Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009 |
Citeertitel | Verordening rioolrechten 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 229 lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 06-11-2008 Gemeenteblad, 20-11-2008 | 2008/026 |
De raad van de gemeente Waalwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2008;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening:
”Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2009”
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt, ingeval heteigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit ofbeperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 3 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters waterdat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Van het recht bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn vrijgesteld de eigendommen, welke in hoofdzaak worden gebruikt voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag - andere dan kerkgenootschappen - die rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid zijn, voor het gezamenlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld inartikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht alser in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld inartikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de vermindering minder dan € 5,00 bedraagt.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljetverenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan, minder is dan € 2.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel vanautomatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maanddie in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolrechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2008.