Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Castricum

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCastricum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2015'
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2016Nieuwe regeling

13-11-2014

Gemeenteblad, 76135

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

De raad van de gemeente Castricum;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2014;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a graf: een graf zonder kunstmatige wanden en bodem, bestemd voor het begraven van lijken van personen van 12 jaar en ouder;

b kindergraf: een graf zonder kunstmatige wanden en bodem, bestemd voor het begraven van lijken van personen tot 12 jaar;

c grafkelder: een ruimte voor een graf met kunstmatige wanden en bodem;

d grafruimte: een graf bedoeld onder a, b, of c;

e urnenmuur: verticaal bouwwerk, waarin nissen aanwezig zijn voor het bijzetten van asbussen;

f urnengraf: gelegenheid tot het bijzetten van asbussen, zowel in de vorm van betonnen putjes, fungerend als omhulsel van een asbus, welke zich zowel in de urnentuin alsmede, als tweede bijzettingsmogelijkheid, in een huurgraf kan bevinden, als in de vorm van een speciaal en uitsluitend voor bijzetting van asbussen ingerichte nis in een urnenmuur;

g urnentuin: het gearceerde gedeelte van de begraafplaats Onderlangs te Castricum en begraafplaats aan de Zuidkerkenlaan 25 te Limmen als zodanig aangegeven op bijbehorende, gewaarmerkte situatie;

h huurgraf: de grafruimte, die voor bepaalde tijd is uitgegeven met het uitsluitend recht om daarin te begraven overeenkomstig deze verordening;

i algemeen graf: de grafruimte, die door burgemeester en wethouders voor het begraven

van lijken ter beschikking is of wordt gesteld;

j rechthebbende van een graf: hij/zij, die ingevolge deze heffingsverordening bevoegdheden en diensten aanvraagt, dan wel degene, die van deze bevoegdheden en diensten gebruik maakt;

k begraafplaats: de begraafplaats “Onderlangs”,: Kramersweg 3 te Castricum, de algemene begraafplaats: Dielofslaantje 4 te Akersloot en de algemene begraafplaats: Zuidkerkelaan 25 te Limmen;

l asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

m urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

n urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden asbussen of urnen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

a het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

b het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen, die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2 Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

1 De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

2 Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1 De rechten als bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel moeten in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2 De overige rechten moeten worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

3 Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

4 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening lijkbezorgingsrechten 2014 van 14 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2015'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2014.

de griffier,

Mr. V.H. Hornstra

de voorzitter,

Drs. A. Mans