Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Coevorden |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Coevorden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen bestuur en organisatie |
Deze verordening vervangt de Financiële verordening gemeente Coevorden zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2006
Gemeentewet, art. 12
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-06-2008 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 13-05-2008 CoevordenHuisAanHuis | 24 april 2008 nr. 523 |
Geconsolideerde tekst van de verordening
De raad van de gemeente Coevorden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 24 april 2008,
het gewenst is op hoofdlijnen regels te stellen voor het financieel beleid, de financiële organisatie en financieel beheer;
de gemeenteraad streeft naar deregulering;
regelingen eenvoudig van aard dienen te zijn.
Hoofdstuk 3 Planning en control
De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast voor de komende raadsperiode.
Hoofdstuk 4 Financiële organisatie
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 10 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente intern geleverde producten en verleende diensten.
Artikel 11 Intrekking oude verordening
De financiële verordening gemeente Coevorden vastgesteld bij raadsbesluit 12 december 2006 wordt ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Coevorden”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 13 mei 2008
In het kader van het project 'heroverweging in de basis' zijn de financiële kaders uitgewerkt in diverse nota's. Een goed moment om ook de financiële verordening tegen het licht te houden. Hierbij zijn de kaderstellende rol van de raad en de wens van de raad om te dereguleren als uitgangspunten genomen.
De modelverordening van de VNG is niet als leidraad gehanteerd, omdat deze niet aansluit bij de gewenste situatie in Coevorden (de VNG geeft zelf ook aan dat er velerlei varianten mogelijk zijn) en hierin veel wettelijk geregelde zaken zijn opgenomen. Op het gebied van financiën zijn deze geregeld in de Gemeentewet (GW) en in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
De begroting en jaarstukken zijn bijvoorbeeld ingevolge de GW voorgeschreven stukken, de inhoud is bepaald in het BBV.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de Wet Financiering decentrale overheden (Fido), het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. De begrippen uit de verordening worden in artikel 1 van de verordening gedefinieerd.
Dit artikel geeft de raad de mogelijkheid om middels de vaststelling van nota’s op belangrijke financiële aspecten van financieel beleid de kaders te geven. De nota financieel beleid is de kapstok voor de overige nota’s.
In de nota’s worden (veel uitgebreider dan in de voorgaande verordening) de kaders aangegeven waarbinnen de financiële functie uitgevoerd moet worden. Onderwerpen die eerst in de verordening werden geregeld (bijvoorbeeld: activabeleid) worden nu uitgeschreven in een beleidsnota.
Artikel 3 Financieringsfunctie
De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 Gemeentewet de expliciete bepaling dat de financiële verordening hierover regels voor het beleid en de organisatie bevat. In artikel 3 wordt invulling aan deze wettelijke plicht gegeven.
Een gemeente kan binnen de beperkte ruimte die de Wet Fido biedt kiezen voor strakkere of ruimere kaders.
De financieringsfunctie is grotendeels een uitvoeringsaangelegenheid. Wel is het belangrijk dat de raad de vinger aan de pols houdt. Daarom is gekozen voor een financieringsstatuut, waarin zorgvuldig financieringsbeheer uitgangspunt is, dat door het college wordt vastgesteld. De raad geeft aan welke onderwerpen in elk geval worden behandeld in het statuut. Het statuut wordt ter kennisname aan de raad verzonden.
Hoofdstuk 3 Planning en control
De artikelen in dit hoofdstuk bevatten bepalingen over de inrichting van de begroting, jaarstukken en andere cyclische stukken. In het BBV worden heel specifieke regels gesteld voor het opstellen en vaststellen van de begroting en jaarstukken.
De indeling van de programma’s worden bij aanvang van iedere raadsperiode door de raad vastgesteld. Het BBV bepaalt in aanvulling hierop dat het college de producten aan de programma’s toewijst.
Het is voor een gemeente niet verplicht een perspectiefnota vast te stellen.
In de Perspectiefnota vindt de integrale beleidsafweging plaats. Het belangrijkste doel is om inzicht te krijgen in de gevolgen die het nieuwe beleid gaat hebben voor de meerjarenbegroting van het nieuwe dienstjaar. Er wordt aangegeven of deze effecten een structureel (meerjarig) of een incidenteel effect hebben op deze begroting.
Op grond van artikel 189 Gemeentewet berust het budgetrecht bij de raad. De raad neemt uiteindelijk de beslissing welke bedragen zij voor taken en activiteiten in de begroting beschikbaar stelt. Gedurende het begrotingsjaar kan de raad op grond van artikel 192 GW besluiten nemen tot wijziging van de begroting. De gemeente kan slechts uitgaven doen voor de bedragen die hiervoor op de begroting zijn gebracht (vierde lid artikel 189 Gemeentewet).
De raad kan kiezen op welk niveau hij budgetten beschikbaar stelt. Hij kan er voor kiezen een budget voor een samenstel van activiteiten beschikbaar te stellen.
Net zoals bij de perspectiefnota is een gemeente niet verplicht gebruik te maken van bestuursrapportages.
Bij de bestuursrapportage rapporteert het college afwijkingen in de voortgang van de uitvoering van het beleid. Dit kunnen afwijkingen in voortgang, doel of middelen zijn.
Hoofdstuk 4 Financiële organisatie
Artikel 8 Financiële organisatie
Artikel 8 geeft de uitgangspunten voor de financiële organisatie. Volgens het eerste lid letter a van artikel 160 Gemeentewet is het college bevoegd regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente. Het college wordt onder letter a en b van het artikel uit de verordening opgedragen bepaalde van deze regels die de financiële organisatie betreffen, vast te leggen in besluiten.
Deze regels heeft het college vastgelegd in het financieringsstatuut.
De accountant toetst jaarlijks of de gemeenterekening een getrouw beeld geeft van de gemeentelijke financiën en of de (financiële) beheershandelingen die eraan ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen. Artikel 9 draagt het college op maatregelen te treffen opdat gedurende het jaar of voorafgaand aan de accountantscontrole de gemeente zelf nagaat of de cijfers in de administraties een getrouw beeld geven en of de financiële beheershandelingen die aan de baten en lasten en de balansmutaties ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen.
Artikel 10 Kostprijsberekening
Artikel 212 Gemeentewet bepaalt in het tweede lid, letter b dat de verordening in ieder geval bevat de grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten. De grondslag voor de prijzen en tarieven vormt de samenstelling van de kostprijs van de diensten waarvoor prijzen en heffingen in rekening worden gebracht. In artikel 10 van de verordening staan de kaders voor de bepaling van de kostprijzen van de gemeentelijke diensten.
De kostprijs bestaat uit de directe kosten en de indirecte kosten die direct met de dienst samenhangen.
Artikel 11 Intrekking oude verordening
Dit artikel zorgt ervoor dat de oude verordening wordt ingetrokken.