Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Enschede 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Enschede 2015
CiteertitelVerordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Enschede 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerploonkostensubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet, art. 6, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-201515-04-2017art. 2; Toev. Bijlage 1

09-11-2015

Digitaal Gemeenteblad 2015, 107715

Onbekend.
01-01-201518-11-2015Nieuwe regeling

15-12-2014

Digitaal Gemeenteblad, 16 maart 2015

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

V erordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Enschede 2015

De raad van de gemeente Enschede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

 

gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;

 

besluit vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Enschede 2015.

 

Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

  • 1.

    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

  • 2.

    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;

    • b.

      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen dan wel daaraan gerelateerd met deeltijdarbeid het minimum uurloon te verdienen, en

    • c.

      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

Artikel 2. Vaststelling loonwaarde

CompetenSYS adviseert het college met betrekking tot de vaststelling van de loonwaarde van een persoon. CompetenSYS neemt daarbij de in de bijlage omschreven methode in acht.

Artikel 3. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing, gelet op het belang van belanghebbende, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Enschede 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2014.

De voorzitter, A.A. Broekman – Veltman, De griffier, R.M. Jongedijk

Toelichting

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen:

  • -

    de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, en

  • -

    de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld.

Het college kan op verzoek of ambtshalve vaststellen wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 10c van de Participatiewet). Personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet die mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben en van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet).

Heeft het college vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt het college in beginsel de loonwaarde van die persoon vast (artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet). Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen.

De loonwaarde is een vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon - die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie - verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, van de Participatiewet).

De loonkostensubsidie zoals beschreven in deze verordening kan uitsluitend worden ingezet als de persoon in kwestie behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet: mensen met een arbeidsbeperking. Deze nieuwe vorm van loonkostensubsidie is niet per definitie tijdelijk, maar kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet. Met dit instrument compenseert de gemeente werkgevers voor de verminderde productiviteit van de werknemer (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 60).

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet zijn vanzelfsprekend ook van toepassing op deze verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

In artikel 10c van de Participatiewet is geregeld wanneer wordt vastgesteld of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort: op schriftelijke aanvraag of ambtshalve. Ambtshalve vaststelling is alleen mogelijk bij:

  • -

    personen die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid, onderdelen b van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid onderdelen b, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en

  • -

    personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

In artikel 10c van de Participatiewet is ook bepaald dat het aan college is om vast te stellen of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Binnen de kaders van de wet is het aan de gemeente om vast te stellen op welke wijze zij bepalen of mensen tot de doelgroep loonkostensubsidie behoren en of loonkostensubsidie voor hen wordt ingezet (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 62). In artikel 1, tweede lid, is vastgelegd welke criteria daarbij in acht genomen worden. Deze cumulatieve criteria zijn ontleend aan artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet. Daarin is immers wettelijk de doelgroep loonkostensubsidie vastgelegd.

Artikel 2. Vaststelling loonwaarde

In artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet is bepaald dat als een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met die persoon, het college de loonwaarde van die persoon vaststelt. Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen.

Als een dienstbetrekking tot stand komt, verleent het college loonkostensubsidie aan de werkgever met inachtneming van artikel 10d van de Participatiewet.

Artikel 3. Hardheidsclausule

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

Behoeft geen nadere toelichting.

Bijlage 1 Beschrijving loonwaardemeting CompetenSYS Loonbalans

 

Wat meet CompetenSYS Loonbalans? Met de recente eisen vanuit het ministerie is loonwaarde teruggebracht naar de essentie; een economische meting van de prestatie die de werknemer levert op de werkvloer ten opzichte van een gezonde reguliere werknemer. CompetenSYS werkt volledig conform de ministeriële eisen. De basisingrediënten van Loonbalans bestaan dan ook uit een taak-functieanalyse en een meting op Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid. Dit alles aan de hand van een gedegen onderzoek op de werkplek inclusief een interview met zowel werkgever als werknemer.

 

Hoe ziet de procesgang en het stappenplan eruit om de loonwaardemeting te laten plaatsvinden?

Na het plaatsen van de werknemer op een werkplek, is het allereerst van belang om een inwerkperiode in acht te nemen. Een betrouwbare meting kan pas dan worden uitgevoerd, wanneer de deelnemer is ingewerkt en enige routine in zijn werkzaamheden heeft kunnen opbouwen. Het proces om tot een betrouwbare vaststelling van de loonwaarde te komen is tweeledig. Allereerst is er een stappenplan van het proces aan de hand waarvan de meting dient plaats te vinden:

  • 1.

    Afspraak maken met de werkgever en werknemer met datum, tijdstip en locatie voor loonwaardemeting;

  • 2.

    Uitnodigen werkgever voor het invullen van de vragenlijst werkgever (functie, functioneren, etc.) d.m.v. het versturen van een email link vanuit het systeem;

  • 3.

    Uitnodigen werknemer voor het invullen van de vragenlijst werknemer (opleiding, werkervaring, leefgebieden, etc.) d.m.v. het versturen van een email link vanuit het systeem;

  • 4.

    Bedrijfsbezoek en observatie werkplek;

  • 5.

    Gesprek met de werknemer en gesprek met de werkgever;

  • 6.

    Schrijven rapportage;

  • 7.

    Terugkoppeling uitkomst meting met werkgever + berekenen subsidieverstrekking.

     

 

Hoe ziet het inhoudelijke stappenplan van de loonwaardemeting eruit?

Daarnaast is er uiteraard ook nog de inhoudelijke uitvoering van de meting die wordt opgebouwd op basis van de gegevens die tijdens bovenstaande stappenplan worden gegenereerd: Loonwaardebepaling binnen de Loonbalans-methodiek komt conform de eisen van het ministerie tot stand langs de volgende zeven onderzoeks-stappen:

 

  • 1.

    Taak-analyse van de functie van de werknemer binnen het bedrijf;

  • 2.

    Op basis van de taakanalyse wordt de normfunctie vastgesteld;

  • 3.

    Binnen de normfunctie wordt de norm per taak op tempo, kwaliteit en inzetbaarheid   vastgesteld;

  • 4.

    De prestatie van de werknemer wordt per taak gemeten op tempo, kwaliteit en inzetbaarheid;

  • 5.

    De prestatie van de werknemer wordt per taak afgezet tegen de norm voor die taak;

  • 6.

    De additionele kosten worden berekend (o.a. werkplekaanpassing, additionele scholing, etc.);

  • 7.

    Vanuit taakscores wordt de algehele loonwaarde van de werknemer berekend;

  • 8.

    Er wordt op basis van de scores een advies gegenereerd t.a.v. de gewenste ontwikkeling op de werkplek en de rol die de werkgever hierin kan vervullen.

 

Door het Loonwaarde-percentage te vermenigvuldigen met de deeltijdfactor en het normloon, wordt de verdiencapaciteit en het subsidiebedrag berekend.