Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen
CiteertitelBeleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpBeleidsregels ten behoeve van uitvoering van de Participatiewet

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Beleidsregels bijzondere bijstand 2014 gemeente Velsen komen te vervallen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2021Nieuwe regeling

16-12-2014

Elektronisch gemeenteblad, 24 december 2014

B14.0497

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Velsen;

  • b.

    wet: de Participatiewet;

  • c.

    bijzondere bijstand: de bijstand als bedoeld in artikel 35 van de wet die bestemd is voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten die niet kunnen worden voldaan uit het relevante inkomen of het in aanmerking te nemen aanwezige vermogen;

  • d.

    individuele inkomenstoeslag: de toeslag bedoeld in artikel 36, eerste lid van de wet voor personen die langdurig een laag inkomen hebben, geen in aanmerking te nemen vermogen en geen uitzicht op inkomensverbetering;

  • e.

    individuele studietoeslag; een toeslag voor personen, die studeren en van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn om het minimumloon te verdienen;

  • f.

    bijstandsnorm: de norm zoals bedoeld in de artikelen 20 tot en met 29 van de wet;

  • g.

    vermogen: de waarde van de bezittingen waarover iemand redelijkerwijs kan beschikken

Artikel 2. Vormen van bijstand

  • 1.

    Bijzondere bijstand wordt – tenzij dat in deze beleidsregels anders is bepaald – om niet verstrekt.

  • 2.

    Bijzondere bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening in de gevallen bedoeld in artikel 48, tweede lid van de wet. Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen kan worden verleend in de vorm van een geldlening overeenkomstig het bepaalde in artikel 51 van de wet.

  • 3.

    Als de belanghebbende eigenaar is van een door hemzelf bewoonde woning waaraan een in aanmerking te nemen vermogen is verbonden, wordt de bijzondere bijstand verleend in de vorm van een geldlening met inachtneming van het bepaalde in artikel 50 van de wet.

  • 4.

    Periodieke bijzondere bijstand wordt in beginsel voor onbepaalde tijd verleend. Jaarlijks wordt heronderzoek gedaan naar de noodzaak en de omvang van deze bijstand en naar de in aanmerking te nemen middelen.

Artikel 3. De aanvraag

  • 1.

    Bijzondere bijstand wordt op aanvraag verstrekt. Kosten die zijn gemaakt voor de aanvraag is ingediend, komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking, tenzij het gemaakte (eigen bijdragen voor) medische kosten betreft. Hiervoor kan tot een half jaar na ontvangst van de nota een aanvraag worden ingediend.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan voorts worden afgeweken, indien:

    • a.

      de aanvrager de aanvraag redelijkerwijs niet vooraf heeft kunnen indienen;

    • b.

      er bijzondere omstandigheden of dringende redenen zijn om voor reeds gemaakte kosten bijstand te verlenen.

  • 3.

    Bij toepassing van het tweede lid is het verlenen van bijzondere bijstand met terugwerkende kracht mogelijk tot maximaal 12 maanden voor de indiening van de aanvraag.

  • 4.

    De aanvraag om bijzondere bijstand wordt door gehuwden en daarmee gelijkgestelden gezamenlijk aangevraagd en ondertekend, dan wel door één van hen met schriftelijke toestemming van de ander.

  • 5.

    Aanvragen worden ingediend met het door het hoofd van de afdeling Sociale Werk, Inkomen en Zorg vastgestelde formulier en worden volledig ingevuld, ondertekend en voorzien van de gevraagde bewijsstukken.

Artikel 4. Beoordeling van de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om bijzondere bijstand wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a.

    doen de kosten zich voor;

  • b.

    zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk;

  • c.

    vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden;

  • d.

    kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, het inkomen voor zover dat meer bedraagt dan de bijstandsnorm en het aanwezige vermogen boven de in artikel 34 van de wet genoemde grenzen.

  • 2.

    Bij de beoordeling van het recht op bijstand kan worden betrokken, in hoeverre de belanghebbende door eigen mogelijkheden tot een oplossing kan komen of een beroep kan doen op diens (sociale) netwerk en zijn eigen omgeving en in hoeverre hij daarin voldoende eigen verantwoordelijkheid heeft getoond.

  • 3.

    De individuele inkomenstoeslag en de individuele studietoeslag worden niet bij de middelentoets betrokken.

  • 4.

    Het in het eerste lid onder a, b. en c. bepaalde geldt niet voor de voorzieningen als bedoeld in de artikelen 17 en 18 (voor zover het personen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd betreft) van deze beleidsregels.

  • 5.

    Toegekende periodieke bijzondere bijstand wordt jaarlijks herbeoordeeld aan de hand van de in het eerste lid genoemde criteria.

  • 6.

    Er is geen recht op bijzondere bijstand als er een toereikende voorliggende voorziening is of als de voorliggende voorziening een bewuste keus heeft gemaakt om de kosten niet te vergoeden. Als de voorliggende voorziening om budgettaire redenen geen vergoeding geeft kan bijzondere bijstand worden verleend.

  • 7.

    Bij de vaststelling van het bedrag van de bijzondere noodzakelijke bestaanskosten

wordt, behoudens individuele omstandigheden, ten hoogste uitgegaan van de genoemde bedragen in de bijlage bij deze beleidsregels en in aanvulling daarop bij de Prijzengids van het Nibud. Komen de kosten niet in deze bronnen voor dan wordt de bijzondere bijstand in redelijkheid vastgesteld.

Artikel 5. De in aanmerking te nemen middelen

  • 1.

    Tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald, kunnen belanghebbenden met een (gezamenlijk) inkomen tot 110% van de voor hen geldende bijstandsnorm en geen vermogen boven de in artikel 34, lid 3 van de wet genoemde vermogensgrens niet geheel of gedeeltelijk zelf in de kosten voorzien waarvoor met inachtneming van deze beleidsregels bijzondere bijstand wordt verleend.

  • 2.

    Met het inkomen boven de in het eerste lid genoemde grens op jaarbasis wordt volledig rekening gehouden met het vaststellen van het recht op bijstand. Dat geldt ook voor het aanwezige vermogen boven de vermogensgrens.

  • 3.

    Het in het tweede lid bedoelde in aanmerking te nemen inkomen of vermogen kan worden verlaagd met onontkoombare vaste lasten zoals omschreven in de bijlage, voor zover deze hoger zijn dan die welke uit een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm kunnen worden betaald.

Artikel 6. Uitbetaling

  • 1.

    Tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald wordt de bijzondere bijstand uitbetaald nadat de betalingsbewijzen zijn ingeleverd.

  • 2.

    In situaties waarin de belanghebbende de kosten niet eerst zelf kan betalen, kan de bijstand in overleg met de aanvrager rechtstreeks aan de leverancier worden betaald of kan de aanvrager om een voorschot verzoeken als de kosten naar verwachting meer bedragen dan € 300,00. De bijstand wordt dan verleend onder de ontbindende voorwaarde dat het betalingsbewijs achteraf wordt overgelegd.

  • 3.

    Indien deze voorwaarde niet wordt nagekomen of als blijkt dat de bijzondere bijstand niet is besteed voor het doel waarvoor de bijstand is verstrekt, wordt het recht op de toegekende bijstand ingetrokken en wordt het betaalde bedrag teruggevorderd.

HOOFDSTUK 2 TOESLAGEN

Artikel 7. Algemene bepalingen over toeslagen

De toeslagen in de vorm van bijzondere bijstand als bedoeld in dit hoofdstuk worden verstrekt in aanvulling op de in de concrete situatie geldende bijstandsnorm. Het (netto) inkomen boven deze norm en het vermogen boven de in de wet genoemde vrijlatinggrenzen wordt volledig in aanmerking genomen.

Artikel 8. Jongerentoeslagen

  • 1.

    Bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten van zelfstandig wonende jongeren van 18 tot 21 jaar wordt verleend indien en voor zover:

    • a.

      de noodzakelijk kosten van bestaan hoger zijn dan de voor de jongere geldende bijstandsnorm;

    • b.

      in de hogere bestaanskosten niet kan worden voorzien door het delen van deze kosten met (een) ander(en);

    • c.

      voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouder(s), omdat:

      • -

        de middelen van de ouder(s) niet toereikend zijn, of

      • -

        de jongere redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouder(s) niet te gelde kan maken.

  • 2.

    De jongere bedoeld in het eerste lid wordt in elk geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouder(s) niet te gelde te kunnen maken, als de jongere op de ingangsdatum van de bijstandsverlening al 12 maanden of langer zelfstandig woont. In alle andere gevallen dient de noodzaak op grond van individuele omstandigheden te worden beoordeeld. Criteria daarvoor zijn onder meer:

    • a.

      de ouder (s) is / zijn overleden of woont / wonen in het buitenland;

    • b.

      de jongere is in het kader van de Wet op de jeugdzorg buiten het gezin geplaatst;

    • c.

      er is sprake van een acute crisissituatie of er is anderszins sprake van een ernstig verstoorde relatie met de ouder(s).

  • 3.

    Voor de alleenstaande jongere van 18 tot 21 jaar als bedoeld in het eerste lid, wordt de bijzondere bijstand vastgesteld op het verschil tussen de norm als bedoeld in artikel 20, lid 1 sub a. van de wet en de norm als bedoeld in artikel 21 sub a van de wet.

  • 4.

    Voor de jongere alleenstaande ouder van 18 tot 21 jaar als bedoeld in het eerste lid, wordt de bijzondere bijstand vastgesteld op het verschil tussen de norm als bedoeld in artikel 20 lid 2 sub a. van de wet en de norm als bedoeld in artikel 21 sub b van de wet.

  • 5.

    De in een inrichting verblijvende jongere van 18 tot 21 jaar kan onder de voorwaarden genoemd in het eerste en tweede lid bijzondere bijstand worden verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 van de wet

Artikel 9. Toeslag alleenstaande ouders

Alleenstaande ouders in de bijstand met kinderen tot 18 jaar hebben recht op de alleenstaande ouderkop uitgekeerd door de belastingdienst. Wanneer de alleenstaande ouders hierop geen aanspraak kunnen maken omdat ze volgens de belastingdienst een toeslagpartner hebben kan er een beroep gedaan worden op de bijzondere bijstand. De algemene bijstand wordt dan ten hoogste aangevuld tot de maximale vergoeding die de belastingdienst zou verstrekken bij de afwezigheid van een toeslagpartner.

Artikel 10. Toeslag bij grote inkomensterugval

  • 1.

    Bij een plotselinge, onvoorzienbare en niet verwijtbare inkomensterugval tot bijstandsniveau van meer dan 25% van het oude inkomen, kan een tijdelijke toeslag worden verleend, als de vaste lasten moeten worden aangepast aan de nieuwe (inkomens-)situatie.

  • 2.

    De basis voor de toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op het verschil tussen de inkomsten voor de bijstand en de bijstandsnorm, met dien verstande dat de basis niet hoger kan zijn dat de in de concrete situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm.

De toeslag is 75% van de basis als bedoeld onder 2. en wordt in stappen van 25% per kwartaal afgebouwd.

Artikel 11. Woonkostentoeslagen

  • 1.

    Begripsbepalingen woonkosten

    • a.

      huur: de per maand geldende rekenhuur als bedoeld in artikel 5 van de Wet op de huurtoeslag;

    • b.

      kosten eigen woning: de verschuldigde hypotheekrente ten hoogste tot het bedrag van de marktrente behorend bij een hypotheek van € 350.000, de in verband met het eigendom van de woning te betalen zakelijke rechten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor groot onderhoud.

  • 2.

    Woonkosten voor een huurwoning of gehuurde woonwagen.

Als de huur valt binnen de grenzen van de Wet op de huurtoeslag, maar belanghebbende krijgt door buiten zijn schuld gelegen omstandigheden (nog) geen huurtoeslag, dan kan een tijdelijke woonkostentoeslag worden verleend te hoogte van de huurtoeslag als deze wel zou zijn toegekend.

3.Woonkostentoeslag bij een woning in eigendom.

Voor de kosten van de door belanghebbende zelfbewoonde eigen woning die blijven binnen de grenzen van de Wet op de huurtoeslag voor huurwoningen met vergelijkbare kosten, kan een toeslag worden verleend ter hoogte van de huurtoeslag die bij een huurwoning met vergelijkbare kosten zou gelden.

  • 4.

    Woonkosten boven de maximale huurprijs.

  • a.

    Als de woonkosten (huur of eigen woning) hoger zijn dan het maximale huurbedrag waarvoor op grond van de Wet op de huurtoeslag toeslag kan worden verleend gelet op de financiële situatie van de belanghebbende, kan een tijdelijke woonkostentoeslag worden verleend.

  • b.

    De onder a. bedoelde toeslag is het verschil tussen de werkelijke woonkosten en het maximale bedrag dat een persoon in gelijke financiële omstandigheden in het kader van de Wet op de huurtoeslag wordt geacht te kunnen bijdragen aan huurlasten.

  • c.

    De onder a. bedoelde toeslag wordt in geval van een huurwoning in beginsel voor maximaal een jaar toegekend met de verplichting dat belanghebbende naar vermogen tracht goedkopere woonruimte te vinden. Verlenging van de periode van een jaar wordt individueel beoordeeld en is afhankelijk van de inspanningen van belanghebbende.

  • d.

    De onder a. bedoelde toeslag voor een door belanghebbende zelf bewoonde woning wordt verleend met inachtneming van de volgende voorschriften:

    • -

      de woning wordt te koop aangeboden voor een reële koopprijs, die ten hoogste ligt op de meest recent vastgestelde WOZ-waarde;

    • -

      als de woning niet binnen een half jaar wordt verkocht, wordt de vraagprijs met 10% van de WOZ-waarde per half jaar verlaagd.

  • 5.

    Servicekosten woonzorgvoorzieningen

In afwijking van het uitgangspunt dat geen (bijzondere) bijstand wordt verleend voor servicekosten kan voor de niet subsidiabele servicekosten van de twee woonzorgcomplexen ( De Schulpen te Velsen-Noord en De Hofstede te Velserbroek) bijzondere bijstand worden verleend. Het gaat om de volgende kosten:

  • -

    ramen wassen

  • -

    tuinfonds

  • -

    glasfonds/verzekering

  • -

    administratiekosten

  • -

    reinigen containers.

HOOFDSTUK 3 INDIVIDUELE VOORZIENINGEN

Artikel 12. Algemeen

  • 1.

    In dit hoofdstuk wordt een aantal kostensoorten omschreven om zeker te stellen dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. De opsomming is niet limitatief. In het individuele geval kunnen zich noodzakelijke kosten voordoen die niet in dit hoofdstuk zijn te vinden maar waarvoor, gelet op de uitgangspunten van de wet wel bijzondere bijstand moet worden verleend.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat de belanghebbende adequaat is verzekerd voor ziektekosten, dat wil zeggen een basisverzekering, een aanvullende verzekering die tenminste het niveau heeft van de Beter Af Plus Polis 2 sterren van Zilveren Kruis Achmea, en een verzekering voor tandheelkundige hulp van het tenminste het niveau van de Beter Af Tandarts Polis 2 sterren van Zilveren Kruis Achmea.

  • 3.

    Als de belanghebbende zich niet (voldoende) heeft verzekerd heeft hij slechts aanspraak op de bijzondere bijstand die hij had kunnen krijgen als hij wel was verzekerd overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.

  • 4.

    De in de bijlage genoemde bedragen gelden in beginsel als de maximale vergoeding voor de in dit hoofdstuk genoemde voorzieningen. Bijstandsverlening is alleen mogelijk met inachtneming van de nadere voorwaarden in de bijlage.

Artikel 13. Medische kosten

Voor bijzondere bijstand kunnen behoudens voor het wettelijke eigen risico dat voor eigen rekening van de belanghebbende blijft, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden en met inachtneming van de daar genoemde bedragen, elk geval in aanmerking komen de (para)medische noodzakelijke (meer)kosten of eigen bijdrage van:

  • a.

    een dieet;

  • b.

    (chronische) ziekte of handicap;

  • c.

    pedicurebehandeling;

  • d.

    een bril, contactlenzen en andere (medisch noodzakelijke) hulpmiddelen;

  • e.

    niet door de zorgverzekeraar vergoede geneesmiddelen, mits er geen alternatief is dat wel wordt vergoed door de zorgverzekeraar en uit medisch advies blijkt dat belanghebbende bijzondere baat heeft bij het niet door de zorgverzekeraar vergoede geneesmiddel, nadat eerst een beroep is gedaan op de hardheidsclausule bij de zorgverzekeraar;

  • f.

    (sociale) alarmering, maaltijdvoorziening en dagopvang;

  • g.

    alternatieve geneeswijze mits de voorliggende voorziening geen oplossing biedt en een reguliere behandeling geen genezing biedt en de behandeling medisch noodzakelijk is en door een arts wordt verricht, nadat eerst een beroep is gedaan op de hardheidsclausule bij de zorgverzekeraar;

  • h.

    bevalling en kraamhulp, waarbij de eigen bijdrage voor bevalling in het ziekenhuis alleen wordt vergoed als dit medisch noodzakelijk was;

  • i.

    orthodontische behandeling;

  • j.

    thuiszorg.

Artikel 14. Overige kosten

Voor bijzondere bijstand kunnen, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden en met inachtneming van de daar genoemde bedragen, in elk geval in aanmerking komen de noodzakelijke (meer)kosten of eigen bijdrage van:

  • a.

    kleding en schoeisel bij calamiteit;

  • b.

    niet voorzienbare verhuizing met inbegrip van dubbele woonlasten;

  • c.

    vaste lasten bij dwangopname;

  • d.

    kinderopvang op grond van sociale omstandigheden en voor zover de Wet kinderopvang niet in de kosten voorziet;

  • e.

    telefoonabonnement bij voorkoming of doorbreking van sociaal isolement;

  • f.

    vervoer in verband met sociale omstandigheden;

  • g.

    rechtsbijstand bij toevoeging via de Raad voor Rechtsbijstand;

  • h.

    bewindvoering (beschermingsbewind), kosten curatele en mentorschap conform de criteria van het LOK dan wel de uitspraak van de rechter over deze kosten;

  • i.

    leges voor de verlenging van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en de verblijfsvergunning eerste aanvraag voor een in Nederland geboren kind; voorwaarde is dat er sprake is van rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen;

  • j.

    begrafenis of crematie;

  • k.

    budgetbeheer op basis van de tarieven Plangroep

Artikel 15. Duurzame gebruiksgoederen

  • 1.

    Duurzame gebruiksgoederen horen naar hun aard tot de incidenteel algemeen voorkomende bestaanskosten. Hierin dient de belanghebbende te voorzien door reservering of gespreide betaling. Uitsluitend in geval van bijzondere omstandigheden kan daarom bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen nodig zijn.

  • 2.

    Ter beperking van de kosten, ter bevordering van het streven naar hergebruik van goederen en om de eigen mogelijkheden van de belanghebbende als bedoeld in artikel 4 lid 2 te stimuleren, kan de belanghebbende worden verwezen naar alternatieven als de kringloopwinkels of Marktplaats.nl.

  • 3.

    De bijzondere bijstand voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen wordt verleend in de vorm van borgtocht voor een lening bij een bank, geldlening of een bedrag om niet. Deze volgorde is dwingend.

  • 4.

    De aflossingscapaciteit voor een lening als bedoeld in het tweede lid is voor een belanghebbende met een inkomen op bijstandsniveau 5% van de bijstandsnorm , met een minimumbedrag van € 40,-;

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 5 van deze beleidsregels wordt bij de bepaling van de aflossingscapaciteit van belanghebbende, naast het bepaalde in het derde lid, het volledige inkomen boven de toepasselijke bijstandsnorm in aanmerking genomen.

  • 6.

    Indien en voor zover de aflossingscapaciteit als bedoeld in de leden 3. en 4. niet voldoende is om de noodzakelijke lening in de daarvoor geldende looptijd van 36 maanden volledig te kunnen aflossen, wordt een toeslag voor de aflossing verleend.

  • 7.

    Voor complete woninginrichting gelden de bedragen als omschreven in de bijlage bij deze beleidsregels.

HOOFDSTUK 4 MINIMAREGELINGEN IN VELSEN

Artikel 16. Duurzame gebruiksgoederen om niet

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 15, kan voor noodzakelijke aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen een bedrag om niet worden verstrekt als de belanghebbende op de datum van de aanvraag al tenminste 36 maanden een inkomen heeft dat voldoet aan de grens als bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregels. Een onderbreking van genoemde periode van minder dan zes maanden is niet van invloed.

  • 2.

    Het recht op het in het vorige lid bedoelde bedrag kan ten hoogste drie jaar worden opgespaard.

Artikel 17. Regeling sociaal-culturele activiteiten

  • 1.

    Als de niet in een inrichting verblijvende belanghebbende van 18 jaar of ouder op de datum van de aanvraag voldoet aan de algemene criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels, kan hij aanspraak maken op een tegemoetkoming voor de kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten onder de in de bijlage genoemde voorwaarden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toeslag geldt ook voor tot het gezin behorende financieel afhankelijke kinderen tot vier jaar.

  • 3.

    De in dit artikel bedoelde kosten moeten kunnen worden aangetoond, tenzij het kosten voor personen van 65 jaar of ouder betreft.

Artikel 18. Maatschappelijke participatie van kinderen

Ter uitvoering van de door de raad vastgestelde Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 gemeente Velsen stelt het college de volgende nadere regels vast.

  • 1.

    Voor het schoolgaande kind in de leeftijd van vier tot achttien jaar van wie de ouder voldoet aan de algemene criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels, kan aanspraak worden gemaakt op een tegemoetkoming voor de kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten en op een tegemoetkoming voor de kosten van actieve deelname aan sport en cultuur, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden.

  • 2.

    Voor het kind tot achttien jaar op het voortgezet onderwijs van wie de ouder voldoet aan de algemene criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels kan aanspraak worden gemaakt op een tegemoetkoming voor de indirecte schoolkosten onder de in de bijlage genoemde voorwaarden. Voor deze kinderen kan tevens aanspraak worden gemaakt op de noodzakelijke aanschaf van een computer.

  • 3.

    Voor het kind in de leeftijd van zes tot achttien jaar van wie de ouder voldoet aan de criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels, kan aanspraak worden gemaakt op de noodzakelijke aanschaf of vervanging van een fiets onder de in de bijlage genoemde voorwaarden.

  • 4.

    Voor het kind in de leeftijd van twaalf tot achttien jaar van wie de ouder voldoet aan de criteria voor het recht op bijzondere bijstand ingevolge de wet en deze beleidsregels, kan jaarlijks eenmalig aanspraak worden gemaakt op een 10-badenkaart voor het gemeentelijke zwembad.

  • 5.

    Om zeker te stellen dat de tegemoetkomingen ten gunste van het kind worden besteed, worden door de belanghebbende ouder betalingsbewijzen overgelegd alvorens tot uitbetaling wordt overgegaan.

Artikel 19. Collectiviteitskorting premie zorgverzekering

  • 1.

    Belanghebbenden met een inkomen tot 130% van de voor hen geldende norm als bedoeld in de artikelen 20 tot en met 29 van de wet, hebben recht op een korting op de premie van de verschuldigde zorgverzekering indien deze is afgesloten bij Zilveren Kruis Achmea.

  • 2.

    Voorwaarde voor de korting is dat de belanghebbende zich naast de basiszorgverzekering aanvullend verzekert tot het niveau Beter Af Plus polis drie sterren en Beter Af Tandartspolis twee sterren en niet kiest voor een vrijwillig eigen risico.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde korting is 7,5% van de premie van de basisverzekering en 10% van de premie van de aanvullende verzekeringen.

  • 4.

    Jaarlijks wordt getoetst of de belanghebbende aan de voorwaarden voldoet.

HOOFDSTUK 5 INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG EN INDIVIDUELE STUDIETOESLAG

Artikel 20. Individuele inkomenstoeslag

De individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de wet wordt door het college verleend overeenkomstig de bepalingen van de Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Velsen.

Artikel 21. Individuele studietoeslag

De individuele studietoeslag als bedoeld in artikel 36b, lid 1 van de wet wordt door het college verleend overeenkomstig de bepalingen van de Verordening Individuele studietoeslag 2015 gemeente Velsen.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 22. Individualisering en hardheidsclausule

  • 1.

    Als de bijzondere individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, wordt de bijzondere bijstand in afwijking van deze beleidsregels vastgesteld.

  • 2.

    In het geval dat strikte toepassing van deze beleidsregels zouden leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kan daar ten gunste van de belanghebbende van worden afgeweken.

Artikel 23. Uitvoeringsregels

Het hoofd van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg is bevoegd regels vast te stellen ter uitvoering van deze beleidsregels.

Artikel 24. Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels bijzondere bijstand 2014 gemeente Velsen, met dien verstande dat de Beleidsregels bijzondere bijstand 2014 gemeente Velsen nog van kracht blijven voor aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2015.Toelichting Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen

Deze bijlage maakt onderdeel uit van de Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen.

Algemeen

Uitgangspunt is, dat alleen kosten van de goedkoopste toereikende voorziening voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. De omvang van de gevraagde bijzondere bijstand kan als regel worden getoetst aan de bedragen zoals deze voorkomen in de meest recente uitgave van de Nibud-prijzengids (vindplaats Grip op WWB).

Voor een aantal kosten geldt echter de in deze bijlage genoemde bedragen. Deze bijlage gaat voor de Nibud-prijzengids. Zie ook artikel 4, lid 7 van deze beleidsregels.

In het kader van kostenbeperking is het in toenemende mate gebruik klanten te wijzen op goedkope alternatieven; bv. bij duurzame gebruiksgoederen, maar ook bij medicijnen. Bij een aantal kostensoorten staat een korte toelichting, met name daar waar het gaat om gemeentelijk beleid. Voor meer en algemenere toelicht wordt verwezen naar Grip op WWB (Handboek Schulinck) en de relevante jurisprudentie.

Uitwerking per artikel

Artikel 5 In aanmerking te nemen middelen

Dit artikel bepaalt dat alle inkomen (op jaarbasis) boven de grens van 110% (bij woonkostentoeslagen 100%) worden betrokken bij de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand. Ook het vermogen boven de wettelijke grens wordt geheel in aanmerking worden genomen.

De in aanmerking te nemen middelen kunnen met een aantal kosten worden gecorrigeerd. Te denken valt aan woonkosten voor zover deze meer bedragen dan het bedrag dat iemand met een inkomen tot 110% (resp. 100%) zelf kan betalen volgens de berekening huurtoeslag. Deze redenering geldt ook voor andere inkomensafhankelijke bijdragen. Verder kan het inkomen worden gecorrigeerd met noodzakelijke kosten van woon- werkverkeer voor zover dat niet uit een bijstandsuitkering kan worden betaald en berekend naar de goedkoopste mogelijkheid. Zie ook de toelichting bij artikel 14.

Artikel 6

Omdat het belangrijk is dat belanghebbenden kunnen beschikken over de aangevraagde bijzondere bijstand, worden de aanvragen zo spoedig mogelijk afgehandeld, zodat er tot uitkering overgegaan kan worden. Hierbij wordt natuurlijk wel alle zorgvuldigheid in acht genomen.

Artikel 9 Toeslag alleenstaande ouders

Alleenstaande ouders met een toeslagpartner die na 1 januari 2015 een bijstandsuitkering aanvragen krijgen geen alleenstaande ouderkop. Zij komen ook niet in aanmerking voor de overgangsregeling. Zij kunnen bij de gemeente een beroep doen op extra ondersteuning, in de vorm van bijzondere bijstand.

Artikel 13 Medische voorzieningen

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Extra verwarming

Meerkosten tov gemiddeld gebruik (Nibudgids)

Extra kosten noodzakelijk om medische redenen.

Pedicure

Maximaal 23,00 per behandeling

Ten hoogste negen behandelingen per jaar.

Bril en contactlenzen

Bril: max. 100.

Varilux max. 150.

Behoudens calamiteit vervanging bril in beginsel eens per drie jaar (kinderen < 17 jaar eens per jaar).

Contactlenzen in plaats van brillen zijn toegestaan: vergoeding nooit meer dan voor bril zou zijn vergoed.

Ontspiegelen en krasvast maken kan worden vergoed.

Vergoeding maximaal. Voor dit bedrag in combinatie met de vergoeding van de zorgverzekeraar kan bij diverse leveranciers een adequate complete bril worden aangeschaft. Meerkosten zijn (behoudens zeer bijzondere omstandigheden luxe en (dus) voor eigen rekening.

Maaltijdvoorziening

Kosten min referentiebedrag voor warme maaltijden.

Kosten maximaal het bedrag dat Kievit Haarlem hiervoor rekent. Tabel referentiebedrag in Nibud lijst.

Hoortoestel

Max. € 300 per apparaat

Nieuw apparaat ten hoogste eens per vijf jaar.

Batterijen voor eigen rekening.

Overige medische hulpmiddelen

Eigen bijdrage

Langdurige behoefte aan hulpmiddelen worden vergoed door zorgverzekering. Voor kortdurende behoefte is eigen bijdrage of huurbedrag verschuldigd.

Orthodontische behandeling

Eigen bijdrage

Eigen bijdrage in kosten van orthodontische behandeling vergoeden na overlegging behandelingsplan en (positief) besluit van zorgverzekeraar.

Overige tandheelkundige voorzieningen worden in beginsel niet vergoed. Een toereikende voorziening wordt in beginsel gedekt door de zorgverzekering. Zo nodig kan de belanghebbende een beroep doen op de hardheidsclausule van de zorgverzekering.

Bijzondere bijstand alleen mogelijk bij acute noodsituatie.

Artikel 14 Overige kosten

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Kleding / schoeisel bij calamiteit

Eenmalig 250,00 per volwassene en 150,00 per kind

Calamiteit kan zich bv. bij de volgende situaties voordoen:

-door brand is alles verwoest

-gaat om ontheemde of asielzoeker zonder kleding

-extreem afvallen in zeer korte tijd

Vaste lasten bij dwangopname

(basis art. 13,3 Participatiewet)

 

Hieronder valt in elk geval de huur. Maximaal zes maanden. Verlenging met zes maanden individueel mogelijk.

Zo nodig kan gedurende deze periode ook zakgeld naar de bijstandsnorm en kosten premie zorgverzekering worden verstrekt.

Vaste lasten tijdens detentie

 

Alleen bij zeer dringende redenen de huur gedurende maximaal zes tot twaalf maanden. Advies van het noodteam kan aan de afweging bijdragen.

In beginsel moet de belanghebbende dit zelf oplossen (lenen, verhuren).

Kinderopvang om sociaal/medische redenen

De kosten

Indicatie (bv. van Centrum voor Jeugd en Gezin) noodzakelijk, in combinatie met aanpak van de onderliggende problematiek.

Het maximale uurtarief is vermeld in de Nibud gids. De belanghebbende betaalt een eigen bijdrage conform de tabel van de Wet Kinderopvang.

Voor noodzakelijke overblijfkosten op school kan bijzondere bijstand worden verleend.

Telefoon

 

Vervallen per 1-1-2014. Bestaande gevallen lopen door.

Vervoerskosten

a.van/naar ziekenhuis

b.bezoek gezinslid in inrichting / detentie

c.scholing kind buiten gemeentegrens

a.eigen bijdrage

b.kosten OV

c.Meerkosten OV buiten gemeentegrens

c.Voor eigen rekening blijft het bedrag dat men kwijt is voor een jaarabonnement tot de gemeentegrens (bedrag 2013: € 48 p.m.)

Rechtsbijstand

 

Conform toevoeging door de Raad van de Rechtsbijstand. Van de belanghebbende wordt verwacht dat hij zich eerst wendt tot het Juridisch Loket. Daar wordt de haalbaarheid van de zaak beoordeeld. Tevens levert dat in het vervolgtraject (de toevoeging) een voordeel op van 50 euro.

Maakt belanghebbende hiervan geen gebruik dan blijft deze 50 euro voor diens eigen rekening.

Maken de kosten deel uit van een procedure tegen de gemeente Velsen, dan zullen deze kosten meegenomen worden in de procedure en kan hier geen bijzondere bijstand voor worden verstrekt.

Bewindvoering (beschermingsbewind), curatele en mentorschap

Conform criteria LOK dan wel uitspraak rechter

Intakekosten eenmalige vergoeding NB Voor bewindvoering WSNP geen bijzondere bijstand (CRvB 29-6-2010)

Budgetbeheer

Conform tarieven Plangroep

Wordt budget door andere instelling gedaan, dan bijstand beperken tot bedrag dat Sociaal.nl in rekening brengt tenzij bijzondere omstandigheden afwijking rechtvaardigen.

Intake kosten kunnen (eenmalig) worden vergoed.

Begrafenis / crematie

Sobere uitvaart

Kosten toetsen aan Nibudbedragen.

Tot de kosten kunnen worden gerekend:

-verzorging overledene

-eenvoudige kist

-50 kaarten en dankbetuigingen

-werk uitvaartverzorger

-rouwauto en één volauto

-Kosten begrafenis / crematie

Baby-uitzet

€ 300,-

De vergoeding van een baby-uitzet is in de vorm van een lening en bestaat alleen uit de zaken die noodzakelijk zijn om de baby gebruik te laten maken van de babykamer. Dit zijn:

-Het bedje (incl.toebehoren);en

-De Commode;en

-Kast

Als voorwaarde geldt, dat de belanghebbende geen ruimte moet hebben gehad om te reserveren (bijvoorbeeld doordat er belanghebbende al aflost op een schuld). Daarnaast kan de aanvraag pas worden ingediend vanaf de 7e maand van de zwangerschap.

Overbruggingsuitkering

All.st.(ouder) € 370,-

Echtpaar € 580,-

De periodieke bijstandsuitkering wordt maandelijks achteraf betaalbaar gesteld. Als de eerste periode van bijstand niet is te overbruggen, omdat er geen reserve is en er sprake is van een gewijzigd betaalritme (betaling salaris begin van de maand, bijstand achteraf). Dan kan er een overbruggingsuitkering (in de vorm van een lening) worden verstrekt.

Artikel 15 Duurzame gebruiksgoederen

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Complete sobere woninginrichting

-alleenstaande kamerbewoner € 2035

-alleenstaande € 3650

-gezin twee personen € 5471

-elk volgend gezinslid € 612

Aan dit budget kan incidenteel het Nibud bedrag voor een gashaard worden toegevoegd, tenzij verhuurder bereid is CV te plaatsen.

Voor jongeren tot 27 jaar die vanuit het ouderlijk huis zelfstandig gaan wonen, zijn dit, behoudens zeer bijzondere omstandigheden, geen noodzakelijke kosten.

Bij verwijzing naar Kringloopwinkels of Markplaats wordt een redelijke afschrijvingstermijn van de aangeschafte goederen betrokken.

Met Kringloopwinkels kunnen afspraken worden gemaakt over de verstrekking van duurzame gebruiksgoederen.

Betreft bedragen 2015. Deze kunnen jaarlijks worden geïndexeerd (algemene prijsindexcijfer: zie Grip op WWB)

Voor de groep ex-asielzoekers die een woning toegewezen krijgt in Velsen kan het budget worden

verhoogd met een bedrag voor één of twee fietsen maximaal 2 x € 250 en bedrag voor computer en printer.

.

Aflossing PL bij (commerciële bank), eigen aandeel

-alleenstaande € 46,00 per maand

-alleenstaande ouder € 59,00 per maand

-gehuwden € 66,00 per maand

* op basis van de norm 1-7-2013.

Gehele inkomen boven norm is ook aflossingscapaciteit.

Voor meerkosten van de aflossing plus rente kan periodieke bijzondere bijstand worden verleend.

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Duurzame gebruiksgoederen om niet

€ 350,00

Maximaal drie jaar op te sparen. Verblijf in een asielzoekerscentrum telt mee bij bepaling of iemand al drie jaar minimaal inkomen heeft.

Sociaal-culturele activiteiten

Maximaal €75,00 per financieel afhankelijk gezinslid

Per kalenderjaar(omdat er vanuit gegaan mag worden dat een ieder 1 maal per kalenderjaar gebruik maakt van een sociaal-culturele activiteit).

Voorzieningen voor kinderen

Kosten

Bedrag in €

Toelichting

Actieve deelname sport / cultuur

Indirecte schoolkosten

Computer voorgezet onderwijs

Fiets kind vanaf 6 jaar

10-badenkaart zwembad

Maximaal € 200,00 per financieel afhankelijk kind tussen 4-18 jaar

€ 270,00 per kind tot 18 jaar op voortgezet onderwijs

Maximum bedrag conform Nibud gids. Als in de markt een toereikende voorziening tegen een lager bedrag beschikbaar is, is dat het uitgangspunt

6-8 jaar max € 145,00

8-12 jaar max € 260,00

12-18 jaar max € 380,00

In natura

Per kalenderjaar. Kosten moeten worden aangetoond.

Per schooljaar. Controle op besteding bij steekproef. Vergoeding in elk geval bedoeld voor ouderbijdrage, schoolactiviteiten en bijkomende kosten

Als uitzondering op de algemene regel t.a.v. duurzame gebruiksgoederen voor deze groep computer om niet.

Doel: samen met vrienden, klasgenoten naar zwembad (bv in zomervakantie). Nevendoel: lichaamsbeweging.