Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Lokaal Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2017 |
Citeertitel | Lokaal Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | IVB 2015-2017 |
Externe bijlagen | Uitwerking van het IVB exb-2018-30554 Vermogensdelicten winkels en bedrijven Ontwikkeling verkeersgerelateerde indicatoren |
In dit IVB worden visie en doelstellingen uiteengezet op het gebied van veiligheid voor de komende drie jaar.
Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Burgers moeten zich veilig kunnen voelen op straten en in wijken. Politie, Justitie en gemeenten moeten daadkrachtig en gezaghebbend kunnen optreden tegen overlast, intimidatie, agressie, overvallen, inbraken en geweld. Kwetsbare groepen moeten op de overheid kunnen rekenen. Het kabinet ziet bij het veiliger maken van Nederland een steeds grotere rol weggelegd voor burgers en ondernemers zelf. Deze zelfredzaamheid van de burger (ofwel de burgerparticipatie) staat de laatste jaren hoog op de agenda van de overheid.
De gemeente heeft binnen het ‘speelveld’ veiligheid een regisserende rol. Dat vergt veel coördinatie zowel binnen de eigen gemeentelijke organisatie als daarbuiten met andere organisaties en instellingen.
Art. 172 GW (Openbare orden en veiligheid).
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 11-12-2014 - | R14.083 |
Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Burgers moeten zich veilig kunnen voelen op straten en in wijken. Politie, Justitie en gemeenten moeten daadkrachtig en gezaghebbend kunnen optreden tegen overlast, intimidatie, agressie, overvallen, inbraken en geweld. Kwetsbare groepen moeten op de overheid kunnen rekenen. Het kabinet ziet bij het veiliger maken van Nederland een steeds grotere rol weggelegd voor burgers en ondernemers zelf. Deze zelfredzaamheid van de burger (ofwel de burgerparticipatie) staat de laatste jaren hoog op de agenda van de overheid.
De gemeente heeft binnen het ‘speelveld’ veiligheid een regisserende rol. Dat vergt veel coördinatie zowel binnen de eigen gemeentelijke organisatie als daarbuiten met andere organisaties en instellingen. Om de regie te kunnen uitvoeren is een Integraal Veiligheidsbeleid (hierna te noemen IVB) onmisbaar.
In dit IVB worden visie en doelstellingen uiteengezet op het gebied van veiligheid voor de komende drie jaar. In de jaarlijks op te stellen Uitvoeringsprogramma’s Integraal Veiligheidsbeleid (hierna te noemen: uitvoeringsprogramma’s) worden de doelstellingen jaarlijks uitgewerkt tot concrete activiteiten en wordt aangegeven wat de inzet is van de verschillende partners. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geëvalueerd en zo kunnen doelen en activiteiten waar nodig bijgesteld of aangepast worden. Om het IVB en het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid 2015-2018 in de toekomst beter op elkaar te kunnen afstemmen wordt deze editie van het IVB voor drie jaar, n.l. voor de jaren 2015, 2016 en 2017 opgesteld. In 2017 kan dan de voorbereiding starten voor de opmaat naar het Integraal Meerjarenbeleidsplan 2019-2022.
De minister van Veiligheid en Justitie, burgemeesters en officieren van justitie zijn samen met de politie, elk vanuit hun eigen bevoegdheid, verantwoordelijk voor de veiligheid in Nederland. Om deze gezamenlijke verantwoordelijkheid te bekrachtigen is door de minister, de regioburgemeesters en het college van procureurs-generaal besloten een gemeenschappelijke veiligheidsagenda op te stellen waarin aan de hand van gezamenlijk vastgestelde thema’s afspraken gemaakt worden over de bijdrage van een ieder aan de aanpak van deze veiligheidsproblemen. De gemeenschappelijke veiligheidsagenda richt zich op de aanpak van maatschappelijke veiligheidsproblemen die zowel landelijk, regionaal als lokaal spelen en waar afstemming op landelijk niveau voor nodig is. De uitdaging voor de periode 2015-2017 is te komen tot integrale samenwerking. Het gaat niet alleen om de strafrechtelijke aanpak, maar ook om de bestuurlijke aanpak, de preventie en om de combinatie van dwang, drang en zorg.
Met de vorming van de Nationale Politie is ook de komst van de Regionale Eenheid Noord Holland een feit. De eenheid Noord Holland beslaat 38 gemeenten en 3 veiligheidsregio’s. De samenwerking op veiligheidsgebied tussen de gemeenten in de Veiligheidsregio Kennemerland was goed en wordt gecontinueerd. Voor de onderwerpen die bovenregionaal zijn wordt ook op eenheidsniveau samengewerkt. Een voorbeeld hiervan is georganiseerde criminaliteit. In 2012 is het RIEC Noord Holland congruent geworden aan de nieuwe politie-eenheid Noord-Holland.
Samenwerking vraagt inzet van gemeenten. Door bundeling van krachten en het delen van kennis en ervaringen kunnen gemeenten meer bereiken met minder inspanningen. Een voorbeeld hiervan is eenduidige vormgeving en uitvoering van beleid, op deze manier zal de aanpak van gemeenten in de hele regio meer effect sorteren.
De punten uit de lokale IVB’s van alle 38 gemeenten dienen als basis voor het beleidsplan van belangrijke partners, zoals de politie en het OM. Door dit IVB te laten lopen van 2015 tot en met 2017 ontstaat goede aansluiting met het opstellen van de veiligheidsplannen van zowel politie als OM.
Hoewel de regierol van de gemeente op het gebied van veiligheid niet wettelijk is vastgelegd, biedt de Gemeentewet wel aanknopingspunten voor een burgemeester om deze regie te voeren. Artikel 172 Gemeentewet geeft aan dat de burgemeester belast is met de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Via het IVB is het voor de gemeenteraad mogelijk om kaderstellend en controlerend op te treden op het gebied van veiligheid.
Het integraal veiligheidsbeleid (IVB) speelt in de organisatie op bijna elke afdeling. Het kent raakvlakken met een groot aantal sectorale beleidsterreinen zoals: jongeren, onderwijs, welzijn, (geestelijke) gezondheidszorg, milieu, woningbouw, ruimtelijke ordening en crisisbeheersing (w.o. brandveiligheid). Op elk van deze terreinen is veiligheid een onderdeel dat in meer of mindere mate wordt meegenomen in beleid en bij de uitvoering. Het veiligheidsbeleid van Velsen (facetbeleid) wordt beïnvloed door en heeft invloed op deze beleidsvelden. Dit houdt in dat beleidsinhoudelijke afdelingen en de betreffende portefeuillehouders verantwoordelijk zijn voor het facet veiligheid binnen het eigen of sectorale beleidsterrein. De vorming van beleid en de uitvoering van beleid kunnen plaatsvinden op verschillende afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. De beleidsvormende afdeling is verantwoordelijk voor de gehele beleidscyclus, inclusief uitvoering, toezicht en handhaving (Deming-circle: plan-do-check-act). Het facetbeleid Veiligheid vormt als het ware een paraplu waarbinnen integraliteit centraal staat. Binnen het integraal veiligheidsbeleid komen de lijnen op het gebied van veiligheid samen. De afdeling Algemene Zaken is belast met de regie op het proces en bevordering van het integraal veiligheidsbeleid, inclusief de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s en de verantwoordingsnota’s.
Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Integraal veiligheidsbeleid is dan ook een voorwaarde voor het welslagen van gemeentelijk beleid in den brede. Een veilige Velsense samenleving levert het fundament waarop beleidsinitiatieven van de gemeente Velsen en haar partners goed kunnen werken. Een goede verankering van het integraal veiligheidsbeleid is daarom dan ook noodzakelijk.
Niet ieder veiligheidsthema kan met evenveel aandacht worden aangepakt. Dit is mede ingegeven door regionale en landelijke prioriteringen bij de betrokken partners. De ontwikkeling van de kadernota, de uitvoeringsprogramma’s en verantwoordingsnota’s worden afgestemd met partners op het gebied van veiligheid, waaronder de Nationale Politie (m.n. het Robuuste Basisteam IJmond).
Veiligheidsbeleid is mede bepalend voor de wijkgerichte dienstverlening. De doelen en ambities zoals verwoord in deze nota worden o.a. gerealiseerd via de activiteiten die in de jaarplannen van het integraal veiligheidsbeleid worden uitgewerkt. De activiteiten worden met de partners, die o.a. ook vertegenwoordigd zijn in de wijkteams (wijkgerichte dienstverlening) integraal uitgewerkt. Daarnaast is het de bedoeling dat de reguliere werkzaamheden van de partners ook een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelen. De wijkteams, onder voorzitterschap van de relatiemanager, zijn verantwoordelijk voor de (afstemming van de) dagelijkse werkzaamheden met betrekking tot de onderwerpen schoon, heel, veilig en sociaal. Om de burgers bij de leefbaarheid in de wijken te betrekken is er sinds september 2014 een wijkmobiel ingezet. Hier kunnen burgers informatie vinden en vragen stellen over inbraakpreventie, groenadoptie en wijkinitiatieven.
Veiligheid kan niet alleen worden gerealiseerd door de gemeente en haar partners. Deelname van burgers en ondernemers wordt gestimuleerd aan de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid. Burgers kunnen een belangrijke rol vervullen in het voorkomen van criminaliteit en bij opsporingsonderzoeken.
In samenwerking met de politie, woningbouwverenigingen, welzijnsinstellingen, wijkplatforms en burgers is in oktober 2014 een project gestart “Horen, Zien en Melden”. Dit project kan een bijdrage leveren aan de veiligheid van de burgers. Zij zijn de ogen en oren en kunnen daders op heterdaad betrappen en gelijk melden bij de politie. In onze veiligheidsaanpak gaan we de burgers en ondernemers dan ook betrekken om veiligheidsproblemen aan te pakken.
De nota’s “We houden contact 2009” en “De wijkgerichte dienstverlening 2009 en evaluatie Burgerparticipatie 2011” geven richtlijnen over hoe burgerparticipatie kan worden ingezet bij projecten in Velsen.
Trend naar overheidsparticipatie
De gemeente streeft naar een open en transparante houding ten aanzien van de samenleving en de spelers daarbinnen (inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven enz.). Samenspraak en een open blik zijn hierbij sleutelbegrippen. Daarnaast is een trend waarneembaar die inhoudt dat burgerparticipatie opschuift naar overheidsparticipatie. Dus niet de burgers betrekken vanuit de lokale overheid, maar aansluiten op de vraag en behoefte vanuit (groepen) burgers. De overheid (lees de gemeente Velsen) is meer partner aan het worden. Hierbij zijn het tijdig herkennen en erkennen van signalen uit de omgeving van groot belang om de rol van gelijkwaardige partner ook te kunnen vervullen.
De gemeente Velsen vormt de economische spil van de IJmond-regio. De gemeente ontleent haar profiel aan de ligging aan zee, de monding van het Noordzeekanaal met de zeetoegang van Amsterdam en de nabijheid van Schiphol. Met deze unieke ligging heeft Velsen de inwoners, bezoekers en bedrijven veel te bieden. In de gemeente is het goed wonen, werken en recreëren.
De gemeente Velsen telt meer dan 67.000 inwoners en heeft zeven dorpskernen, te weten IJmuiden, Velsen-Noord, Velsen-Zuid, Santpoort-Noord, Santpoort-Zuid, Driehuis en Velserbroek. Elk van die kernen heeft een eigen karakter. Omdat de gemeente geen centrale stedelijke kern kent zijn winkels, kantoren, cultuurvoorzieningen en horecagelegenheden verspreid over genoemde kernen.
Voor de Visie op Velsen 2025 is een zogeheten “Stadsfoto Velsen 2010” gemaakt en hieruit blijkt dat de gemeente de initiatieven vanuit de gemeenschap belangrijk vindt en stimuleert betrokkenheid van de inwoners door regelmatig te overleggen met bewonersgroepen en belangengroepen. De gemeente realiseert zich dat een vitale gemeente gebaat is bij een vitale woongemeenschap met een goede sociale cohesie. De groeiende welvaart biedt de gemeente de ruimte om hier ook voldoende ondersteuning voor te bieden.
Zoals in het coalitieakkoord 2014-2018 is verwoord, zijn naar elkaar luisteren en wederzijds respect belangrijk. Plannen worden gemaakt in samenspraak. De genoemde thema’s, o.a. “Met elkaar zorgen we voor elkaar in Velsen” waarin de decentralisaties en de participatiemaatschappij worden besproken komen terug in de nota en ook het onderdeel evenementen, wat valt onder het thema “ Leren en werken in Velsen” wordt aandacht aan besteed.
De komst van de nieuwe Politiewet per 1 januari 2012 heeft er voor gezorgd dat de bewerking van de gemeentelijke Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2017 een ander traject is ingegaan. Met ingang van 1 januari 2015 en volgende jaren is het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid van de politie Noord-Holland belangrijk om gezamenlijk de kaders van het Integraal Veiligheidsbeleid vast te stellen. Door de wijziging van het politiebestel wordt er een actieve en regisserende rol van de gemeente verwacht ten aanzien van de lokale politiezorg en de lokale veiligheidszorg. Ook de intergemeentelijke samenwerking wordt steeds belangrijker. Hiermee dient de komende jaren rekening gehouden te worden.
Uit de Leefbaarheidsmonitor 2013 blijkt dat de sociale cohesie groot is in Velsen. De wijk en daarbinnen ook de eigen buurt vormen het schaalniveau waar samenwerking en afstemming tussen de partners die zorg leveren gerealiseerd kan worden. De werkwijze van wijkgerichte dienstverlening kan verder ontwikkeld worden. De decentralisatie van het sociaal domein wordt ook meegenomen in de periode 2015-2017.
De samenleving verandert en daarmee ook de manier waarop verschillende organisaties werken of zich organiseren. Burgerparticipatie speelt nog steeds een grotere rol in de komende jaren. Via de wijkplatforms en wijkteams wordt dit besproken en aandacht aan gegeven.
Veiligheid kan niet zonder controle. Toezicht en handhaving behoren tot de primaire overheidstaken. In 2013 is de kadernota Toezicht en Handhaving vastgesteld door de gemeenteraad. Er ligt een nadrukkelijke relatie tussen veiligheids- en handhavingsbeleid. Een van de speerpunten is de samenwerking tussen politie en de BOA’s. De afspraken worden uitgewerkt in Handhavingsarrangementen, waarbij de voorkeur uitgaat naar preventieve handhaving.
In dit onderdeel gaan we in op de veiligheidsvelden en doelen voor veiligheid. Met andere woorden wat willen we bereiken zodat Velsen een prettige gemeente blijft om in te wonen, werken en recreëren. De thema’s zijn afgeleid van de handreiking kernbeleid Veiligheid van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). De thema’s zijn:
Bij het formuleren van de doelen is uitgegaan van de maatschappelijke effecten die we willen bereiken. Eén instrument om de doelen te formuleren is de veiligheidsanalyse, hiermede kan regie worden gehouden op lokale leefbaarheid en veiligheid. Een veiligheidsanalyse brengt de aard, omvang, ontwikkeling en huidige aanpak van de veiligheidsproblematiek in Velsen in beeld. De analyse bevat de uitkomsten zoals die in de periode 2013 is uitgevoerd. De doelen voor de input van het Integraal Veiligheidsbeleid worden hiermee onderbouwd.
In de periode september 2013 tot en met februari 2014 is de Veiligheidsanalyse gemeente Velsen 2013 opgesteld in samenwerking met de veiligheidspartners. Op basis van literatuuronderzoek en de conclusies van de analyse is een overzicht gemaakt van de doelen die zijn benoemd in deze nota. De opzet is in deze kadernota op hoofdlijnen uitgewerkt.
De analyse is gebaseerd op informatie verkregen via documenten en cijfers en daarnaast een reeks van interviews met interne en externe veiligheidspartners van de gemeente. Gebruik is gemaakt van onder andere de lokale gebiedscan 2013 van basisteam IJmond, locatie Velsen. De informatie van de strategische veiligheidspartners dient verder als aanvulling hierop. Verder heeft voor zover mogelijk en relevant afstemming plaatsgevonden tussen het veiligheidsdomein en het zorgdomein 1 .
De thema’s zijn uitgewerkt per onderdeel en worden onderverdeeld in:
De sociale kwaliteit van een wijk heeft betrekking op de intermenselijke relaties in een buurt. Dat wil zeggen: de relatie tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de sociale kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt en de kwaliteit van sociale netwerken. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast en burengerucht, woninginbraak, huiselijk geweld, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers en overspannen/gestoorde personen (mensen met psychische en/of psychosociale problemen).
Samenvatting veiligheidsanalyse
Over het algemeen zijn inwoners van Velsen zeer positief over hun eigen wijk. Veel mensen voelen zich verantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk, maar een klein gedeelte zet zich er daadwerkelijk voor in. Dit komt overeen met het landelijk gemiddelde. Tussen de wijken onderling zijn veel verschillen in het oordeel over de kwaliteit van hun woon- en leefomgeving. De gemeente stimuleert acties en projecten om de sociale kwaliteit van de wijken te verbeteren. Acties zijn onder andere:
Verschijnselen waardoor de sociale kwaliteit van de buurt onder druk komt te staan zijn:
Drugs- en drankoverlast: Meldingen drugs- en drankoverlast worden fors meer geregistreerd door de politie maar het totale aantal meldingen is nog steeds niet erg hoog. In Velsen-Noord is drugsoverlast het meest prominent aanwezig. In IJmuiden-Noord, -West en Velsen-Noord heeft men het meest last van dronken mensen.
Bij de aanpak van overlast in de woonomgeving is maatwerk en er zijn verschillende partijen bij betrokken, die afhankelijk van de ernst ingezet kunnen worden om de overlast aan te pakken. Er is een werkgroep binnen de gemeente waarin woningcorporaties, hulpinstanties met elkaar overleggen om tot oplossingen te kunnen komen.
Plannen en acties om de kwaliteit van de leefbaarheid en veiligheid in de woonomgeving te verbeteren worden grotendeels via de wijkgerichte dienstverlening uitgevoerd. In de wijkteams wordt met de wijkactoren besproken welke acties en welke interventies moeten worden uitgezet. Acties om de leefbaarheid te verbeteren en burgers daarbij te betrekken zijn:
Het verzamelen van meldingen en ideeën om de buurt te verbeteren op de website Verbeter de buurt (www.verbeterdebuurt.nl). Op deze website kunnen burgers meldingen doen en ideeën aandragen voor de openbare ruimte. Ook andere burgers kunnen hierop reageren en voor ideeën stemmen. Er is ruimte om met de gemeente in dialoog te gaan.
Het organiseren van cursussen en andere activiteiten in buurtcentra door de Stichting Welzijn Velsen (SWV). SWV levert een belangrijke bijdrage aan het onderhouden van de saamhorigheid en de andere aspecten van de sociale kwaliteit in de wijken. Deze stichting ondersteunt organisaties en bewonersgroepen die zich inzetten voor het maatschappelijk welzijn en leefbaarheid van de wijken en bewoners.
Bij fysieke veiligheid staan de meest voorkomende vormen van inbreuk op de fysieke kwaliteit van de woonomgeving centraal, dat zijn verloedering en vernieling. Vier veelvoorkomende vormen van fysieke overlast zijn:
Samenvatting veiligheidsanalyse
Van de vier veelvoorkomende vormen, zoals hiervoor genoemd, ervaren Velsenaren het meest overlast van hondenpoep en rommel op straat. Ander opvallend resultaat is dat een groter percentage slachtoffer is geworden van vernieling terwijl juist minder mensen aangifte hebben gedaan. De ervaren overlast van bekladding van gebouwen is alleen in Velserbroek toegenomen.
De aanpak van fysieke overlast is onderdeel van de wijkgerichte aanpak en heeft doorlopend de aandacht. De aanpak van vernieling is tweeledig. Enerzijds bestaat het uit het onderhouden en het schoonhouden van de openbare ruimte en anderzijds bestaat het uit toezichthouden op de regels en het handhaven van overtredingen.
Onderhouden en schoonhouden van de openbare ruimte
De aanpak van hondenpoep en rommel op straat hebben een hoge prioriteit in bijna alle wijken. Om hondenpoep efficiënt op te ruimen heeft de gemeente in 2014 een machine aangeschaft die poep opruimt. Daarnaast heeft de gemeente ingezet op hondenuitlaatvoorzieningen. Verder worden burgerinitiatieven ondersteund die te maken hebben met het schoonhouden en onderhouden van de eigen buurt.
Het Team Handhaving Openbare Ruimte (THOR) van de gemeente Velsen is belast met toezicht en handhaving van de regels in de openbare ruimte. Het team corrigeert gedrag van inwoners dat leidt tot overlast, vervuiling, schade of onveiligheid. Voor zowel hondenpoepoverlast als zwerfafval blijkt het in de praktijk lastig te zijn om te handhaven, omdat het op heterdaad betrappen weinig voorkomt. Ook is het lastig de dader te achterhalen. Om de pakkans te vergroten worden daarom gerichte handhavingsacties uitgevoerd op plaatsen waar meer overlast wordt ondervonden dan gemiddeld. In deze gebieden wordt zowel onopvallend als in uniform gesurveilleerd.
THOR heeft preventief gehandhaafd voor het niet aanlijnen van honden of voor hondenpoepoverlast. Hierdoor is het aantal waarschuwingen en bekeuringen gedaald. De daling van het aantal uitgedeelde bekeuringen is als volgt te duiden:
Enerzijds komt dat vanwege de wens om minder repressief maar meer preventief op te treden. Werd het niet aanlijnen van een hond eerst altijd bekeurd, nu wordt meer preventief opgetreden. Dat betekent dat bij twijfelgevallen nabij uitlaatplekken eerst wordt verzocht om de hond aan te lijnen, voordat wordt bekeurd.
Het toezicht op vernieling maakt deel uit van de wijkgerichte samenwerking en het actieprogramma om jeugdoverlast tegen te gaan. De ervaring is dat vernieling een duidelijke relatie heeft met jeugd.
Bij objectieve veiligheid staan vormen van criminaliteit in de eigen woon- en leefomgeving centraal. De veelvoorkomende criminaliteit en vormen van criminaliteit die bepalend kunnen zijn voor de leefbaarheid in een wijk zijn hier verwoord.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Bij objectieve veiligheid wordt een beeld gegeven van veel voorkomende delicten, te weten inbraak- , diefstal- geweldsdelicten.
Van de inbraak- en diefstaldelicten bestaat het volgende beeld:
Woninginbraak: In 2013 is het totaal aantal aangiften in Velsen gedaald. Uit de Leefbaarheidsmonitor 2013 blijkt dat juist meer mensen dan in 2011 slachtoffer zijn geworden van woninginbraak. Deze stijging in de Leefbaarheidsmonitor is vooral te danken aan een stijging van het aantal inbraken waarbij niets is gestolen of beperkt bleven tot pogingen tot inbraak. In Velsen zijn zowel professionele dieven als gelegenheidsdieven actief. De aanpak van woninginbraak heeft een hoge prioriteit, de politie zet repressieve en preventieve interventies in.
(Brom- en snor)fietsendiefstal: Het aantal aangiften bij de politie is in 2012 en 2013 gedaald ten opzichte van 2011. Opvallend is dat het slachtofferschap van fietsendiefstal in de Leefbaarheidsmonitor 2013 niet gedaald is. De aanpak van fietsendiefstal is drieledig: preventief door het plaatsen van muurankers, repressief door de inzet van de lokfiets en registratie, opslag en koppelen gevonden fietsen aan aangiften.
Van geweldsdelicten is het beeld dat slachtofferschap van geweldsdelicten in drie jaar gelijk is gebleven, zo blijkt uit de Leefbaarheidsmonitor. Vooral Velsen-Noord, IJmuiden-Noord en IJmuiden-West zijn uitschieters. De aanpak van geweldsdelicten heeft prioriteit vanwege de grote impact op slachtoffers. Naast de reguliere aanpak is er een specifieke aanpak voor huiselijk geweld.
Woninginbraak is een delict dat een grote impact heeft op slachtoffers. Daarom heeft de aanpak van dit delict ook een hoge prioriteit in Velsen. De politie onderneemt diverse acties om de woninginbraken zo goed mogelijk te bestrijden en te voorkomen. Er is een speciaal Woninginbrakenteam dat zich bezighoudt met woninginbraken. De interventies zijn zowel repressief en preventief. Voorbeelden zijn:
In de Woonvisie 2025 is opgenomen dat de gemeente Velsen streeft naar het invoeren van het Woonkeurcertificaat bij nieuwbouwwoningen. Nieuwbouwwoningen moeten aan bepaalde eisen voldoen om dit keurmerk te kunnen ontvangen, waaronder inbraakwerendheid. Maar burgers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid bij de preventie tegen inbraak. Ze dienen zelf maatregelen te nemen om hun eigen woning te beveiligen tegen inbraak.
Subjectieve veiligheid is een term om de beleving van burgers over veiligheid aan te geven. In de gemeente Velsen wordt de subjectieve veiligheid in beeld gebracht door de Leefbaarheidsmonitor.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt is in 2013 gestegen ten opzichte van 2011. Ook in de eigen woonbuurt voelt men zich vaker onveilig. Gemiddeld voelt men zich minder vaak veilig dan in 2011. Interventies om onveiligheidsgevoelens te verminderen zijn verweven in acties om de leefbaarheid en veiligheid van de woonomgeving te verbeteren.
·Verminderen onveiligheidsgevoelens in de eigen woon- en leefomgeving
Voelt u zich wel eens onveilig in de eigen buurt (% inwoners dat ja antwoordt) | ||
En zo ja, voelt u zich vaak, soms of zelden onveilig in de eigen buurt (% inwoners dat vaak of soms antwoordt) |
Er is geen specifieke aanpak om onveiligheidsgevoelens te verminderen. Het is verweven in de plannen en acties om de leefbaarheid en veiligheid van de woonomgeving te verbeteren. In de wijkteams wordt met de wijkactoren besproken welke acties en welke interventies moeten worden uitgezet om de leefbaarheid in de wijken te verbeteren.
In de opzet van Kernbeleid Veiligheid is Bedrijvigheid en Veiligheid een thema. Voor het bedrijfsleven is het n.l. belangrijk om in de bedrijfsvoering niet geconfronteerd te worden met criminaliteit. Veiligheid is een deelaspect van het stimuleren van een aantrekkelijk vestigings- en ondernemersklimaat. Voor bezoekers en ondernemers moet het goed toeven zijn in Velsen. Winkeldiefstallen en overvallen dragen daar niet aan bij.
3.2.1 Veilig winkelgebied en veilig bedrijventerrein
In een winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Bij dit onderwerp wordt een beeld gegeven van de delicten die specifiek voorkomen in een winkelgebied of op een bedrijventerrein.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Van de veelvoorkomende delicten die voorkomen in het winkelgebied en op het bedrijventerrein valt vooral de explosieve stijging van het aantal aangiften van winkeldiefstal op. Dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met een verhoogde aangiftebereidheid van winkeliers en door de inzet van particuliere beveiligers van supermarkten. Het aantal geregistreerde inbraken/diefstallen uit bedrijven en kantoren is in 2013 licht gestegen na een scherpe daling in 2012. Daarentegen is het aantal aangiften van inbraak in winkels en overvallen gedaald.
Politie, gemeente, ondernemers en de brandweer werken samen om een veilig winkelgebied te creëren. De partijen maken afspraken om overlast, criminaliteit en verloedering tegen te gaan in een winkelgebied. Twee winkelcentra hebben het Keurmerk Veilig Ondernemen, n.l. Velserbroek en Stadcentrum IJmuiden. Deze winkelcentra hebben dit keurmerk ontvangen vanwege hun inzet op het gebied van onderhoud van de openbare ruimte, extra surveillance en preventiemaatregelen van de winkeliers. De winkelgebieden in andere delen van de gemeente vormen een veilige winkelomgeving en behoeven dan ook geen Keurmerk Veilig Ondernemen te ontvangen. De politie zet onopvallende surveillance in om diefstal op bedrijventerreinen tegen te gaan.
Hier wordt een beeld gegeven van de over overlast van horecagelegenheden in uitgaansgebieden.
Samenvatting veiligheidsanalyse
De ontwikkeling van horecaoverlast is stabiel, zo blijkt uit cijfers van de politie en uit de Leefbaarheidsmonitor 2013. In IJmuiden-Noord (met daarin uitgaansgebied Kennemerlaan) is de overlast zelfs gedaald. In IJmuiden-West is de ervaren overlast het hoogst.
De politie zet extra capaciteit in voor de aanpak horecaoverlast en de gemeente houdt toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. Voor horecagelegenheden geldt een vergunningsplicht.
·Verlagen horecaoverlast op hotspots
Over de aanpak van horecaoverlast wordt het volgende opgemerkt:
Met de inwerkingtreding van de gewijzigde Drank- en Horecawet op 1 januari 2013 zijn aan de burgemeester nieuwe verantwoordelijkheden en bevoegdheden toegekend. Zo is de burgemeester het bevoegd bestuursorgaan geworden voor het toezicht op de naleving en de handhaving van de bepalin-gen van de Drank- en Horecawet. Deze wijzigingen van de Drank- en Horecawet zijn in een nieuwe beleidsregel opgenomen. Onder intrekking van de oude beleidsregel is op 25 maart 2014 de nieuwe beleidsregel Horecasanctiebeleid 2014 vastgesteld en op 31 maart 2014 in werking getreden. Het Horecasanctiebeleid 2014 geeft duidelijkheid over de wijze waarop de gemeente zal optreden indien overtredingen van wet- en regelgeving plaatsvinden en welke dwangmiddelen (kunnen) worden toegepast.
Velsen heeft een uitnodigend evenementenbeleid, dat betekent dat initiatieven van particuliere ondernemers voor een evenement gestimuleerd worden, mits het binnen de grenzen van het beleid valt. Dit heeft in 2013 geleid tot een toename van evenementen ten opzichte van de voorgaande jaren.
Samenvatting veiligheidsanalyse
In 2013 zijn de evenementen bijna zonder noemenswaardige incidenten verlopen. De aandacht voor de veiligheid op evenementen is dan ook heel groot. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw evenementenbeleid.
·Actualisering Evenementenbeleid in 2015
De voorbereiding van veiligheidsmaatregelen bij een evenement begint al geruime tijd voor aanvang van het evenement. Organisatoren dienen in de maand oktober een vergunning aan te vragen voor de evenementen. Hierbij moeten ze onder andere aantonen dat zij aan bepaalde vereisten van openbare orde en veiligheid voldoen.
Van te voren worden de risico’s ingeschat van het evenement en worden daarvoor scenario’s uitgewerkt. Aan ieder evenement wordt een risicocategorie A, B of C toegewezen. De categorie heeft gevolgen voor de mate van voorbereiding en op de naleving van de regels bij het evenement. Bij grote evenementen of evenementen met een groot risico voor de openbare orde en veiligheid volgt de hoogste risicocategorie, n.l. Categorie C. Voor deze evenementen wordt een gemeentelijke evenementenregisseur aangewezen en werken de (hulp)organisaties gecoördineerd met elkaar samen.
Bij bepaalde evenementen geldt een zero tolerance beleid voor drugs. Voor het nakomen van voorwaarden uit de vergunning en de handhaving van drugs wordt allereerst een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de organisator. Daarnaast houden politie en gemeente toezicht op de naleving van de gestelde regels in de verguning.
Momenteel wordt gewerkt aan de voorbereiding van de actualisatie van het evenementenbeleid. Dit heeft te maken met een landelijk ontwikkelde Handreiking Evenementen Veiligheid (HEV). Op basis van deze handreiking worden de risico’s van evenementen gestructureerd in kaart gebracht en verwerkt in de evenementenvergunning.
Het nieuwe evenementenbeleid zal bestaan uit:
Veilig toerisme heeft betrekking op de onveiligheid die zich kan voordoen in en rond recreatiegebieden zoals strand- en duingebied, natuurgebieden, recreatieplassen en rond kampeerterreinen. De risico’s betreffen onder meer beroving, diefstal uit of van vaartuigen, geweldpleging, overlast en vernielingen. De ontwikkeling van de toeristische en recreatieve bedrijfstak is nog jong in de gemeente Velsen. De meeste bezoekers komen naar het brede strand van IJmuiden aan Zee en het recreatiegebied Spaarnwoude. Het dynamische havengebied is een andere toeristische trekker. Een 'kantje pikken' en lekker een visje eten terwijl de schepen voorbij varen blijft aantrekkelijk. In de gemeente liggen echter ook mooie natuurgebieden, wandel- en fietsroutes en historisch erfgoed zoals de landgoederen en het Forteiland. Veel bezoekers komen uit de regio Amsterdam. Ook de groeiende stroom cruisepassagiers is een belangrijke doelgroep.
Samenvatting veiligheidsanalyse
In de veiligheidsanalyse was het niet mogelijk om een veiligheidsbeeld van veilig toerisme op te stellen. Hier is een verdiepingsslag nodig omdat delicten moeten worden gerelateerd aan toeristen of toeristische gebieden.
·Veiligheidsbeeld inventariseren in 2015
In recreatiegebieden wordt onder meer gesurveilleerd door handhavers van de gemeente, toezichthouders van het recreatiegebied Spaarnwoude, Natuurmonumenten en de politie. In de zomer is er extra surveillance op de stranden. Op het strand zijn zones ingesteld om de activiteiten van elkaar te scheiden. Er zijn momenteel drie Blauwe Vlaggen voor onze stranden afgegeven, n.l. voor IJmuiderslag, IJmuiden aan Zee en Strand Noordpier en voor de volledigheid, ook de Blauwe Vlag voor de zeejachthaven Marina Seaport. De Blauwe Vlag is een internationale milieuonderscheiding voor stranden en havens die hebben aangetoond schoon en veilig te zijn. Het streven van de gemeente is om te blijven voldoen aan de voorwaarden van de Blauwe Vlag, te weten milieuvoorlichting en-informatie, veiligheid en dienstverlening, milieubeheer en de waterkwaliteit.
De jeugd heeft de toekomst. Het is een maatschappelijk gegeven dat jeugd overlast bezorgt en zich niet altijd gedraagt zoals van hen verwacht wordt. Het is van belang dat de jeugd op tijd wordt gecorrigeerd om erger te voorkomen. Dit thema bevat veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd hebben te maken.
3.3.1 Problematische jeugdgroepen
Dit onderwerp heeft betrekking op overlast van groepen jongeren in de openbare ruimte. De meeste groepen veroorzaken geen problemen maar slechts een klein deel wel. Deze laatste veroorzaken overlast die uiteenloopt. Hierbij kan gedacht worden aan geluidsoverlast, kunnen intimiderend aanwezig zijn, laten zwerfvuil achter en plegen eventueel vernielingen en/of andere vormen van (kleine) criminaliteit.
Samenvatting veiligheidsanalyse
In Velsen is een aantal jeugdgroepen geclassificeerd op grond van de Bekemethodiek. Er is een multidisciplinaire werkgroep actief, gericht op het verminderen van overlastgevende jeugdgroepen waarbij maatwerk wordt geleverd. Het aantal politiemeldingen van jeugdoverlast is in 2013 toegenomen ten opzichte van 2011. Uit de Leefbaarheidsmonitor 2013 blijkt juist dat bewoners steeds minder vaak overlast ervaren. De overlastbeleving is daarmee in drie opeenvolgende monitoren gedaald.
·Overlast problematische jeugdgroepen niet laten toenemen
Uit het regeerakkoord 2011 blijkt dat de aanpak van problematische jeugdgroepen een nationale prioriteit heeft. Het huidige kabinet wil de veiligheid op straten, in wijken en de openbare ruimte vergroten. In Velsen wordt gewerkt met een aanpak om jeugdoverlast op eenduidige wijze en op basis van goed geregistreerde informatie aan te pakken. De werkwijze van de politie, gemeente, jongerenwerkers van Stichting Welzijn, Streetcornerwork en HALT worden op elkaar afgestemd. Dit gebeurt in de wijkteams onder coördinatie van de relatiemanager van de gemeente. De gemeente heeft de regie bij de aanpak van jeugdoverlast. Er wordt aandacht besteed aan het verder professionaliseren van de integrale aanpak om problematische jeugdgroepen niet te laten toenemen.
De aanpak in de wijken richt zich op de omgeving, de groep en het individu en loopt van preventief repressief. Voorbeelden zijn: acties die op wijkniveau worden uitgevoerd: het plaatsen van jongerenontmoetingsplaatsen (JOPs), het organiseren van activiteiten in de jongerencentra, het houden van bewonersbijeenkomsten, het aanspreken van jongeren en ouders op hinderlijk gedrag, jongeren wijzen op de regels (bijvoorbeeld dat bepaalde plekken na 22.00 uur verboden terrein zijn), jongeren bekeuren bij het overtreden van regels en plegen van overlast en jongeren individueel hulp bieden.
3.3.2 Individuele probleemjongeren
Hier staan de individuele probleemjongeren centraal. Het gaat daarbij vooral om de jongeren met meerdere antecedenten (waaronder ‘veelplegers’) die in diverse opzichten de maatschappelijke aansluiting hebben verloren. Ze vormen de harde kern van jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van criminaliteit.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Gebleken is dat veel minder jongeren zijn aangehouden in 2013, vergeleken met 2011. De aanpak van probleemjongeren is zowel preventief als repressief.
·Jongeren perspectief bieden op een volwaardige participatie in de samenleving
Als sprake is van een veelpleger, een jongere waarover men grote zorgen maakt, of een complexe casus waar meer interventies wenselijk zijn, wordt over het algemeen verwezen naar het Veiligheidshuis. Veel instanties zijn betrokken bij de aanpak van individuele probleemjongeren. Die aanpak is zowel preventief als repressief. Grofweg kan de aanpak van probleemjongeren als volgt worden gekenschetst. Bij plegers van niet complexe en veel voorkomende jeugdcriminaliteit wordt gebruik gemaakt van de ZSM-methode. ZSM staat voor Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk. Na aanhouding van een verdachte wordt zo spoedig mogelijk besloten tot een passende straf. Het doel is om te komen tot een betekenisvolle interventie waarbij recht wordt gedaan aan de positie van het slachtoffer en waarbij de omgeving ziet dat de dader snel en kordaat wordt aangepakt. Bij een eerste overtreding van een jeugdige pleger wordt bij voorkeur gekozen voor de pedagogisch gerichte Halt-afdoening. Bij complexe zaken krijgt bij de politie een jongere een persoonsgerichte aanpak of wordt doorverwezen naar het Veiligheidshuis. In 2013 hebben vijftien jongeren een persoonsgerichte aanpak (PGA) gekregen van de politie. Daartoe is besloten omdat deze jongeren meer gestructureerde aandacht nodig hebben dan bij de reguliere aanpak van criminaliteit. In het Veiligheidshuis maken veiligheidspartners in een casusoverleg persoonsgerichte afspraken over de inzet van interventies. Dit kunnen justitiële interventies, bestuurlijke interventies en zorginterventies zijn of een combinatie hiervan. Of een jongere een PGA krijgt dan wel wordt doorverwezen naar het Veiligheidshuis ligt aan de omstandigheden. De aanpak van individuele probleemjongeren vraagt maatwerk en vraagt daarmee een afgestemde inspanning van alle betrokken partners.
Er zijn nieuwe ontwikkelingen in het inzetten van sociale wijkteams en de CJG-coaches in de komende periode. Hierdoor komen de jongeren eerder in het vizier en kan de preventieve aanpak worden verbeterd.
Verschijnselen die binnen dit thema vallen betreft het hinderlijk gebruik van alcohol of drugs door jongeren in de openbare ruimte.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Alcohol- en drugsgebruik onder jongeren ligt rond het gemiddelde in de regio. Opvallend is dat het alcohol- en drugsgebruik veelal in de openbare ruimte plaatsvindt. Vermindering van alcoholmisbruik onder jongeren is een speerpunt van de nationale, regionale en lokale overheid.
·Verminderen overmatig alcoholgebruik en drugsgebruik onder jongeren
Gebruik van alcohol en drugs heeft risico’s voor jongeren omdat het de lichaamsontwikkeling waaronder de hersenontwikkeling kan verstoren en dit kan leiden tot gedragsproblemen of verslaving op latere leeftijd. Ook is overmatig alcohol- of drugsgebruik op jonge leeftijd een (van de vele) voorspeller(s) voor later crimineel gedrag. Vermindering van schadelijk alcoholmisbruik onder jongeren is daarom een speerpunt van de nationale, regionale en lokale overheid. Concrete nationale maatregel om alcoholmisbruik te verminderen is de verhoging van de leeftijdsgrens voor alcoholgebruik per 1 januari 2014.
Een belangrijk thema in de Kadernota Jeugdbeleid 2012-2016, is ”een gezonde leefstijl bij jeugdigen” en er wordt hier een integrale benadering van het onderwerp Veiligheid bevordert. Dit vindt plaats in samenwerking met relevante interne afdelingen en externe instellingen op het gebied van onderwijs, veiligheid en jeugd. Jongerenwerk en Streetcorner Work wijzen jongeren op straat op de gevaren van het gebruik van middelen.
In het kader van een reeks preventieve activiteiten in het kader van verslavingszorg ontvangt Brijder een subsidie voor het geven van voorlichting, (telefonische) consulten en XTC-testen op feesten aan jongeren. Ook wordt er een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van regionale samenwerking rondom handhaving en preventie alcohol.
3.3.4 Veilig in en om school (VIOS)
Jongeren kunnen dader en slachtoffer zijn van onveiligheid – thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Hier zijn geen cijfers over bekend omdat de primaire verantwoordelijkheid ligt bij de scholen zelf. Uitgangspunt is dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor de veiligheid in en om school. Daarnaast werken scholen samen met de politie, HALT en de gemeente om veiligheidsproblemen op te lossen.
Iedere school heeft een veiligheidscoördinator en een veiligheidsplan. Daarnaast werken middelbare scholen, politie, HALT en gemeente samen om veiligheidsproblemen efficiënt te kunnen oplossen. Dit samenwerkingsverband heet het VIOS (Veilig in en om School). In het VIOS-convenant is afgesproken wat partijen hiermee willen bereiken. Eén van de afspraken die gemaakt is in het convenant behelst dat er jaarlijks een steekproefsgewijze kluisjescontrole plaatsvindt op de middelbare scholen.
Fysieke veiligheid is het voorkomen en beperken van risico's, waarvan mensen en dieren ernstige gevolgen van kunnen ondervinden. Ook maatschappelijke onrust of ontwrichting van de maatschappij spelen hierbij een rol.
3.4.1 Verkeersveiligheid en verkeersoverlast
Bij Verkeersveiligheid en verkeersoverlastwordt een onderscheid gemaakt tussen verkeersveiligheid en verkeersoverlast. Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeersdeelnemers wat wordt bepaald op basis van geregistreerde ongevallen. Verkeersoverlast kan zijn parkeeroverlast, geluidsoverlast door verkeer, overlast door agressief rijgedrag en te hard rijdende auto’s.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Het totaal aantal meldingen van verkeersongevallen bij de politie is gedaald. Dit is waarschijnlijk te verklaren doordat de politie sinds de laatste jaren niet altijd meer in actie komt als er alleen sprake is van materiële schade, deze zaken worden door partijen onderling in samenwerking met hun verzekeringsmaatschappij opgelost. Ongevallen vinden in Velsen vooral plaats op of nabij kruispunten van doorgaande wegen met relatief veel verkeer.
Het aantal meldingen van verkeersoverlast bij de politie is gedaald, dit in tegenstelling tot de ervaren verkeersoverlast die is gemeten in de Leefbaarheidsmonitor. Vooral de stijging van ervaren parkeeroverlast valt op, met name in de wijken IJmuiden-Noord en IJmuiden-Zuid.
De aanpak van verkeersveiligheid is repressief en preventief. De afgelopen jaren heeft de gemeente geïnvesteerd in eenduidige vormgeving van de wegen en in veilige fietsroutes.
·Verminderen verkeersonveiligheid en verkeersoverlast
Ontwikkeling verkeersgerelateerde indicatoren
De aanpak van de verkeersveiligheid is zowel preventief als repressief. De nadruk in Velsen ligt op de preventieve aanpak. Dit houdt in dat er geprobeerd wordt om de oorzaken van verkeersonveiligheid weg te nemen, zodat de kans op ongevallen wordt beperkt. Belangrijke maatregelen hierbij zijn:
Verder heeft de gemeente de afgelopen jaren specifiek geïnvesteerd in fietsveiligheid. Doel daarbij is om veilige en op elkaar aansluitende fietsroutes te realiseren. Concreet houdt dit in dat:
*Fietsstraten: Door het fietsgedeelte te centreren langs de lengte-as zullen fietsers vooral in het midden rijden. In Velsen is het toegestaan dat auto’s rijden in de fietsstraat, maar de nadruk ligt op fietsers. Auto’s zijn ‘te gast’.
Naast de verkeersonveiligheid wordt ook verkeersoverlast preventief tegengegaan. Om de parkeerproblematiek in Velsen te minimaliseren is een parkeernormenbeleid en een parkeerbeleidsplan vastgesteld etc..
Naast de preventieve aanpak treedt de politie en de gemeente ook repressief op tegen verkeersovertredingen.
De politie houdt met enige regelmaat verkeerscontroles in de gemeente. De controles worden uitgevoerd op plaatsen waar op dat moment veel meldingen van verkeersonveiligheid of verkeersoverlast worden gedaan.
De gemeente voert ook regelmatig controles uit om gevaarlijke verkeerssituaties of situaties die tot verkeersoverlast kunnen leiden te voorkomen. Bijvoorbeeld door het bekeuren van verkeerd geparkeerde auto’s of het bekeuren van fietsers en scooterrijders.
Brandveiligheid heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, instellingen, andere bedrijven) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen ziet de brandweer toe op brandveiligheid door preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen. Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden.
Samenvatting veiligheidsanalyse
De brandweer en de politie hebben in 2013 iets minder brandmeldingen binnengekregen dan voorgaande jaren. Ze krijgen meer meldingen binnen van buitenbranden dan van binnenbranden. De aanpak is vooral gericht op preventie. Zo moeten gebouwen aan vereisten van brandveiligheid voldoen en brengt de brandweer complexe gebouwen in kaart.
·Geen, is verantwoordelijkheid van VRK
De meeste aandacht wordt gegeven aan de preventie. Gebouwen moeten aan vereisten van brandveiligheid voldoen. Dit wordt gecontroleerd door brandweer en handhavers van de gemeente. De brandweer controleert in beginsel volgens een bepaalde frequentie alle gebouwen met een zogeheten omgevingsvergunning brandveiligheid. De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) wil echter over naar een andere systematiek waarbij beheerders van bouwwerken zelf verantwoordelijkheid dragen voor de brandveiligheidscontroles in hun gebouwen. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid dus verlegd van overheid naar de beheerders van de gebouwen zelf. Momenteel onderzoekt de VRK hoe gemeenten hier tegen aankijken. Hoge prioriteit heeft de brandwerendheid tussen woningen in woonscheidende constructies. Geconstateerd is dat die bij bepaalde woningen niet voldoen aan het wettelijk niveau (minimale eisen), met name bij woningen die gebouwd zijn tussen 1950 en 1970. Dit probleem is geconstateerd bij verschillende woningbranden in Nederland. In de afgelopen jaren is al aandacht besteed aan de problematiek van de brandwerendheid.
De brandweer ontplooit verschillende activiteiten om zo goed mogelijk voorbereid te zijn:
3.4.3 Milieu en externe veiligheid
Bij externe veiligheid staan de risico’s van gevaarlijke stoffen voor de omgeving centraal. Men berekent de kans dat een onbeschermd persoon slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen in de omgeving van een activiteit waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt of liggen er opgeslagen. Het gaat hierbij ten eerste om de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Ten tweede gaat het over het vervoer van gevaarlijke stoffen via de weg, water, spoor, lucht of buisleidingen. De gemeente en provincie houden samen een regionale risicokaart bij waarop informatie is opgenomen over locaties met aandacht voor externe veiligheid en kwetsbare objecten.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Beeld is dat de kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen in Velsen zeer klein is. Bijzonderheid in de gemeente is de ondergrondse pijpleiding met ruwe olie. Voor opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen gelden strikte regels. De belangrijkste bedrijven waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen zijn opgenomen in het Risico Register Gevaarlijke Stoffen (RRGS). Voor risicovolle objecten moet een risicoanalyse worden uitgevoerd dat wordt bijgehouden door de Milieudienst IJmond/Regionale UitvoeringsDienst (RRGS) / Omgevingsdienst Noorzeekanaalgebied (specifiek de BRZO-inrichtingen).
Externe veiligheid is een dynamisch werkgebied. Steeds komt weer nieuwe wetgeving tot stand met nieuwe eisen voor hoeveelheid en wijze van opslag en vervoer. Dit betekent dat de aanpak van externe veiligheid ook steeds aan veranderingen onderhevig is. De partij die belast is met de uitvoering van de regels en het in kaart brengen van de risico’s is de Milieudienst IJmond/Regionale UitvoeringsDienst, de Omgevingsdienst Noorzeekanaalgebied en ook provincie Noord-Holland, (zgn. provinciale inrichtingen). Ten aanzien van de aanpak van externe veiligheid merken we het volgende op:
Het vervoeren van gevaarlijke stoffen is in Nederland aan regels gebonden die voortkomen uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Deze wet geeft een gemeente de mogelijkheid wegen of gebieden aan te wijzen waar gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd, zonder specifieke ontheffing van de gemeente. In Velsen is een dergelijke route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen die is vastgesteld door de Raad.
Ten aanzien van de advisering met betrekking tot de beheersbaarheid van risico’s is de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) de deskundige partij. De scenario’s die zich kunnen voordoen zijn vastgelegd in het scenarioboek Externe Veiligheid. Deze is opgesteld door de veiligheidsregio’s in Noord-Holland.
3.4.4 Voorbereiding op crisisbeheersing en rampenbestrijding
Voorbereiding op crisisbeheersing en rampenbestrijding staan mogelijke rampen en crises centraal. Rampen en crises vinden zelden plaats, maar de gemeente en de veiligheidspartners moeten goed voorbereid zijn op een eventuele ramp. Bij dit thema past dus geen veiligheidsbeeld (een overzicht van de actuele veiligheidssituatie) maar is het belangrijk hoe Velsen is voorbereid op mogelijke rampen en crises.
Samenvatting veiligheidsanalyse
De verantwoordelijkheid voor de crisisorganisatie ligt bij de veiligheidsregio’s. Elke veiligheidsregio heeft een regionaal risicoprofiel opgesteld, op basis waarvan een regionaal beleidsplan is gemaakt. Voor de beheersing van drie specifieke risicovolle objecten (Schiphol, Tata Steel en het Noordzeekanaal) zijn in de Veiligheidsregio Kennemerland rampbestrijdingsplannen opgesteld.
·Geen, is verantwoordelijkheid van VRK
De verantwoordelijkheid voor de crisisorganisatie ligt bij de veiligheidsregio’s. Een veiligheidsregio is een geografisch gebied bestaande uit meerdere gemeentes. De samenwerking in de veiligheidsregio’s is gebaseerd op een verplichte gemeenschappelijke regeling van gemeenten, een vorm van verlengd lokaal bestuur.
In een veiligheidsregio werken brandweer, geneeskundige hulpverlening, gemeenten, politie en andere partners samen aan rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Elke veiligheidsregio heeft een regionaal risicoprofiel opgesteld. Dat is een overzicht van de risico’s die in een veiligheidsregio kunnen voorkomen en de impact en waarschijnlijkheid daarvan. Het risicoprofiel is opgesteld aan de hand van een inventarisatie en analyse van de risico’s. Velsen ligt in de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK).
Crisisbeheersing / Veiligheidsregio Kennemerland
In de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) werken de regionale brandweer, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), de politie en gemeenten samen. Het doel van deze samenwerking is om de kwaliteit van de crisisbeheersing en de noodhulpverlening te verbeteren. Door de samenwerking in de veiligheidsregio wordt de bestuurlijke en operationele slagkracht in geval van grootschalige ongelukken en rampen vergroot. De sleutelfiguren in de crisisbeheersing worden jaarlijks getraind en geoefend. In 2012 is er binnen de crisisbeheersing gekozen voor een traject waarbij burgers meer zelfredzaam worden. De hulporganisaties gaan zich met name richten op de niet-zelfredzamen. In het voorjaar van 2012 hebben de tien gemeenten in de veiligheidsregio intergemeentelijke pools gevormd. Gemeentelijke medewerkers die een functie in de crisisbeheersingsorganisatie hebben kunnen in geval van calamiteiten nu voor alle tien gemeenten ingezet worden.
Binnen de Veiligheidsregio is het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Kennemerland 2012-2015 leidend. De gemeentelijke organisatie maakt daarnaast als haar inzet nodig is gebruik van aparte deelplannen die voorzien in communicatie, registratie van slachtoffers en schade, publieke zorg en omgevingszorg.
In 2013 is een vervolgtraject ingezet. Dit moet leiden tot een nog compactere en professionelere intergemeentelijke organisatie die ingezet kan worden binnen de veiligheidsregio. Voor de registratie van slachtoffers en het informeren van verwanten is er inmiddels een landelijke front- en backoffice, het zogenaamde SIS (Slachtoffer Informatie Systematiek). Alle gemeentelijke deelplannen zijn gecomprimeerd en teruggebracht tot een deelplan bevolkingszorg.
Binnen de veiligheidsregio is een bureau bevolkingszorg werkzaam dat versterkt zal worden en als spin in het web zal fungeren voor de gemeentelijke crisisorganisatie.
De OvD BZ (officier van dienst bevolkingszorg) heeft binnen de nieuwe organisatie een spilfunctie. Deze functionaris is bij een incident in het veld ter plekke bij het COPI (commando plaats incident) samen met de politie, brandweer en GHOR. Vanuit het veld is er het beste zicht op de behoefte aan de inzet van gemeentelijke processen.
Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze maatschappelijke integriteitc.q. belangrijke regels en andere afspraken in het kader van veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect – ze kunnen in extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken. Thema’s binnen dit veiligheidsveld zijn radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit, Informatieveiligheid en Veilige Publieke Taak De laatste 2 benoemde items zijn belangrijke nieuwe accenten die zijn toegevoegd aan dit onderdeel.
3.5.1 Polarisatie en radicalisering
Polarisatie en radicalisering staan conflicten tussen partijen en bevolkingsgroepen centraal. Dat kunnen bijvoorbeeld personen zijn met een verschillende politieke voorkeur, geloofsovertuiging, andere cultuur of seksuele geaardheid. Polarisatie is het versterken van tegenstellingen tussen deze partijen en bevolkingsgroepen. Tegenstellingen kunnen bijvoorbeeld voortvloeien uit geloof, cultuur, geslacht, ras of seksuele voorkeur zijn. Groeperingen die gepolariseerd zijn kunnen radicaliseren. Bij radicalisering gaat het om ideologische groepen of stromingen in de samenleving die een bedreiging kunnen zijn voor de veiligheid en waarbij sprake kan zijn van dreigend geweld. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme of links-extremisme.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Polarisatie is een moeilijk meetbaar begrip. Van discriminatie wordt nauwelijks melding gedaan. De omvang van radicalisering is moeilijk te duiden. In Nederland maakt men zich het meest zorgen over islamradicalisering, waarvan in maart 2013 zelfs het nationaal dreigingsniveau is gestegen van beperkt tot substantieel. Daarnaast zijn er signalen dat ook sprake is van een toename van radicalisering. De aanpak van polarisatie in Velsen is vooral gericht op het voorkomen van discriminatie.
De aanpak van polarisatie in Velsen is vooral gericht op bestrijding van discriminatie. Om discriminatie te voorkomen en te bestrijden is wettelijk vastgelegd dat elke burger toegang moet hebben tot een onafhankelijk antidiscriminatiebureau. In Velsen is dat het Bureau Discriminatie Kennemerland (BDK). Het bureau registreert en behandelt klachten, geeft voorlichting, doet onderzoek, maakt beleid en adviseert op het gebied van discriminatie. Ook lokaal heeft discriminatie prioriteit. In 2012 is in Velsen het Antidiscriminatiebeleid vastgesteld. Daarin zijn drie uitgangspunten benoemd:
Om onveiligheidsgevoelens tegen te gaan worden de volgende instrumenten ingezet:
De politie speelt een belangrijke rol in het handhaven van de wet met betrekking tot discriminatie en in het signaleren van bijvoorbeeld radicalisering. De politie en Openbaar Ministerie hebben afspraken gemaakt over het opsporen en vervolgen van discriminatie. De politie is verplicht om iedere aangifte over discriminatie op te nemen en om in alle gevallen een opsporingsonderzoek te doen naar de identiteit van de verdachte. De hoofdregel van het OM is dat bij iedere overtreding van de discriminatiebepaling een strafrechtelijke reactie volgt.
3.5.2 Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit
Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren op gemeentelijk grondgebied en die misbruik maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Hierbij is vaak sprake van verweving van onder- en boven-wereld.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Over de omvang van georganiseerde criminaliteit is geen compleet beeld. De meest geregistreerde vorm van georganiseerde criminaliteit is drugshandel. De aanpak is zo veel mogelijk integraal in samenwerking met andere overheidsinstanties. Het bestuursrechtelijk instrument om georganiseerde criminaliteit preventief aan te pakken is de Wet BIBOB.
Georganiseerde criminaliteit pakken wij zo veel mogelijk integraal aan. Dat betekent dat de keten-partners met elkaar samenwerken en zowel (fiscaal)strafrechtelijke als bestuursrechtelijke maatregelen nemen. Een voorbeeld van deze integrale aanpak is de revitalisering van het havengebied (project Fabricius/revitalisering havengebied). Gemeente, politie, Belastingdienst, Douane, RIEC, Koninklijke Marechaussee en Openbaar Ministerie werken in dit project samen om diverse in het havengebied van IJmuiden geconstateerde en mogelijk met georganiseerde criminaliteit in verband staande wetsovertredingen integraal aan te pakken.
Het bestuursrechtelijke instrument om georganiseerde criminaliteit preventief aan te pakken is de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB). Op grond van deze wet kan het bevoegd orgaan een vergunning weigeren of de afgegeven vergunning intrekken als gevaar dreigt dat deze zal worden gebruikt wordt voor criminele activiteiten. In het vigerende BIBOB-beleid van de gemeente zijn kaders vastgesteld over de inzet van deze wet.
Uitbreiding toepassingsbereik Wet BIBOB
Het gebruik van de Wet BIBOB is de afgelopen jaren gestegen en zal ook het komende jaar blijven stijgen. De wet wordt tot nu toe vooral toegepast op aanvragen voor omgevingsvergunningen (Wabo), op de horeca- en prostitutiebranche, speelautomatenhallen en coffeeshops. Per 1 juli 2013 is de gewijzigde Wet BIBOB in werking getreden. Deze regelt de uitbreiding van de wet en bevat verbeteringen voor het gebruik ervan.
De uitbreiding betreft de vastgoedsector, de kansspelsector, vuurwerkimporteurs, vergunningen van de Huisvestingswet en de uitvoer, doorvoer en overdracht van strategische goederen en diensten. Voor de gemeentelijke vergunningen en ontheffingen geldt dat de Wet BIBOB niet meer de branches en sectoren noemt waarbinnen de Wet BIBOB geldt. Gemeenten kunnen nu zelf bepalen welke vergunningen, die zijn gebaseerd op een gemeentelijke verordening, onder de werking van de Wet BIBOB vallen.
Met het oog op de gewijzigde, uitgebreide Wet BIBOB zal in de tweede helft van 2014 een voorstel worden gedaan tot vaststelling van (nieuw) beleid ten aanzien van nieuwe aan de Wet BIBOB onderhevige zaken, waarbij met name moet worden gedacht aan vastgoedtransacties waarbij de gemeente als civiele partij is betrokken. Naast dit voorstel zal ook een evaluatie worden opgemaakt inzake de werking van het vigerende BIBOB-beleid en zullen er voorstellen worden gedaan tot aanpassing van dit beleid voor zover de uitkomsten van de evaluatie hiertoe aanleiding geven.
Onder mensenhandel valt: gedwongen prostitutie, arbeidsuitbuiting, loverboys, orgaanhandel en gedwongen bedelarij.
Over mensenhandel bestaat geen compleet beeld. Dit komt ten eerste doordat betrokkenen van mensenhandel hun activiteiten verborgen willen houden. Ten tweede is het idee dat gemeenten zich pas de laatste jaren dat gemeenten meer bewust worden dat mensenhandel ook in hun eigen gemeente kan voorkomen. Zo is bijvoorbeeld de aanwezigheid van een haven in de gemeente een risicofactor voor arbeidsuitbuiting.
·Inzet op bewustwording mensenhandel
Voor illegale prostitutie hanteren wij de volgende aanpak:
De politie is op grond van onze Prostitutienota aangewezen als toezichthouder. In die rol speurt de politie actief naar illegale seksbedrijven. Sinds 2013 stelt de politie bestuurlijke rapportages op indien zij bestuursrechtelijke maatregelen nodig achten. Ook is een nieuwe prostitutiewet in de maak. Doel hiervan is het invoeren van een regionaal vergunningstelsel ter voorkoming van het waterbedeffect.
Gemeenten zijn, net als andere (overheids)organisaties, kwetsbaar als het gaat om de digitale dienstverlening en met name het veilig/beveiligd uitvoeren van deze dienstverlening, waaronder het beheer van persoonsgegevens. Als de overheid de digitale beveiliging hiervan niet voldoende kan borgen, is het vertrouwen in de overheid in het geding. Het kan n.l. de fysieke veiligheid van burgers en organisaties in gevaar brengen, bijvoorbeeld als besturingssystemen van sluizen en bruggen gehackt worden of informatie uit gemeentelijke administratie wordt gehackt.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Informatieveiligheid is een nieuw item sinds 2014 en is niet behandeld in de analyse van 2013.
In 2013 heeft het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeentes (KING) een generiek normenkader voor alle Nederlandse gemeentes opgesteld, de Baseline Informatiebeveiliging voor Gemeentes (BIG). De belangrijkst prioriteit voor Velsen is het implementeren van dit normenkader en daarmee voldoen aan de landelijke standaard.
KING heeft in haar organisatie een onderdeel opgericht die zich specifiek met informatiebeveiliging bezig houdt, de informatiebeveiligingsdienst (IBD). Nederlandse gemeentes kunnen zich aansluiten bij de IBD zodat zij gebruik kunnen maken van de ondersteuning die deze dienst biedt. Velsen zal zich aansluiten bij de IBD.
Velsen werkt nog met een eigen normenkader dat als basis-beveiligingsniveau geldt. Uitgaande van dit normenkader is er een risicoanalyse uitgevoerd voor de informatievoorziening van Velsen. De analyse heeft geleid tot een maatregelenset dat er voor zorgt dat er aan het beveiligingsniveau wordt voldaan. De maatregelen zijn, op een klein aantal na, sindsdien uitgevoerd. De, niet uitgevoerde, maatregelen zijn ingepland. De werking van de maatregelen wordt gemonitord zodat deze zonodig aangescherpt kunnen worden.
Werknemers belast met een publieke taak, krijgen met enige regelmaat te maken met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Agressie en geweld kunnen niet alleen grote persoonlijke gevolgen hebben voor medewerkers en politieke ambtsdragers, ook de goede uitoefening van de taak kan in het gedrang komen.
Samenvatting veiligheidsanalyse
Veilige Publieke Taak is een nieuw item in 2014 en is niet behandeld in de analyse in 2013.
Sinds juni 2013 is er een Agressieprotocol van kracht. De aanpak van agressie tegen werknemers met een publieke taak heeft in de afgelopen jaren een stevige ontwikkeling doorgemaakt, mede onder invloed van het ‘Programma Veilige Publieke Taak’ (VPT) van het Ministerie van BZK. In het protocol zijn de maatregelen uit het VPT programma uitgewerkt en het vervangt het ‘Beleidsplan tegengaan ongewenst gedrag’ uit 2005. Bij deze nieuwe aanpak wordt agressie nimmer als onderdeel van het werk beschouwd en nimmer geaccepteerd. Er worden in een vroeg tijdig stadium grenzen gesteld aan overschrijding van gedragsnormen.
De norm is niet de persoonlijke grens van de medewerker, maar de organisatienorm. De organisatienorm is vertaald in huisregels voor bezoekers, waarbij respectvol omgaan met elkaar voorop staat.
De dienstverlening wordt stilgelegd indien de veiligheid van medewerkers niet gegarandeerd is. Er wordt een ordegesprek met hem of haar gevoerd. Daarin is de veiligheid van de medewerkers onderwerp van gesprek. De dienstverlening wordt hervat als er met de burger duidelijke afspraken zijn gemaakt over het gedrag.
In de nieuwe aanpak neemt de gemeente als werkgever het initiatief om aangifte te doen bij de politie van strafbaar gedrag. Het initiatief ligt hierbij nadrukkelijk bij de gemeente, omdat het gepleegde feit gericht is tegen de functie en/of het werk van de medewerker. Tenslotte is er meer aandacht voor schadeverhaal en ondersteuning van de medewerker vanuit de gemeente.
Het protocol bevat praktische stappenplannen voor situaties waarin men te maken krijgt met publieksagressie. De volgende instrumenten zijn vastgesteld:
De agressie-aanpak heeft betrekking op alle werklocaties van de gemeentelijke organisatie, zowel binnen de gebouwen als werksituaties buiten. Ook op de politieke ambtsdragers van de gemeente Velsen en de griffie is dit protocol van toepassing.
De gemeenteraad stelt het IVB vast, waarmee de raad veiligheid op de politieke agenda zet. In het IVB worden kaders benoemd en wordt beschreven welke visie en missie de gemeente ambieert. Het IVB dient als basis voor de totstandkoming van Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid van de Nationale Politie. De gemeenteraad beïnvloedt, door het vaststellen van het IVB, de benoeming van de regionale prioriteiten. Jaarlijks wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de behaalde resultaten, waardoor hij in staat is om zijn controlerende taak uit te voeren.
College van burgemeester en wethouders
Het jaarlijkse uitvoeringsplan veiligheid wordt vastgesteld door het college en rapporteert op deze wijze jaarlijks aan de gemeenteraad over de voortgang. Eventueel kunnen er op dat moment doelstellingen worden bijgesteld. Bijvoorbeeld bij een stijging van criminaliteit of nieuw beleid vanuit het Rijk.
De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is daarvoor als eerste aanspreekbaar en politiek verantwoordelijk. Hij fungeert als portefeuillehouder van openbare orde en veiligheid. Tevens heeft de burgemeester het opperbevel bij rampen, branden of grootschalige calamiteiten en is hij de gezagsdrager op het terrein van openbare orde en veiligheid en hulpverlening. De burgemeester vervult in relatie tot de wettelijke taken een coördinerende rol binnen de publieke veiligheid.
Samen met de officier van justitie en de teamchef van de politie vormt de burgemeester het lokale driehoeksoverleg. De burgemeester is voorzitter van het lokale driehoeksoverleg. Het driehoeksoverleg wordt betrokken bij de uitvoering van het IVB. De driehoek wordt vormgegeven samen met de gemeenten Beverwijk, Uitgeest en Heemskerk, omdat gezamenlijk een basisteam van de politie gevormd wordt. In de wet is echter expliciet opgenomen dat de burgemeester kan bepalen dat het driehoeksoverleg plaatsvindt op gemeentelijk niveau. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij lokale incidenten.
In het twee-wekelijkse Politieoverleg Veiligheid (POV) wordt gesproken over uiteenlopende zaken op het gebied van veiligheid. Dit veiligheidsoverleg bestaat uit de teamchef van politie, de adviseurs openbare orde en veiligheid (AOV’er) onder voorzitterschap van de afdelingsmanager Algemene Zaken. Tevens worden indien nodig andere partijen uitgenodigd. In het overleg worden actualiteiten besproken en komen de speerpunten van het IVB periodiek terug.
Naast het veiligheidsoverleg, wordt er wekelijks lokaal politieoverleg gevoerd tussen de burgemeester en de teamchef.
De coördinatie van het veiligheidsbeleid, de uitvoeringsplannen en analyseren van relevante informatie ligt bij de Afdeling Algemene Zaken. De Adviseur Openbare Orde en Veiligheid (AOV-er) is de vertegenwoordiger van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid en geldt als ondersteuner van het bestuur. De medewerker fungeert voor zowel interne partijen als externe organisaties als aanspreekpunt op het gebied van veiligheid. Vervolgens is hij verantwoordelijk voor het stimuleren en volgen van de voortgang van de uitvoering van het beleid.
De gemeente kan niet alleen zorgen voor veiligheid. Daarvoor is samenwerking nodig, een integrale aanpak waarbij het gemeentebestuur afspraken maakt en de regie voert zonder dat de gemeente bevoegdheden of taken van andere partijen overneemt. Als lokale overheid is de gemeente bij uitstek in staat om integraal belangen af te wegen, prioriteiten te stellen en lokaal maatwerk te realiseren en te zorgen voor samenhang tussen integrale veiligheid en andere beleidsterreinen. De gemeente in de rol van regisseur brengt partijen samen en laat taken uitvoeren. Ten aanzien van de uitvoering wordt sterk geleund op de medewerking van de ketenpartners. Alles staat of valt met de wil tot samenwerking en onderkenning van de noodzaak van beleid ten aanzien van een bepaald onderwerp te ontwikkelen en uit te voeren. De gemeente Velsen vult haar regierol dan ook in door het veiligheidsbeleid te initiëren, andere partijen te stimuleren, duidelijke prestatieafspraken met hen te maken en hen aan te spreken op hun bijdrage aan het realiseren van de gezamenlijke doelstellingen, onderlinge verbanden te leggen en – waar nodig – sturend op te treden. Kort samengevat: door richting te geven, te coördineren met gezag en te sturen op prestaties.
Versterken interne en externe verbindingen
De verantwoordelijkheid voor het beleid en uitvoering ligt niet uitsluitend bij de gemeente.
Bijna geen enkel maatschappelijk vraagstuk is meer door één organisatie – ook niet de gemeente – op te lossen. De gemeente is voor het welslagen van het veiligheidsbeleid afhankelijk van een groot aantal andere partijen. Politie, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers zijn strategische partners en onmisbaar bij het uitvoeren van het integraal veiligheidsbeleid. Of de gewenste maatschappelijke effecten worden gerealiseerd, is uiteindelijk vooral van hen afhankelijk. Integrale veiligheid is niet uitsluitend een zaak van de gemeente en haar partners. Het is ook een zaak van de burgers zelf. Zij dragen medeverantwoordelijkheid voor de veiligheid. Een verantwoordelijkheid die enerzijds tot uitdrukking komt in de plicht zich als een goed burger te gedragen en zich te houden aan en regels. Anderzijds kunnen burgers een actieve bijdrage leveren aan de veiligheid door onveilige situaties te melden bij de bevoegde instanties.
Betrokken partners in het veiligheidsbeleid zijn o.a.:
Communicatie is belangrijk om het veiligheidsbeleid op de juiste manier over het voetlicht te brengen. Dit vooral omdat de mogelijke effecten van het veiligheidsbeleid tot uiting komen in de veiligheidsbeleving van de inwoners. Actieve communicatie kan een positief effect hebben op de veiligheidsgevoelens van burgers. Communicatie is geen verantwoordelijkheid van de gemeente alleen. Zo worden voorlichtingscampagnes van bijvoorbeeld politie, of het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteund door de gemeente.
Integrale aanpak, gedeelde verantwoordelijkheid
Communicatie speelt bij alle beleidsonderdelen, projecten en acties een rol. Bij communicatie over veiligheid wordt gestreefd naar een integrale aanpak. Er wordt samengewerkt met interne en externe partners aan het gezamenlijke doel: een veilige gemeente. In de samenwerking met burgers en externe partners maken we duidelijk dat niet alleen de overheid (gemeente, brandweer en politie) verantwoordelijk is voor veiligheid en leefbaarheid, maar ook burgers, bedrijven en maatschappelijke. Samenwerken is belangrijk! instellingen.
Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Burgernet heeft tot doel invulling te geven aan de wens van overheid én burgers om gezamenlijk bij te dragen aan de sociale en fysieke veiligheid van de omgeving.
Burgernet kan worden ingezet bij:
De bevolking, bedrijven, de media en externe partners van de gemeente worden geïnformeerd over concrete veiligheidsissues die zich (kunnen) voordoen. Er wordt praktische informatie gegeven over veiligheidsrisico´s in de eigen woonomgeving, bijvoorbeeld door de risicokaart van de provincie en de website NLAlert.nl bekendheid te geven. Ook het crisisplan van de regio en ‘Weet wat je moet doen als de sirene gaat’ staan op de gemeentelijke website. Hiermee worden burgers gestimuleerd zelf activiteiten te ondernemen. Daarnaast wordt er informatie gegeven over het bredere veiligheidsbeleid, zoals over de verdeling van verantwoordelijkheden. Dit gebeurt door het plaatsen van deze beleidsnota op de website van de gemeente. Voor de informatietaak worden er verder verschillende middelen ingezet, zoals de gemeentegids, de gemeentelijke website, sociale en lokale media. Daarnaast worden gerichte instrumenten ingezet bijvoorbeeld wijkbezoeken, bewonersbrieven, informatiebijeenkomsten, preventieve acties ter voorkoming van woninginbraken (bijvoorbeeld via het project buurtauto’s).
De perceptie van veiligheid verbeteren
Of burgers zich veilig voelen wordt grotendeels bepaald door perceptie. Duidelijk zijn over
veiligheidsrisico´s is in dit verband een eerste vereiste. Echter, alleen het benoemen van risico´s werkt
onveiligheidsgevoelens in de hand. Zodra er een context wordt geboden en een handelingsperspectief, dan wordt het risico beter hanteerbaar. Een voorbeeld hiervan is de ‘Denk Vooruit’ campagne van de rijksoverheid voor het geval dat de sirene gaat: burgers kunnen zichzelf op een eventuele crisis voorbereiden via NL-alert.nl.
Een tweede factor die de perceptie van veiligheid bevordert, is (snel) reageren wanneer er daadwerkelijk iets gebeurt. Vandaar de opkomstnormen bij politie, ambulancezorg en brandweer. Maar voor de gemeente geldt hetzelfde: ‘een losliggende stoeptegel’ moet binnen de toegezegde termijn worden verholpen in het belang van de veiligheid van mensen (voorkomen van materiële of letselschade) . Het tijdig reageren op meldingen draagt bij aan de beleving dat de gemeente een betrouwbare partner is, vooral als de melder spoedig een afloopbericht ontvangt op zijn/haar melding. Van belang is dat resultaten op het gebied van veiligheid gecommuniceerd worden, waarbij de inzet van sociale media een bijdrage kan leveren. Als het resultaat door omstandigheden op zich zal laten wachten, is het van belang belanghebbenden te informeren over het proces, ook dat draagt bij aan de beleving van veiligheid.
Betrekken burgers en externe partners
Het is voor inwoners en bedrijven in Velsen mogelijk om bij de gemeente en politie aan de bel te trekken wanneer men een onveilige situatie signaleert of ervaart. Maar ook op een meer actieve manier willen we burgers en bedrijven betrekken bij veiligheid. Van algemene en passieve informatie (‘hoe is de gemeente Velsen voorbereid op rampen?’) naar specifieke en actieve informatie (‘wat gaat er gebeuren met de herinrichting van een straat of weg?’).
De meest actieve manier is burgers en ondernemers uit te nodigen door zelf deel te nemen aan de verbetering van de veiligheid. Voorbeelden hiervan zijn Burgernet, Horen, Zien en Melden.
Bekendheid en betrokkenheid vormen een eerste stap op weg naar een groter gevoel van veiligheid.
Lijst van afkortingen / begrippenlijst
AMK Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
AOV Adviseur openbare orde en veiligheid
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
APV Algemene Plaatselijke Verordening
Basisteam - Basisteam in het district Kennemerland, beslaat de gemeenten
IJmond Velsen, Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest.
BCOV Bestuurscommissie Openbare Veiligheid, overlegorgaan tussen de 10 bestuurders (burgemeesters van 10 gemeenten) in de Veiligheidsregio Kennemerland.
BIBOB Wet Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur
BIG Baseline Informatiebeveiliging voor Gemeentes
BOA Buitengewoon Opsporings Ambtenaar
BOPZ Wet Bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen
BOV Overlegorgaan tussen de 10 burgemeesters, gebiedsofficier, districtschef, Veiligheidsregio en eventuele andere partners in de regio Kennemerland.
Burgernet Een door de overheid en politie opgezet netwerk van burgers die alerteringen ontvangen en daarmee een bijdrage leveren bij opsporingen en vermissingen.
BVH Basisvoorziening Handhaving is een incidentregistratiesysteem dat wordt gebruikt door de Nederlandse Politie.
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
CCV Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid helpt veiligheids- professionals om Nederland veilig en leefbaar te maken.
Driehoek Overlegorgaan tussen politie, openbaar ministerie en burgemeester.
FIOD Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Belastingdienst
GGD Dienst van gemeenten voor het uitvoeren van (wettelijke) taken op het gebied van de volksgezondheid.
GHOR Organisatie die de inzet van geneeskundige diensten coördineert, tijdens rampen en grote ongevallen.
GRIP Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure
IND Immigratie- en Naturalisatiedienst
IVB Integraal Veiligheidsbeleid
Huisverbod Wettelijke bevoegdheid van de burgemeester om een persoon van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat tijdelijk de toegang tot zijn woning te ontzeggen.
KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten
KVO Keurmerk Veilig Ondernemen
Milieudienst IJmond Op contractbasis voert de milieudienst milieutaken uit voor gemeenten in Kennemerland.
MTO Medewerkers Tevredenheid Onderzoek
PMO Preventief Medisch Onderzoek
OGGZ Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
OOV Openbare orde en veiligheid
PKVW Politiekeurmerk Veilig Wonen
RIEC Regionaal Informatie en Expertisecentrum, helpt gemeenten weerbaarder te worden tegen georganiseerde criminaliteit.
RPC Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing, partners in Samen Veilig Ondernemen. In het RPC werken overheid, politie én ondernemers samen aan de beheersing van criminaliteit.
RUD Regionale UitvoeringsDienst
RvdK Raad voor de Kinderbescherming
SVO Samen Veilig Ondernemen, zie RPC.
Veiligheidshuis Netwerksamenwerkingsverband dat partners uit de strafrechtketen, de zorgketen en gemeente verbindt in de aanpak van complexe problematiek.
Veiligheidsmonitor Een tweejaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap.
VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten
VRK Veiligheidsregio Kennemerland
WABO Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
WIV Werkgroep Integrale Veiligheid, overlegstructuur van AOV’ers in Kennemerland met het accent op integrale veiligheid.
Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning
WOK Werkgroep Oranje Kolom, overlegstructuur van AOV’er in Kennemerland, met het accent crisisbeheersing.
ZSM ZSM staat voor Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk (afdoeningsaanpak van de justitieketen waarbij wordt samengewerkt om eenvoudige strafzaken versneld en simpel af te doen).
De grondslag voor de afstemming betreft o.a. twee brieven. Op 1 april 2014 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een brief geschreven aan de Tweede Kamer met uitgangspunten voor samenwerking tussen de Nationale Politie en de gemeenten. Deze brief is door de VNG op 5 juni 2014 de gemeenten aangeboden.