Organisatie | Eemsmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels en besluit Maatschappelijke ondersteuning 2015 |
Citeertitel | Nadere regels en besluit Maatschappelijke ondersteuning 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Eemsmond 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2015 | 01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2014 | 2014-00220 |
Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning
Het college brengt de cliënt op de hoogte van de mogelijkheid om een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van de wet op te stellen en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid het plan te overhandigen waarin hij de omstandigheden, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met g, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen.
de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt;
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
Artikel 8. Advisering, informatieplicht en medewerking aan de beoordeling
De persoon met beperking die een melding heeft gedaan of voor wie dat is gedaan dan wel een aanvraag heeft ingediend of aan wie een voorziening is toegekend, is verplicht om aan het college desgevraagd medewerking te verlenen die redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet en de verordening en deze nadere regels. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
De persoon met beperking die een aanvraag heeft ingediend of aan wie een voorziening is toegekend, is verplicht om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening, dan wel op de aard, de hoogte of de duur daarvan.
Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget (pgb)
1.Een persoon met een beperking heeft niet de mogelijkheid te kiezen voor een persoonsgebonden budget als daartegen onderbouwde bezwaren zijn. Daarvan is in ieder geval sprake als:
Artikel 11. Nadere verplichtingen budgethouder
Ingeval het gebruik van de voorziening welke met een persoonsgebonden budget is aangeschaft, is beëindigd en de gebruiksduur van de voorziening niet geheel is verstreken, is de budgethouder verplicht de voorziening te retourneren dan wel de restwaarde, onder verrekening van eventueel ingebrachte eigen middelen, aan de gemeente te vergoeden. Voor de berekening van de afschrijving wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij de afschrijvingssystematiek als gehanteerd in de aanbesteding hulpmiddelen 2014.
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget wordt rekening gehouden met afschrijvingstermijnen die naar geldende maatschappelijke normen voor de verstrekte voorziening gebruikelijk zijn. Mocht na die tijd blijken dat de voorziening nog in goede staat verkeert, dan wordt de gebruiksduur verlengd.
Artikel 12. Hoogte van het Pgb.
Het tarief voor een pgb dat besteed wordt bij een zzp-er of bij een instelling (niet zijnde door de gemeente gecontracteerd) is een percentage van 70% tot 100% van de kostprijs van de maatwerkvoorziening in ZIN. Als uit het gesprek en het persoonlijk plan blijkt dat dit tarief niet toereikend is, kan hier van worden afgeweken tot ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
Hoofdstuk 5 Nadere regels eigen bijdrage per maatwerkvoorziening.
Artikel 16. Huishoudelijke Ondersteuning (+)
Hoofdstuk 9 Huishoudelijke ondersteuning (plus)
Artikel 20. Huishoudelijke ondersteuning
Een persoon met beperkingen heeft recht op huishoudelijke ondersteuning als hij door zijn belemmeringen, rekening houdend met de beschikbaarheid van de verplichte gebruikelijke hulp en onverplichte mantelzorg, niet of onvoldoende in staat is tot het verzorgen van het huishouden van zichzelf of van de leefeenheid waartoe hij behoort.
Hoofdstuk 10 Begeleiding Individueel, Begeleiding Groep en Kortdurende Opvang.
Artikel 22. Criteria individuele begeleiding
1.Een cliënt in kan aanmerking komen voor individuele begeleiding als
Artikel 24. Algemene voorziening dagbesteding met beperkte ondersteuning
Het college draagt met het oog op het bieden van structuur, sociale contacten alsmede het ontlasten van eventuele mantelzorgers zorg voor de aanwezigheid van algemene voorzieningen dagbesteding met beperkte ondersteuning.
Artikel 25. Maatwerkvoorziening dagbesteding met intensieve ondersteuning of arbeidsmatige dagbesteding
Een cliënt kan, indien hij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, in aanmerking komen voor arbeidsmatige dagbesteding met zo mogelijk als doel de cliënt voor te bereiden op (begeleid) werk of vrijwilligerswerk als de aanvrager onvoldoende vaardigheden heeft inzake het aanbrengen van structuur of het voeren van regie in het dagelijks leven, en
Hoofdstuk 11 Kortdurend verblijf en Beschermd Wonen
Artikel 26. Kortdurend verblijf
1.Een cliënt kan gedurende maximaal drie etmalen per week in aanmerking komen voor kortdurend verblijf als:
Artikel 27. Maatwerkvoorziening opvang en beschermd wonen
Het college verstrekt de maatwerkvoorziening beschermd wonen overeenkomstig het daartoe vastgesteld beleid van de gemeente Groningen, de verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, het besluit maatschappelijke ondersteuning 2015, de regels omtrent het persoonsgebonden budget in relatie tot beschermd wonen, de regels voor bijdrage in de kosten van beschermd wonen en de nadere regels van de centrumgemeente. Dit artikel is van toepassing op alle instellingen voor maatschappelijke opvang en voor opvang van personen die de huiselijke situatie hebben verlaten in verband met risico´s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld en waar voltijdopvang noodzakelijk is.
Hoofdstuk 12 Vervoersvoorzieningen.
Artikel 28. Vervoersvoorziening
De maatwerkvoorziening voor een vervoersvoorziening beperkt zich tot de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Voor zover de belanghebbende vanwege beperkingen geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer of van het collectief vervoer en daardoor aangewezen is op eigen vervoer dan kan belanghebbende in aanmerking komen voor een persoonsgebonden budget. De hoogte van het pgb wordt vastgesteld op een bedrag van € 0,155 per kilometer, tot maximaal 2500 kilometer op jaarbasis.
Hoofdstuk 14 Woonvoorzieningen.
Een persoon met beperking kan voor een woonvoorziening in aanmerking komen als deze voorziening noodzakelijk is voor het compenseren van de belemmeringen die worden ondervonden bij het normale gebruik van de woonruimte. Bij de aanvraag om een woonvoorziening dient de mogelijkheid tot verhuizing als oplossing te worden beoordeeld (primaat van verhuizen).
Artikel 36. Bouwkundige of woontechnische woningaanpassing en roerende woonvoorzieningen
Het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening wordt vastgesteld als de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte, dan wel bij roerende woonvoorzieningen op basis van de geldende prijsafspraken op basis van de aanbesteding hulpmiddelen. De uitkering wordt, indien noodzakelijk, verhoogd met de kosten voor onderhoud, keuring en reparatie voor zover de voorziening geen vast onderdeel vormt van de woning.
Hoofdstuk 15 Overige woonvoorzieningen
Artikel 37. Tijdelijke huisvesting
Als richtlijn geldt dat de vergoeding voor tijdelijke huisvesting, die door de persoon met een beperking moet worden gemaakt in verband met het aanpassen van zijn eigen woonruimte of door de persoon met een beperking nog te betrekken woonruimte maximaal t € 500,00 per maand voor de periode van maximaal 6 maanden.
De tegemoetkoming voor huurderving voor woningeigenaren bedraagt de kale huur van de woonruimte per maand gedurende maximaal 7 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een vergoeding in aanmerking komt.
Artikel 39. Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar die een woningaanpassing heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen de periode waarop het pgb van toepassing is verklaard, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. Het restbedrag van de kostprijs van de voorziening dient te worden terugbetaald.
Hoofdstuk 16 Intrekking beschikking en terugvordering
Artikel 40. Intrekking en wijziging van een besluit tot verlening van een maatwerkvoorziening
Hoofdstuk 18 Overige Bepalingen
Artikel 43. Waardering mantelzorgers.
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit een nader door het college te bepalen speciaal georganiseerde activiteit in het teken van en voor de mantelzorgers.
Artikel 44. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen.
Het college heeft aan artikel 14 van de Verordening Wmo 2015 invulling gegeven middels separate regeling in het minimabeleid, collegebesluit nummer: 2014-00137.
Artikel 45. Meldcode (huiselijk) geweld en kindermishandeling
De aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, stelt een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden.
Artikel 47. Verklaring omtrent gedrag van medewerkers
Het college kan van een aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, eisen dat deze in het bezit is van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met zijn cliënten in contact kunnen komen, welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken.
Artikel 49. Betrekken ingezetenen bij beleid.
De gemeente betrekt in het beleidsproces het advies van de Wmo Adviesraad. De Wmo Adviesraad kan aan het college gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen. De verordening Wet maatschappelijke ondersteuning adviesraad gemeente Eemsmond is op dit artikel van toepassing.
Bijlage Wettelijk minimiumloon per 1 januari 2015
Bedragen zijn exclusief pensioenrechten en eventuele reiskosten en inclusief vakantietoeslag.
Bruto minimumloon per uur per 1 januari 2015 bij een gebruikelijke arbeidsduur van 40 uur per week:
Bijlage Artikel 4.1 Besluit Wmo 2015 geldend op 8 december 2014
voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.295,- het bedrag van € 19,-wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 23.295,-;
voor de ongehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt € 19,- per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.456,- het bedrag van € 19,- wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 16.456,-;
voor de gehuwde personen indien een van beide de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 29.174,- het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 29.147,-;
voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.957,- het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 22.957-.
Deze nadere regels en besluit maatschappelijke ondersteuning vormen een nadere uitwerking van de Verordening en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en zijn hiermee onlosmakelijk verbonden. Waar een onderdeel uit de nadere regels onbedoeld afwijkt van hetgeen geregeld is in Verdragen, jurisprudentie, wet of verordening, dan is de betreffende bepaling onverbindend.
Met dit document worden tevens alle bedragen vastgesteld die gemoeid zijn met de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de verordening Maatschappelijke ondersteuning 2015.
In de Wmo 2015 is het uitgangspunt dat de gemeente zorg draagt voor de maatschappelijke ondersteuning en zorg draagt voor de kwaliteit en continuïteit van voorzieningen. Wanneer een inwoner met een beperking, psychische of psychosociale stoornis op eigen kracht, met behulp van de inzet van sociale netwerken en het gebruik van algemene voorzieningen onvoldoende zelfredzaam is of onvoldoende kan participeren, draagt de gemeente zorg voor maatschappelijk ondersteuning in de vorm van een maatwerkvoorziening.