Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haren

Referendumverordening gemeente Haren 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReferendumverordening gemeente Haren 2014
CiteertitelReferendumverordening gemeente Haren 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 149 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-05-201424-09-2020Nieuwe regeling

24-03-2014

Gemeenteblad 2014 25350

Initietiefvoorstel 12 - 5 maart 2014

Tekst van de regeling

Intitulé

Referendumverordening gemeente Haren 2014

De raad van de gemeente Haren,

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

gezien het initiatiefvoorstel van de fractie van het CDA;

gezien het advies van het college van burgemeester en wethouders van 3 maart 2014;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Referendumverordening gemeente Haren 2014

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      concept raadsbesluit: een aan de raad voorgelegd besluit dat op de agenda van de raadsvergadering is opgenomen;

    • b.

      referendum: stemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een concept raadsbesluit;

    • c.

      kiesgerechtigden: diegenen die stemrecht hebben voor de verkiezing van de leden van de raad;

    • d.

      raadgevend referendum: een referendum dat op initiatief van burgers wordt gehouden;

    • e.

      raadplegend referendum: een referendum dat op initiatief van een of meerdere raadsleden wordt gehouden.

  • 2.

    Een referendum kan worden gehouden tegelijk met een verkiezing of een ander referendum.

Artikel 2 Referendabele besluiten

Concept raadsbesluiten kunnen onderwerp zijn van een referendum, met uitzondering van besluiten:

  • a.

    over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen en schenkingen;

  • b.

    over de hoogte van geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers en hun nabestaanden;

  • c.

    de vaststelling, wijziging of intrekking van de arbeidsvoorwaardenregeling en daaruit voortvloeiende besluiten met betrekking tot de griffier en de medewerkers van de griffie;

  • d.

    over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;

  • e.

    over de vaststelling van gemeentelijke tarieven en belastingen;

  • f.

    over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

  • g.

    in het kader van deze verordening;

  • h.

    ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • i.

    die naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen besluit waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden; of

  • j.

    waarvan de raad van mening is dat andere dringende redenen aanleiding zijn om geen referendum te houden.

Hoofdstuk II Referendumcommissie

Artikel 3 Samenstelling referendumcommissie

  • 1.

    De raad stelt een onafhankelijke referendumcommissie in en benoemt en ontslaat haar leden.

  • 2.

    De referendumcommissie bestaat uit vijf leden en kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3.

    Voor de besluitvorming is een quorum vereist van drie leden. Bij het staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 4.

    De commissie wordt ondersteund door de griffier of een door de griffier aan te wijzen medewerker van de griffie.

  • 5.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 6.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende leden kunnen worden herbenoemd.

  • 7.

    De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij die aftreden of ontslag hebben genomen blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 8.

    De burgemeester en/of de wethouder(s) wonen op verzoek van de commissie de vergaderingen bij.

Artikel 4 Taken referendumcommissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak:

    • a.

      de raad te adviseren over de toepassing van artikel 2;

    • b.

      de raad een voorstel te doen voor de vraagstelling van een referendum;

    • c.

      toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de organisatie van het referendum;

    • d.

      toezicht te houden op de objectiviteit van de door de gemeente te verstrekken voorlichting;

    • e.

      de raad te adviseren over de evaluatie van gehouden referenda en van voorstellen en verzoeken die niet tot een referendum hebben geleid.

  • 2.

    De commissie adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen.

  • 3.

    De commissie brengt van haar werkzaamheden verslag uit aan de raad.

  • 4.

    De adviezen van de commissie zijn openbaar.

Hoofdstuk III Bijzondere bepalingen over het raadgevend referendum

Artikel 5 Inleidend verzoek op initiatief van burgers

  • 1.

    Een verzoeker kan schriftelijk een inleidend verzoek voor het houden van een raadgevend referendum indienen bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Het inleidend verzoek geeft aan om welk te nemen besluit het gaat en wordt ten minste vijf werkdagen vóór de raadsvergadering, waarvoor het besluit dat onderwerp is van het inleidende verzoek is geagendeerd, ingediend.

  • 3.

    Het inleidend verzoek dient door ten minste vijftig kiesgerechtigden te worden ondersteund.

  • 4.

    De ondertekenaars geven, op door de gemeente verstrekte lijsten, aan hun:

    • a.

      naam;

    • b.

      adres;

    • c.

      woonplaats;

    • d.

      geboortedatum;

      en ondertekenen het inleidend verzoek. De blanco lijsten mogen worden gekopieerd.

  • 5.

    Het inleidend verzoek wordt door de voorzitter van de raad aan de in deze verordening bepaalde vereisten getoetst en vervolgens legt de voorzitter zijn bevindingen voor aan de raad.

  • 6.

    Indien het inleidend verzoek voldoet aan de in deze verordening bepaalde vereisten, besluit de raad in de in het tweede lid bedoelde vergadering de besluitvorming over het voorgenomen besluit met ten minste twee maanden te verdagen, zodat een definitief verzoek tot het houden van een referendum kan worden ingediend.

  • 7.

    De voorzitter van de raad maakt het besluit inzake het inleidende verzoek zo spoedig mogelijk openbaar op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 6 Definitief verzoek op initiatief van burgers

  • 1.

    Binnen zes weken na de dag waarop het besluit bedoeld in artikel 5, zevende lid, is bekend gemaakt wordt door verzoekers een definitief verzoek tot het houden van een raadgevend referendum bij de voorzitter van de raad ingediend.

  • 2.

    Een definitief verzoek dient ten minste door driehonderd kiesgerechtigden te worden ondersteund. De kiesgerechtigden die het inleidende verzoek hebben ondersteund, worden tevens geacht het definitief verzoek te ondersteunen.

  • 3.

    Artikel 5, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    De daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten worden:

    • a.

      op bij openbare bekendmaking gemaakte plaatsen neergelegd; of,

    • b.

      aan ondertekenaars beschikbaar gesteld. De blanco lijsten mogen worden gekopieerd.

  • 5.

    Binnen vier weken na de dag van ontvangst van het definitief verzoek wordt het verzoek door de raad in zijn vergadering aan de in deze verordening bepaalde vereisten getoetst.

  • 6.

    Indien het definitief verzoek voldoet aan de in deze verordening bepaalde vereisten, besluit de raad dat een raadgevend referendum wordt gehouden.

  • 7.

    De voorzitter van de raad maakt het besluit inzake het houden van een raadgevend referendum zo spoedig mogelijk openbaar op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen over het raadplegend referendum

Artikel 7 Verzoek op initiatief van de raad

  • 1.

    Een of meer leden van de raad kunnen een voorstel doen tot het houden van een raadplegend referendum.

  • 2.

    Het voorstel wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 3.

    De raad toetst het voorstel aan de in artikel 2 gestelde uitzonderingen en besluit aansluitend of een raadplegend referendum kan worden gehouden.

  • 4.

    De voorzitter van de raad maakt het besluit inzake het houden van een raadplegend referendum zo spoedig mogelijk openbaar op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Hoofdstuk V Aanvullende bepalingen over het raadgevend en raadplegend referendum

Artikel 8 Aanhouden beslissing

  • 1.

    Indien de raad heeft bepaald dat over een te nemen besluit een raadgevend of raadplegend referendum kan worden gehouden, dan wordt het concept raadsbesluit op de gangbare wijze behandeld.

  • 2.

    De stemming over het door de raad te nemen besluit, zoals dat luidt na verwerking van de aanvaarde amendementen, wordt aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop de uitslag van het referendum bekend is, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het inleidende of het definitieve verzoek wordt beslist.

  • 3.

    Indien de eerstvolgende vergadering na de uitslag van het referendum niet binnen vier weken valt, wordt binnen die termijn ten behoeve van de stemming een extra vergadering bijeengeroepen.

Hoofdstuk VI Overige bepalingen

Artikel 9 Datum

De raad stelt tegelijk met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, gehoord het college, de dag vast waarop het referendum wordt gehouden.

Artikel 10 Vraagstelling

  • 1.

    Tenzij de raad anders besluit wordt bij het referendum aan de kiesgerechtigden de vraag voorgelegd of zij vóór of tegen het concept raadsbesluit zijn.

  • 2.

    Bij de vaststelling van een afwijkende vraagstelling laat de raad zich daarover adviseren door de onafhankelijke referendumcommissie, zoals beschreven in artikel 4, eerste lid, onder sub b.

  • 3.

    De vraagstelling dient helder en eenduidig beantwoordbaar te zijn.

  • 4.

    De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepkaart.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    Nadat is besloten tot het houden van een referendum, brengt de raad een bedrag op de begroting voor voorlichting en organisatie.

  • 2.

    Indien een referendum wordt gehouden na een inleidend verzoek van de bevolking, wordt geen vergoeding, subsidie of anderszins voor gemaakte kosten toegekend.

Artikel 12 Uitvoering

Het college is belast met de organisatie en uitvoering van het referendum.

Artikel 13 Procedure stemming

De bepalingen van de Kieswet en het Kiesbesluit zijn op de gang van zaken bij het referendum van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Geldigheid van de uitslag

  • 1.

    Het referendum is geldig, indien het aantal geldig uitgebrachte stemmen meer bedraagt dan 30% van het aantal kiesgerechtigden.

  • 2.

    De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone meerderheid van het totale aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 15 Strafbepalingen

Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • c.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden;

  • d.

    bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen zijn stem;

  • e.

    stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

Hoofdstuk VII Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Referendumverordening gemeente Haren 2014. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 maart 2014.

 

De raad voornoemd,

O.E. de Vries, griffier

J.G. Vlietstra, voorzitter