Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Participatiewet 2015 gemeente Geertruidenberg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Participatiewet 2015 gemeente Geertruidenberg
CiteertitelVerordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Participatiewet 2015 gemeente Geertruidenberg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 8b van de Participatiewet
  2. artikel 35 eerste lid onder c Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkeloze werknemers
  3. artikel 35 eerste lid onder c Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling

18-12-2014

Gemeenteblad, 24 december 2014, nr. 81478

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Participatiewet 2015

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

 

gezien het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 2014;

 

gelet op artikel 8b Participatiewet, artikel 35 eerste lid onder c Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkeloze werknemers en artikel 35 eerste lid onder c Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering ingevolge de Participatiewet of inkomensvoorziening ingevolge de IOAW en IOAZ alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van een uitkering ingevolge de Participatiewet of inkomensvoorziening ingevolge de IOAW en IOAZ bij verordening te regelen;

 

besluit:

 

Vast te stellen: de “Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Participatiewet 2015 gemeente Geertruidenberg”.

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • b.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • c.

      re-integratievoorziening: re-integratievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet Participatiebudget;

    • d.

      uitkering: uitkering ingevolge de Participatiewet, waaronder inbegrepen zowel algemene als bijzondere bijstand, en inkomensvoorziening ingevolge de IOAW en IOAZ;

    • e.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg.

Artikel 2 Fraudepreventie

Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van uitkering of een re-integratievoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ter controle van het beroep op uitkering wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 3 Controle

Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.Het college doet onderzoek naar de reden van de beëindiging van de uitkering en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.De onderzoeken als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 5 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 6 Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 Intrekking

De huidige “Verordening handhaving werk en bijstand 2013, gemeente Geertruidenberg”, wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de verordening zoals genoemd in artikel 7.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen 2015 gemeente Geertruidenberg, treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald: “Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Participatiewet 2015 gemeente Geertruidenberg”.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 18 december 2014,

De raad van Geertruidenberg,

de griffier,

de voorzitter,

 

 

drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere

drs. W. van Hees

Toelichting

 

 

Algemene toelichting

In artikel 8b Participatiewet is de verplichting opgenomen om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand. Door de invoering van de wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten (BUIG) per 1 januari 2010 is de gemeente ook verplicht bij de IOAW en de IOAZ nadere regels te stellen. Dit is opgenomen in artikel 35 eerste lid onder c Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkeloze werknemers en artikel 35 eerste lid onder c Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

 

Afgezien van de korte bepaling van de artikelen 8a van de Participatiewet en 35 eerste lid onder c van de IOAW en de IOAZ zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. In de Algemene bijstandswet was bepaald dat er in het jaarlijks verplicht gestelde beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De WWB, de IOAW en de IOAZ kennen geen verplichting om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen.

Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de Participatiewet, IOAW en IOAZ of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

 

De begrippen die niet zijn omschreven in de Participatiewet, IOAW en IOAZ of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

 

Artikel 2 Fraudepreventie

 

Dit artikel geeft aan het belang dat het college hecht aan het voorkomen van misbruik van uitkering en re-integratievoorziening. Aan de gevolgen van misbruik wordt preventief in de communicatie aan de burger (via algemene communicatie en beschikkingen) aandacht besteed. Eveneens zal door bestandsvergelijking fraude actief worden opgespoord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de informatie die afkomstig is van het Inlichtingenbureau.

 

Artikel 3 Controle

 

In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling geeft aan de controle op een goed gebruik van de voorzieningen. Dit kan aan de hand van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Ook zullen signalen van misbruik worden onderzocht. De controle strekt zich ook uit bij het beëindigen van een uitkering. De reden van beëindiging en de rechtmatigheid worden onderzocht, zodat tot een goede afhandeling gekomen kan worden van nog resterende wederzijdse verplichtingen. Controle zal niet alleen plaats vinden op de uitkeringsverstrekking maar ook op re-integratievoorzieningen.

 

Artikel 4 Nadere regels

 

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

 

Artikel 5 Uitvoering

 

Evenals de uitvoering van de Participatiewet ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

 

Artikelen 6 en 7 Intrekking en Inwerkingtreding

 

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 8 Citeertitel

 

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.