Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Groningen

Interimregeling waardevermeerdering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Groningen
Officiële naam regelingInterimregeling waardevermeerdering
CiteertitelInterimregeling waardevermeerdering
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt wanneer de Regeling Waardevermeerdering in werking treedt of zoveel eerder als Gedeputeerde Staten besluiten.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-03-201518-12-2015art. 1, 2, 3, 4, 7, 9, 12, 14, 15

17-03-2015

Elektronisch Provincieblad, 20-03-2015

Onbekend.
20-03-201506-11-201427-02-2015nieuwe regeling

09-12-2014

Elektronisch Provincieblad, 19-03-2015

546563
27-02-201521-03-2015art. 16

17-02-2015

Elektronisch Provincieblad, 26-02-2015

559940

Tekst van de regeling

Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 9 december 2014, nr. 546563, afd. ABJ, tot bekendmaking van hun besluit van 9 december 2014, nr. A.14, tot vaststelling van de Interimregeling waardevermeerdering

 

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

maken bekend dat in hun vergadering van 9 december 2014 , nr. A.14, is vastgesteld hetgeen volgt:

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende dat:

- in het akkoord "Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen" d.d. 17 januari 2014 en door Provinciale Staten van Groningen vastgesteld op 29 januari 2014, een ‘regeling waardevermeerdering’ is voorzien, die naar verwachting pas gereed zal zijn in de loop van 2015;

- tussen de deelnemers aan de Dialoogtafel is overeengekomen om in afwachting van de definitieve regeling een Interimregeling op te stellen;

- in de vergadering van de Dialoogtafel op 8 september 2014 aan de provincie Groningen het verzoek is gedaan om de Interimregeling waardevermeerdering overeenkomstig haar instructies op te stellen en na vaststelling in uitvoering te nemen;

- de Interimregeling zal worden vastgesteld als beleidsregel in de zin van artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht welke beleidsregel betrekking heeft op de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 8, eerste lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998;

Gelet op:

- artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

- het besluit van Provinciale Staten van 5 november 2014, waarbij kennis is genomen van het voornemen de Interimregeling waardevermeerdering en het Delegatiebesluit vast te stellen;

BESLUITEN:

Vast te stellen hetgeen volgt:

Interimregeling waardevermeerdering

Paragraaf 1, Inleidende en algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

     bouwkundig versterkende maatregelen: aanpassingen van de woning die gericht zijn op het beter aardbevingsbestendig maken van de woning;

  • b.

     woning: een gebouw of gedeelte van een gebouw dat bestemd is voor bewoning met inbegrip van de bijgebouwen die bijdragen aan de woonbestemming;

  • c.

     bedrijf: een onderneming die is ingeschreven in het handelsregister, dat wordt bijgehouden door de Kamer van Koophandel;

  • d.

     Energie Prestatie Advies: een advies van een volgens de beoordelingsrichtlijn BRL-9500-01 gecertificeerde adviseur inzake de vaststelling van het energielabel van een woning en van de mogelijke maatregelen tot verbetering van de energieprestatie van de woning;

  • e.

      eigenaar: eigenaar of zakelijk gerechtigde van een woning.

Artikel 2 Werkingsgebied

Deze regeling is van toepassing in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, De Marne, Eemsmond, Hoogezand-Sappemeer, Loppersum, Menterwolde, Slochteren, Ten Boer en Winsum.

Paragraaf 2, De subsidieaanvraag

Artikel 3 Indiening van de aanvraag

  • 1  Aanvragen worden ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), Postbus 779, 9700 AT Groningen of digitaal met gebruik van het digitale loket op de website www.snn.eu.

  • 2  Een aanvraag kan worden ingediend door de eigenaar.

  • 3  Indien door twee of meer eigenaren een gezamenlijke aanvraag wordt ingediend, wordt in de aanvraag vermeld wie de gezamenlijke aanvragers vertegenwoordigt.

Artikel 4 Bijlagen bij de aanvraag

  • 1  Bij de aanvraag dienen in elk geval de volgende documenten te worden ingezonden:

    • a.

       de onderbouwing van in het aanvraagformulier vermelde kosten, blijkende uit offerte(s) en/of opdrachtbevestiging ter onderbouwing van de subsidiabele kosten; en

    • b.

       een afschrift van de besluiten tot verlening van andere subsidies in de kosten van de op grond van deze regeling te subsidiëren activiteiten dan wel van de aanvragen tot verlening van deze andere subsidies.

  • 2  Voorts dienen bij de aanvraag te worden ingezonden:

    • a.

       een schriftelijk stuk als bedoeld in artikel 7, aanhef en onder a, van de NAM of het Centrum Veilig Wonen, tenzij aanvrager toestemming heeft verleend aan Centrum Veilig Wonen voor het aanleveren van deze gegevens;

    • b.

       een afschrift van het advies, bedoeld in artikel 7, aanhef en onder b;

    • c.

       een volmacht van de eigenaar of eigenaren die niet zelf de aanvraag indienen aan de indiener van de aanvraag;

    • d.

       een afschrift van de koopovereenkomst van de woning waaruit blijkt dat de aanvrager een koper is in de zin van artikel 7, aanhef en onder c; of

    • e.

       een afschrift van het document van oplevering van de woning waaruit blijkt dat de aanvrager een koper en/of eigenaar is in de zin van artikel 7, aanhef en onder d.

Artikel 5 Bijlage bij aanvraag van ondernemer

Indien de aanvrager ondernemer is in de zin van het VWEU-Verdrag zendt hij bij de aanvraag een de-minimis verklaring in, waaruit blijkt dat de aangevraagde subsidie geheel of gedeeltelijk kan worden verleend zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.

Paragraaf 3, Het besluit op de aanvraag

Artikel 6 Behandeling aanvraag en beslistermijn

  • 1  Een gezamenlijke aanvraag wordt behandeld als bundel van afzonderlijke aanvragen van de betrokken eigenaren.

  • 2  Gedeputeerde Staten besluiten binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag; de beslistermijn wordt verlengd met de termijn vanaf de uitnodiging aan de aanvrager tot aanvulling van de aanvraag tot het tijdstip waarop de aanvulling is ontvangen of waarop de termijn die op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht voor de aanvulling is gesteld, is afgelopen.

Artikel 7 Voorwaarden voor verlening

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

     de eigenaar van een woning waaraan door de de NAM of het Centrum Veilig Wonen blijkens een schriftelijk stuk aardbevingsschade van categorie a of b van ten minste € 1.000,- is vastgesteld;

  • b.

     de eigenaar van een woning waarvoor bouwkundig versterkende maatregelen worden voorzien, die in overeenstemming zijn met het schriftelijk advies van een door de NAM aangewezen inspecteur;

  • c.

     de koper van een bestaande woning waarvan de koopovereenkomst is gesloten op of na 17 januari 2014;

  • d.

     de koper van een nieuwbouwwoning waarvan de oplevering is gebeurd op of na 17 januari 2014.

Artikel 8 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd, wanneer verlening in strijd is met geldende voorschriften waaronder die van de Europese Unie.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

  • 1  De subsidiabele kosten zijn de kosten ter zake van de woningen, bedoeld in artikel 7, voor:

    • a.

       het verkrijgen van een Energie Prestatie Advies;

    • b.

        de uitvoering van navolgende energiebesparende of -opwekkende maatregelen:

      • 1.

         dak-, vloer- en gevelisolatie;

      • 2.

         muurisolatie;

      • 3.

         HR++(+) glas of isolerend glas voor monumenten;

      • 4.

         kozijnen vereist voor HR++(+) glas of kozijnen vereist voor isoleren glas voor monumenten;

      • 5.

         combiketel met hoog rendement inclusief daarvoor vereiste verwarmingselementen en leidingen voor zover niet aanwezig;

      • 6.

         (micro) HRe ketel;

      • 7.

         HR luchtverwarming;

      • 8.

         zonnepanelen en zonnecollectoren;

      • 9.

         zonneboiler;

      • 10.

        pelletkachel;

      • 11.

        warmtepomp;

      • 12.

        infraroodpanelen;

      • 13.

        warmte- koudeopslag;

      • 14.

        technieken voor warmteterugwinning;

      • 15.

        lage temperatuurverwarming;

      • 16.

        energiezuinige vloerverwarmingspomp;

      • 17.

        device te koppelen aan 'slimme' meter.

  • 2  Subsidiabele kosten in de zin van het eerste lid, aanhef en onder b, zijn de kosten van het aanschaffen van materiaal en de kosten van de installatie voor zover de installatie wordt uitgevoerd door een bedrijf.

Artikel 10 Subsidiabele kosten

  • 1  Kosten die zijn gemaakt ter voldoening aan contractuele verplichtingen die zijn aangegaan vóór 17 januari 2014 zijn geen subsidiabele kosten.

  • 2  Kosten die worden gefinancierd met andere subsidies dan op grond van deze regeling, zijn subsidiabele kosten voor zover die kosten met die andere subsidies niet volledig worden gefinancierd.

  • 3  Niet verrekenbare omzetbelasting behoort tot de subsidiabele kosten.

Artikel 11 Bepalingen omtrent de hoogte van de subsidie

  • 1  Het subsidiebedrag is 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4.000,- per woning.

  • 2  Het in het eerste lid vermelde maximumsubsidiebedrag wordt verminderd met het bedrag van de verrekenbare omzetbelasting.

Artikel 12 Volgorde bij verdeling van subsidieplafond

  • 1  Er wordt op basis van de volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag besloten.

  • 2  Voor zover door verlening van subsidie op aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Paragraaf 4, Het voorschot op de betaling van de subsidie

Artikel 13 Bevoorschotting

Er worden op de verleende subsidie geen voorschotten verstrekt.

Paragraaf 5, De vaststelling van de subsidie

Artikel 14 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1  De subsidieontvanger dient binnen één jaar na het besluit tot subsidieverlening een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2  Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3  De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend door de subsidieontvanger en omvat in elk geval:

    • a.

       één of meer facturen waaruit blijkt dat de getroffen maatregelen zijn uitgevoerd;

    • b.

       een opgave van de omzetbelasting die in rekening is gebracht voor de getroffen maatregelen voor zover deze omzetbelasting is verrekend;

    • c.

       een afschrift van de notariële akte waarbij de eigendom is verkregen, indien de subsidie als bedoeld in artikel 7, aanhef en onder c en d;

    • d.

       overige bescheiden welke in ieder geval worden bekend gemaakt op www.snn.eu.

Artikel 15 Beslistermijn

  • 1  Binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag tot vaststelling wordt daarop een besluit genomen.

  • 2  Artikel 6, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 6, Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding en duur

  • 1  Deze regeling treedt in werking na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 6 november 2014.

  • 2  Deze regeling vervalt wanneer de Regeling Waardevermeerdering in werking treedt of zoveel eerder als Gedeputeerde Staten besluiten.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Interimregeling waardevermeerdering.

Ondertekening

Groningen, 9 december 2014

Gedeputeerde Staten voornoemd:

M.J. van den Berg, voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

 

Groningen, 9 december 2014

Gedeputeerde Staten voornoemd:

M.J. van den Berg, voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

 

Uitgegeven.

De secretaris:

H.J. Bolding, secretaris