,5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 7 jaar 6 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 8 jaar 7 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 9 jaar 8 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 10 jaar 9 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 11 jaar 9,5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 12 jaar 10 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 13 jaar 11 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 14 jaar 11 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 15 jaar 12 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 16 jaar 13 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 17 jaar 13 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 18 jaar 14 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 19 jaar 14,5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 20 jaar 15 maal het jaarlijks recht

 

Hoofdstuk 4 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

4.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen gravn in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 1,36

4.1.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 1,36

4.1.2

Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 1,36

Hoofdstuk 5 Opgraven

5.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 860

5.2

Voor het na opgraven weer begraven in hetzelfde graf wordt geheven

€ 420

5.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 700

Hoofdstuk 6 Overige heffingen

6.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier

€ 22

Behorende bij raadsbesluit van 7, 8 en 10 november 2005 tot vaststelling van de "Verordening begrafenisrechten 2006" .

De griffier van Schagen,