Organisatie | Hilvarenbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilvarenbeek 2015 |
Citeertitel | Vmo 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | Onbekend | 13-11-2014 Onbekend | Onbekend |
De gemeenteraad van de gemeente Hilvarenbeek;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2014
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.3.6 en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke
ondersteuning 2015 en artikel 149 van de Gemeentewet;
burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn, onvoldoende in staat zijn tot participatie, of niet in staat zijn zich zelfstandig te handhaven in de samenleving in verband met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen;
besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Hilvarenbeek 2015
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Maatschappelijke ondersteuning
Paragraaf 2.1 Procedure melding, onderzoek en aanvraag
Artikel 2.1.1 Melding en onderzoek
De medewerker bevestigt de melding schriftelijk en informeert de cliënt of degene namenswie de melding is gedaan over de mogelijkheid om binnen 7 dagen zelf een plan teoverleggen en gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning. De schriftelijke bevestiging van de melding kan achterwege blijven als door of namens de cliënt wordt aangegeven op basis van de verstrekte informatie naar aanleiding van de melding geen behoefte meer te hebben aan een verdere behandeling van zijn melding
Artikel 2.1.2 Weergave onderzoek
De medewerker verstrekt de Quickscan en / of (integrale) vraaganalyse zo spoedig mogelijk na afronding van het onderzoek aan de cliënt. Indien er een (integraal) plan van aanpak wordt opgesteld zal dit gelijktijdig verstrekt worden.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening.
Paragraaf 2.3 Criteria voor verstrekking van een maatwerkvoorziening
Artikel 2.3.1 Algemene criteria voor maatwerkvoorziening
Een cliënt komt binnen de kaders van de wet, het door de raad vastgestelde plan en deze verordening in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
ter compensatie van de beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen, als gevolg waarvan de cliënt niet voldoende in staat is tot zelfredzaamheid of participatie en voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld om zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en/of
Ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt dien de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen
De maatwerkvoorzienig levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Paragraaf 2.4 Aanvullende criteria maatwerkvoorzieningen zelfredzaamheid of participatie
Artikel 2.4.1 Algemene aanvullende criteria
In aanvulling op artikel 2.3.1 hanteert het college voor een maatwerkvoorziening, gericht op het versterken of behoud van de zelfredzaamheid of participatie de volgende criteria:
Artikel 2.4.2 Aanvullende criteria maatwerkvoorziening mantelzorgondersteuning met verblijf
Voor een maatwerkvoorziening ten behoeve van mantelzorgondersteuning, gepaard gaand met verblijf, gelden de volgende aanvullende criteria:
de cliënt is gedurende maximaal 3 etmalen per week aangewezen op deze maatwerkvoorziening.
Artikel 2.4.3 Aanvullende criteria voor maatwerkvoorziening doventolk
Voor een maatwerkvoorziening voor het inschakelen van een doventolk gelden de volgende aanvullende criteria:
Artikel 2.4.4 Aanvullende criteria maatwerkvoorziening sociaal-recreatief vervoer
Het college kan regels stellen waarbij het reisbereik per jaar gemaximeerd wordt bij de verstrekking van een vervoersvoorziening voor sociaal recreatiefvervoer. Het college legt het primaat bij het gebruik van het CVV, als het CVV de cliënt naar het oordeel van het college in voldoende mate in staat stelt tot participatie.
Artikel 2.4.5 Aanvullende criteria maatwerk woonvoorzieningen
Het college kan een maatwerk woonvoorziening verstrekken voor de aanpassing van de eigen woning als een verhuizing geen adequate oplossing biedt voor cliënt. Ook kan het college een maatwerkvoorziening verstrekken aan de cliënt die in een instelling woont, voor het bezoekbaar maken van een woning waarin hij regelmatig komt, in de zin dat de woonkamer en het toilet door hem bereikt en gebruikt kunnen worden, voor zover de woning in de gemeente Hilvarenbeek staat.
Paragraaf 2.6 Tegemoetkoming meerkosten
Artikel 2.6.1 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. Het college zal hierover nadere regels stellen.
Hoofdstuk 3 Ondersteuning in de vorm van een pgb
Artikel 3.1 Mogelijkheden tot het kiezen voor een pgb
Als een cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening, maar de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een door het college te verstrekken pgb, dient de cliënt daartoe volgens een door het college ter beschikking gesteld format een gemotiveerde aanvraag in, samen met een zorg- en budgetplan, waarbij de cliënt aangeeft:
Een cliënt heeft de mogelijkheid om diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het informele circuit, als hij daarvoor blijkens het ingediende zorg- en budgetplan aan die persoon een vergoeding verstrekt die past binnen de kaders van het maximale pgb-tarief dat het college ter beschikking stelt voor informele zorg. En als deze zorg voldoet aan het door het college te stellen kwaliteitseisen.
Artikel 3.2 Hoogte van het pgb en begroting
1.Het college stelt de hoogte van het pgb vast op basis van de door de cliënt ingediende
begroting voor de benodigde ondersteuning, voor zover dit blijft binnen de grenzen van de
maximale pgb-tarieven, zoals genoemd in deze paragraaf voor de betreffende vorm van
2.Het college houdt bij de vaststelling van de hoogte van het pgb rekening met de omstandigheid of er sprake is van professionele ondersteuning of ondersteuning in het informele circuit. De kostprijs van een persoonsgebonden budget voor een niet-materiële maatwerkvoorziening (dienstverlening) richt zich naar de kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura.
Het college stelt regels omtrent de differentiatie van de tarieven naar de wijze waarop het pgb wordt besteed. Hierbij kan ze het onderscheid maken tussen
ondersteuning door een organisatie of zelfstandige zonder personeel, waarbij
het college waar mogelijk aansluit bij de kwaliteitscriteria die worden gesteld aan
4.Voor zover de cliënt door de verstrekking van een pgb kosten bespaart voor een in zijn
situatie algemeen gebruikelijk te achten product, kan het college besluiten die kosten in
mindering te brengen op het pgb.
5.Het college kan regels stellen, omtrent de mogelijkheid om per jaar in de begroting een bedrag op te nemen dat niet bestemd is voor salariskosten, maar voor andersoortige kosten in relatie tot de dienstverlener. Dit kan dan alleen bij een pgb voor dienstverlening.
Artikel 3.3 Pgb overige maatwerkvoorzieningen
1.Het college stelt het pgb voor overige maatwerkvoorzieningen vast op maximaal dekostprijs van een maatwerkvoorziening in natura, waarbij het college er zorg voor draagtdat de cliënt met het pgb in staat is kwalitatief goede ondersteuning in te kopen.
2.Het college kan het pgb in ieder geval lager vaststellen dan de kostprijs van eenmaatwerkvoorziening in natura, als in de kostprijs salariskosten zijn begrepen en de cliënt
Hoofdstuk 4 Bijdragen voor het gebruik van voorzieningen
Paragraaf 4.1 Verschuldigdheid bijdrage voor voorzieningen
Artikel 4.1.1 Compensatie algemeen gebruikelijke kosten
1.De aanbieder van een algemene of maatwerkvoorziening kan aan de cliënt een bijdragevragen ter gehele of gedeeltelijke compensatie van de algemeen gebruikelijke kosten diede cliënt uitspaart doordat deze onderdeel uitmaken van de algemene ofmaatwerkvoorziening, voor zover dat tussen college en aanbieder is afgesproken. Het gaat hierbij in ieder geval om algemeen gebruikelijke kosten:
Artikel 4.1.2 Inkomensafhankelijke eigen bijdrage maatwerkvoorziening en pgb
1.Een cliënt is voor een maatwerkvoorziening of pgb een inkomens- en
vermogensafhankelijke eigen bijdrage verschuldigd.
2.Indien de maatwerkvoorziening of pgb is verstrekt ten behoeve van eenwoningaanpassing van een minderjarig kind, is de eigen bijdrage verschuldigd door de inartikel 2.1.5, eerste lid, van de wet, bedoelde persoon of personen. De eigen bijdrage is alleen verschuldigd op de meerwaarde welke optreedt als gevolg van de woningaanpassing.
3.In afwijking van het eerste lid is geen eigen inkomens- en vermogensafhankelijke bijdrage
Artikel 4.1.3 Berekening eigen bijdrage maatwerkvoorziening en pgb
1.De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb is gelijk aan de maximale eigen
bijdrage die mogelijk is op grond van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
b.voor een voorziening in natura, anders dan onder a: zolang de cliënt gebruik maaktvan of in het bezit is van de voorziening of, als dat korter is, totdat de niet per periodevastgestelde kostprijs van de eenmalig verstrekte voorziening is voldaan;
c.voor eenmalig verstrekte voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget:
tot de hoogte van het verstrekte persoonsgebonden budget is voldaan;
d.bij een periodieke pgb-verstrekking: over iedere periode waarover een pgb isverstrekt.
Paragraaf 4.2 Vaststelling kostprijs
Artikel 4.2.2 Vaststelling kostprijs maatwerkvoorziening in natura
1.De kostprijs van een eenmalig verstrekte maatwerkvoorziening in natura, anders dan voordienstverlening, opvang of beschermd wonen, wordt als volgt vastgesteld:
a.als er sprake is van een maatwerkvoorziening in natura die door de gemeente wordtgehuurd, wordt de kostprijs per periode vastgesteld en is gelijk aan de huur die degemeente voor de voorziening over die periode verschuldigd is aan de verhuurder van devoorziening;
b.als er sprake is van een maatwerkvoorziening in natura die door de gemeente wordt ofzou worden ingekocht, wordt de kostprijs vastgesteld op de vergoeding die de gemeente
hiervoor verschuldigd is of zou zijn als hij deze had ingekocht.
2.De kostprijs van een arrangement voor dienstverlening, opvang of beschermd wonen innatura wordt per periode vastgesteld en is gelijk aan de vergoeding die de gemeentevoor de dienstverlening, opvang of beschermd wonen over die periode verschuldigd is.
Hoofdstuk 5 Kwaliteit, klachten en inspraak
Artikel 5.1.1 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
worden opgenomen in de contracten met de aanbieders. Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen, waaronder voldoende deskundigheid van medewerkers daaronder begrepen door:
Artikel 5.1.2 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
een reële mix van opleiding en ervaring;
Het college kan de uiteindelijk over een kalenderjaar te betalen vergoeding aan eenaanbieder van dienstverlening korten met maximaal het bedrag waarmee bezoldigingenen uitgekeerde ontslagvergoedingen aan al dan niet ingehuurde (deeltijd) medewerkers,bestuurders en toezichthouders over dat jaar (naar rato) meer bedragen dan de normen,zoals bedoeld in artikel 2.3 en 2.10 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector.
3.Het college houdt bij het verlenen van de opdracht voor te leveren overige voorzieningen,rekening met:
1e aanmeten, levering en plaatsing van de voorziening;
2e instructie over het gebruik van de voorziening;
Artikel 5.1.3 Melding calamiteiten en geweld
maatwerkvoorziening actief aan de daarvoor door het college aangewezen
3.De toezichthoudend ambtenaar, bedoeld in artikel 6.1, van de wet, doet onderzoek naar de calamiteiten en geweldsincidenten en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld
Artikel 5.2.1 Klachten tegen medewerkers
De Klachtenregeling gemeente Hilvarenbeek is van toepassing voor de afhandeling van klachten (qua bejegening) van de cliënt dan wel diens vertegenwoordiger die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen (niet zorg-inhoudelijk) als bedoeld in deze verordening.
klachtbehandeling voldoende kenbaar zijn voor de cliënten van zijn organisatie.
3.Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de medezeggenschapsregelingen door periodieke overleggen met de aanbieders en een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek en indien gewenst in overleg met de cliëntenraden.
Artikel 5.3.2 Betrokkenheid ingezetenen bij de uitvoering van de wet
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 6 Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet
Artikel 6.1 Tegengaan oneigenlijk gebruik
Het college treft de nodige maatregelen om het oneigenlijk gebruik van
maatwerkvoorzieningen en pgb’s te voorkomen en fraude te bestrijden. Tot deze maatregelenbehoren in ieder geval:
a.samenwerking zoeken met organisaties die zich ook bezighouden met het tegengaan vanoneigenlijk gebruik en fraude op het terrein van de zorg of aanverwante terreinen;
d.het college maakt afspraken met aanbieders van voorzieningen over de facturatie,resultaatsturing en accountantscontroles, zodat declaraties en uitbetalingen inovereenstemming zijn met de contractuele afspraken, de leveringsopdracht, deprestatieafspraken en de feitelijk geleverde prestaties.
b.op de kwaliteit van de invulling van het door de cliënt te overleggen zorg- enbudgetplan, mede met het oog op de te bereiken resultaten;
1.Als het college een besluit tot verstrekking van een maatwerkvoorziening of pgb geheel ofgedeeltelijk heeft ingetrokken of ten nadelen van de persoon heeft gewijzigd, kan het
a.het pgb of de kostprijs van de maatwerkvoorziening geheel of gedeeltelijkterugvorderen;
2.Zodra de cliënt aan zijn betalingsverplichting ten aanzien van de terugvordering heeftvoldaan, meldt het college dit bij het CAK, zodat deze de grondslag van de verschuldigdeeigen bijdrage kan corrigeren.
Hoofdstuk 7 Slot- en overgangsbepalingen
Het college rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad welke resultaten in het betreffende jaar zijn behaald.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en door het college vastgestelde bedragen verhogen of verlagen. Het college kan per voorziening bepalen welke prijsindex hierbij wordt gehanteerd.
Artikel 7.4 Intrekking oude verordening
De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilvarenbeek 2007 wordt
Artikel 7.5 Overgangsbepalingen
1.Aanvragen voor ondersteuning die bij het college zijn ingediend voor 1 januari 2015 enwaarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, wordenafgehandeld krachtens deze verordening.
4.Het college heeft de bevoegdheid om een pgb dat is verstrekt onder de Vmo 2015 terug tevorderen op de in de betreffende Vmo 2015 genoemde gronden.
5.De cliënt aan wie voor 1 januari 2015 een voorziening is verstrekt waarvoor geen eigenbijdrage was verschuldigd op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning ishiervoor geen eigen bijdrage verschuldigd tot het moment er een heroverweging heeft plaats gevonden op basis van de Vmo 2015.