Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2015. |
Citeertitel | Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 82
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2022 | artikel 4, 6 | 21-12-2022 | 2022-1015 | ||
17-03-2015 | 01-01-2015 | 31-12-2022 | Gemeentewet, art. 82 | 18-02-2015 Gemeenteblad, 16 maart 2015 | 2014-002559 |
Artikel 2. Samenstelling, benoeming en vergadering van de Planadviesraad
De Planadviesraad beraadslaagt en besluit niet indien niet minimaal drie van de leden, de voorzitter daaronder begrepen, aanwezig zijn. W aaronder ten minste één lid als bedoeld in het eerste lid onder c of d, in het geval voor een goede beoordeling van een plan deze specifieke deskundigheid vereist.
Artikel 4. Wanneer advies wordt uitgebracht
De Planadviesraad brengt advies uit in de door het bevoegd gezag voorgelegde gevallen:
ten aanzien van alle omgevingsvergunningplichtige activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a (bouwwerken), onder f (rijksmonumenten) en onder h (slopen in een door het rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht) en artikel 2.2, eerste lid onder h (reclame ingevolge artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening Deventer), b (gemeentelijk/provinciaal monument), c (slopen in een bij verordening aangewezen beschermd stads- en dorpsgezicht) en g (slopen op grond van een bestemmingsplan)van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (W abo);
Artikel 5. Vorm en termijn waarin het advies wordt uitgebracht
De uit te brengen adviezen worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders, doch toegezonden aan de manager van het team dat de aanvraag behandelt waarop het advies betrekking heeft dan wel – in geval advies is gevraagd in het kader van een bezwaarschriftprocedure – aan de secretaris van de Algemene Bezwaarschriftencommissie.
Het bevoegd gezag kan in het verzoek om advies de Planadviesraad een langere termijn dan genoemd in de bovengenoemde leden van dit artikel geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies. Een langere termijn kan door het bevoegd gezag worden gegeven indien de termijn van afdoening van de aanvraag op grond van een wettelijke bepaling is verlengd en de dit besluit aan de aanvrager is bekendgemaakt.
Artikel 6. Extra deskundigheid
Indien een aanvraag met betrekking tot het aanwijzen, aanpassen en afvoeren van een gemeentelijk archeologisch monument of een aanvraag met betrekking tot een omgevings-vergunning voor een gemeentelijk archeologisch monument voorligt laat de commissie zich bijstaan door een onafhankelijk deskundige op dit gebied.
Artikel 8. Openbaarheid van vergaderen
De vergaderingen van de Planadviesraad zijn openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar in gevallen als bedoeld in artikel 10, eerste lid van de Wet openbaarheid van bestuur en in gevallen waarin het belang van de openbaarheid van bestuur niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid van die wet genoemde belangen. Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - of de voorzitter een verzoek doen tot niet openbare behandeling dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen;
Artikel 9. Jaarlijkse verantwoording
De secretaris draagt verder zorg voor de opstelling van een (jaar)verslag van de door de (Plan)adviesraad verrichte werkzaamheden, waarin tenminste wordt uiteengezet op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de criteria als bedoeld in artikel 12a, lid 1 onderdeel a, van de Woningwet. Dit verslag wordt jaarlijks voor 1 april van het daarop volgende jaar aan burgemeester en wethouders aangeboden.
Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2015
De ‘Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht’ is een reglement van orde voor de welstandscommissie bedoeld in de Woningwet en de commissie op het gebied van de monumentenzorg uit de Monumentenwet 1988. Bij het opstellen van het reglement van orde is bovendien aansluiting gezocht en rekening gehouden met de regels omtrent de samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie zoals deze op grond van artikel 8 van de W oningwet zijn opgenomen in de Bouwverordening van de gemeente Deventer.
De leden van de Planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht (hierna te noemen Planadviesraad), zijn onafhankelijke van de gemeente Deventer en worden op voordracht van het college benoemd door de gemeenteraad.
In het reglement zijn de ‘Verordening adviesraad welstand’ en de ‘Verordening planadviesraad monumenten en beschermd stadsgezicht’ samengevoegd. Aanleiding voor de samenvoeging is de werkwijze voor de welstandsbeoordeling op basis van de W elstandsnota die op 1 januari 2012 in werking is getreden.
De nieuwe werkwijze gaat uit van een planadviesraad, bestaande uit zeven leden, waarin alle voor beoordeling van ruimtelijke plannen noodzakelijke disciplines vertegenwoordigd zijn. Gedacht moet worden aan disciplines op het gebied van architectuur, stedenbouw, landschap, bouwhistorie en restauratie. In een voorkomend geval is de planadviesraad bovendien bevoegd om extra deskundigheid uit te nodigen. De planadviesraad is bevoegd om ieder voorgelegd bouw en/of monumentenplan aan de criteria uit de W elstandsnota te toetsen.
Niet ieder plan hoeft echter even zwaar te worden beoordeeld. De W elstandsnota kent twee toetsingsniveaus ‘regulier’ en ‘bijzonder’. Het bijzonder toetsniveau geldt voor een klein aantal gebieden in de gemeente, waaronder het beschermde stadsgezicht, en een aantal belangrijke toegangswegen. Plannen in deze gebieden worden zwaarder getoetst omwille van bijvoorbeeld het behoud van de cultuurhistorische waarde van een dergelijk gebied. Criteria voor deze gebieden zijn opgenomen in een redegevende omschrijving en minder concreet dan de criteria voor de gebieden met het reguliere toetsingsniveau. Het reguliere toetsingsniveau geldt voor het gros van de gemeente. De in de Welstandsnota opgenomen criteria zijn gericht op handhaving van de huidige kwaliteit. Daarbij zijn voor kleine bouwplannen gelegen in gebieden waarvoor het regulier toetsingsniveau geldt criteria opgesteld. Een plan dat voldoet aan deze criteria voldoet zonder meer aan welstand. Soortgelijke criteria zijn opgesteld voor reclames. Met dat verschil dat daarvoor geen onderscheid is gemaakt naar toetsingsniveau.
Het is de planadviesraad toegestaan om de beoordeling van plannen vanwege het verschil in toetsingsniveau te mandateren aan een aantal aangewezen leden uit de Planadviesraad, de zogenaamde Adviesraad of aan de secretaris van de Planadviesraad. De Adviesraad kent drie leden met de disciplines op het gebied van monumentenzorg, architectuur en/of stedenbouw.
Aan het mandateren van de toetsing van plannen zijn regels gesteld. Zo moet de mening van de Planadviesraad ten aanzien van eventuele criteria waaraan plannen worden getoetst, uit bijvoorbeeld beeldkwaliteitsplannen of andere beleidsregels, bekend zijn. Verder is mandaat van de toetsing van ingrijpende en/of belangrijke plannen uitgesloten. Eveneens kan geen herhaald advies worden gegeven door de gemandateerde als bezwaar tegen een plan wordt ingesteld waarover deze heeft geadviseerd.
Aan de secretaris wordt voorts gemandateerd onder meer de plannen waarop de reguliere toetsing van toepassing is en de reclameplannen. Advisering ten aanzien van monumentenplannen, hele kleine ingrepen daargelaten, is vanwege de dar aanwezige monumentendeskundigheid voorbehouden aan de ‘kleine’- dan wel volledige planadviesraad. De planadviesraad kan voorts de toetsing van de overige plannen mandateren aan de ‘kleine’ planadviesraad.
Voor de planadviesraad blijft naast de beoordeling van ingrijpende en/of belangrijke plannen over het adviseren inzake nieuw welstandsbeleid (beeldkwaliteitsplannen), trends en andere uitspraken op principieel niveau.
4.Termijn en wijze van advisering
Veel welstandstoetsen vinden plaats in het kader van een aanvraag om omgevingsvergunning voor een bouw- of monumentenplan. Voor de beoordeling van deze aanvragen om omgevingsvergunning geldt in de meeste gevallen een beslistermijn van acht weken, welke eenmalig met zes weken kan worden verlengd.
De aan de planadviesraad (of gemandateerde) geboden adviestermijn van maximaal twee weken is afgestemd op de beslistermijn van de omgevingsvergunning. Er is naar gestreefd om de noodzaak van een uitgebreid schriftelijk advies zo klein mogelijk te houden. De inzet is dat zoveel mogelijk plannen gelijktijdig met de beoordeling kunnen worden geadviseerd. Het plan wordt in dat geval voorzien van een stempel eventueel met een korte notatie, een zogenaamd ‘stempeladvies’. Deze wijze van advisering komt de doorlooptijd van omgevingsvergunningen ten goede.
Voor een goede doorloopsnelheid van de plannen beoordeelt de secretaris wekelijks de aan hem gemandateerde plannen, de Adviesraad tweewekelijks en de Planadviesraad komt eens in de zes weken bij elkaar. Afhankelijk van het aanbod van de plannen kunnen voornoemde vergaderfrequenties worden aangepast.
5.Openbaarheid van de vergadering
De wettelijke taken van de Planadviesraad worden uitgevoerd in openbaarheid. Daarvan kan slechts worden afgeweken als de belanghebbende een beroep doet op artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur en zodanige aangelegenheden aan de orde zijn dat daarmee de aanvrager in zijn recht staat openbaarheid te weigeren. Om belanghebbende in de gelegenheid te stellen van dit recht gebruik te maken wordt voorafgaand aan de welstands- vergadering de agenda bekend gemaakt.
Belanghebbenden en/of aanvragers hebben de mogelijkheid, indien tijdig vooraf gemeld, om in te spreken dan wel het plan toe te lichten. De aanvrager van een plan waarover een negatief advies wordt afgegeven, krijgt in ieder geval de mogelijkheid om het plan toe te lichten voordat het advies definitief wordt gemaakt.
De verplichting tot openbaar vergaderen heeft betrekking op de vergaderingen waarin het welstandsadvies formeel wordt vastgesteld. Het is niet verplicht voor informeel vooroverleg over een voorlopige aanvraag of een schetsplan. De potentiële bouwer kan in het stadium van vooroverleg gebaat zijn bij beslotenheid. Openbaarheid zou dan remmend op het vooroverleg kunnen werken, terwijl uit oogpunt van de korte bouwplanprocedure vooroverleg bij bijzondere plannen in veel gevallen noodzakelijk is.
Een jaarverslag is een wettelijke verplichting en bij uitstek geschikt om te signaleren waar de welstandsnota als beleidskader onvoldoende houvast heeft kunnen bieden bij de welstandsbeoordeling en kan tevens dienen ter verantwoording waarom in specifieke gevallen is afgeweken van het vastgestelde beleid. Het jaarverslag kan voor de gemeenteraad dan ook aanleiding zijn voor bijstelling van het gemeentelijk welstandsbeleid.