Organisatie | Koggenland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren (AVOI) |
Citeertitel | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Koggenland 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Telecommunicatieverordening 2007.
Artikel 20 bevat overgangsbepalingen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-03-2015 | nieuwe regeling | 23-02-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 23-03-2015 | D14.006613 |
HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor de aanleg, instandhouding (inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen) en opruiming van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden.
HOOFDSTUK 2: AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN
Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel q. respectievelijk s. van artikel 1, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college van burgemeester en wethouders.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Koggenland wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college van burgemeester en wethouders schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n). De aanvraag wordt alleen bij (een) positieve uitkomst(en) in behandeling genomen.
Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel q. van artikel 1, dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college van burgemeester en wethouders.
ARTIKEL 6 GEGEVENSVERSTREKKING
Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:
naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder en van de grondroerder(s) c.q. (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden (voor zover de gegevens bekend zijn bij aanvraag);
Voor een melding, als bedoeld in artikel 5, vierde en vijfde lid (werkzaamheden van minder ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden), dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren en/of registratiesysteem. De volgende gegevens dienen daarbij te worden verstrekt:
naam, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;
Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a van de Telecommunicatiewet.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, houdt het college van burgemeester en wethouders de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een of meerdere vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving zijn vereist. Het vorenstaande geldt niet als de bedoelde beschikkingen al zijn afgegeven en tevens onherroepelijk zijn.
ARTIKEL 8 VOORSCHRIFTEN EN BEPERKINGEN
Het college van burgemeester en wethouders kan aan het instemmingsbesluit en aan meldingsplichtige werkzaamheden nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
ARTIKEL 9 (MEDE)GEBRUIK VAN VOORZIENINGEN
Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders wordt bij de aanleg of instandhouding van kabels en/of leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college van burgemeester en wethouders geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK 4: HANDHAVINGS- EN TOEZICHTBEPALINGEN
ARTIKEL 17 NALEVING VOORSCHRIFTEN
Indien een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en beperkingen uit het instemmingsbesluit, kan het college van burgemeester en wethouders het instemmingsbesluit intrekken.
HOOFDSTUK 5: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL 20 OVERGANGSBEPALINGEN
De in stand te houden kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, worden per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.